
蘭
典
日蘭辭典+
※ N.B. De omschrijving die van de Stadt geeft voor 私 watakushi is opvallend onvolledig, ook de context van de jaren 1920 in aanmerking genomen. 私 is een van de woorden die in het Japans gebruikt worden op een manier die aardig overeenkomt met ons persoonlijk voornaamwoord ‘ik’. Andere voorbeelden zijn bijvoorbeeld 僕 boku, 俺 ore, こちら kochira. Keuze van een van deze woorden hangt af van de situatie en vooral het beleefdheidsniveau.
(2) vriendin (persoon waarmee een man gaat of verkering heeft). ¶ 元カノ moto kano (spreektaal, afko.) ex-vriendin; z’n ex; m’n ex. ¶ 前カノ mae kano idem 元カノ. ¶ 今カノ ima kano (spreektaal, afko.) huidige vriendin; m’n huidige vriendin; z’n huidige vriendin. ¶ 僕の彼女はカナダへいってしまった。 Boku no kanojo wa Kanada e itte shimatta. Mijn vriendin is naar Canada gegaan. ♂ (TTC) ¶
NB Gebruik van woord 彼女 kanojo begon in de Meiji periode (1868-1912) als equivalent voor het Engels ‘she’ (‘zij’). Het was een nieuw gevormde samenstelling van かの kano ‘die’ en 女 jo (vgl. 女子 joshi ‘vrouw; meisje’). Lange tijd bleef het gebruik ervan beperkt tot de schrijftaal. Hoewel het 彼女 kanojo tegenwoordig (1980-2009) ook voorkomt in de spreektaal is het nog steeds gebruikelijker om te verwijzen naar anderen met hun naam of titel (Miura:100). Het wordt niet gebruikt wanneer beleefdheid vereist is en heeft vaak een speciale (bijvoorbeeld seksuele) connotatie. Het navolgende is een voorbeeld van het herhalen van een naam of een titel op de plaats waar het Nederlands een persoonlijk voornaamwoord zou gebruiken: 母は教師です。母は毎朝8時に家を出て、5時に帰宅します。 Haha wa kyōshi desu. Haha wa maiasa hachiji ni ie wo dete, goji ni kitakushimasu. Mijn moeder is lerares. Ze vertrekt iedere ochtend om acht uur, en komt om vijf uur weer thuis. (lang-8) Zie ook彼 kare.
(1.a) (persoonlijk voornaamwoord; onderwerpsvorm) [ik] 私 [わたし] watashi (algemeen beleefd); 私 watakushi (formeel); 僕 boku (informeel; meest door jongens en mannen gebruikt, zelden door meisjes); あたし [私] atashi (informeel; meest door vrouwen gebruikt; soms door mannen in snelle spraak); 俺 ore (informeel; meest door mannen gebruikt). NB ‘ik’ wordt vaak niet uitgedrukt in het Japans, context en richtinggevende werkwoorden zijn vaak voldoende. De onderwerpsvorm ‘ik’ wordt in het Japans expliciet uitgedrukt via de achtervoegsels は wa en が ga, maar in spreektaal, of informele schrijftaal (briefjes, internet, mobiel), worden deze ook vaak weggelaten. Tevens kan het partikel も mo, dat ‘ook’ betekent, de plaats van は wa en が ga innemen. ¶ オランダ語が話せますか。 ええ。話せます。Orandago ga hanasemasu ka. Ee. Hanasemasu. Spreek je Nederlands? Ja, ik spreek Nederlands. NB Door de structuur van vraag en antwoord in het voorafgaande voorbeeld is duidelijk wat op wie betrekking heeft en daarom laat men in het Japans ‘ik’ (en ‘je’) weg. Antwoorden met wel een expliciet ‘ik’ zijn dan niet neutraal en dragen extra betekenis. Bijvoorbeeld: ええ。わたしは、話せます。 Ee. Watashi wa, hanasemasu. Dat zou vertaald kunnen worden als: ‘Andere mensen spreken geen Nederlands, maar ik wel’. ¶ 滝沢はフランス語が話せるけど、健、お前は? 僕も話せるよ。 Takizawa wa Furansugo ga hanaseru kedo, Ken, omae wa? Boku mo hanaseru yo. Takizawa spreekt Frans. En jij, Ken? Ik ook hoor. [Ik spreek het ook hoor.] (BEJD) NB In het antwoord van Ken kan een Japanse vorm voor ‘ik’ niet weggelaten worden, door de nadruk die het heeft.
(1.b) (bezitsvorm) [mijn, m’n, van mij] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) gevolgd door の no, dus 私の watashi no, 僕の boku no etc. Afhankelijk van de context kan ‘mijn’ onuitgesproken blijven. ¶ 私の子供達はもうすぐ春休みです。 Watashi no kodomotachi wa mō sugu haruyasumi desu. Mijn kinderen hebben bijna voorjaarsvakantie. (TTC)
(1.c) (voorwerpsvorm) [mij, me] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) maar dan vaak gevolgd door を [w]o of に ni. Afhankelijk van de context kan ‘mij’ onuitgesproken blijven. Niet alle Nederlandse voorwerpsvormen hebben in het Japans grammaticaal equivalente vormen. ¶ 俺を哀れに思って助けてくれたのさ。 Ore wo aware ni omotte tasukete kureta no sa. Hij had medelijden met mij en hielp me daarom uit de brand. (informeel, mannelijke spreker). ¶ 両親が私にはがきを送ってくれた。 Ryōshin ga watashi ni hagaki wo okutte kureta. M’n ouders hebben me een ansichtkaart gestuurd. (TTC)
(2) (znw.) [het ik; het ego; het zelf] 自我 jiga; 我 [われ] ware; 我 ga; 私 watashi. ¶ 日本人の自我 Nihonjin no jiga Het Japanse zelf [Het Japanse ik].
(znw, het)
hi 火 (vlammen); honoo 炎 [焔] (vlammen; emotie) takibi たき火 [焚き火, 焚火] (open haard; kampvuur). ¶ De brandweermannen konden het vuur niet doven. Shouboushitachi wa honoo wo kesu koto ga dekinakatta. 消防士たちは炎を消すことができなかった。 ¶ We dansten rond het vuur. Bokutachi wa takibi no mawari wo odotte mawatta. 僕たちはたき火の周りを踊って回った。 (TCC)
Het is een oud verhaal. Toevallig herinner ik me dat die affaire in Meiji 13 was. Dat ik me het jaar zo goed herinner komt doordat ik destijds woonde in het pension Kamijou, recht tegenover de IJzeren Poort van de Universiteit van Tokyo, en de hoofdpersoon van dit verhaal de huisgenoot direct naast mij was. Toen Kamijou in Meiji 14 in vlammen opging, was ik een van de mensen die dakloos werden gemaakt. Het is dat ik me herinner dat die affaire plaatsvond het jaar voorafgaand aan die brand.
Mazu zatto kō yū tachi no otoko ga sonkei wo uke, sore ni jōjite ifuku wo hoshiimama ni suru to yū no ga tsune de aru. Shikaru ni Kamijō de haba ga kikasete iru, boku no kabe tonari no otoko wa sukoburu omomuki wo koto ni shite ita.
Wel, het was normaal dat zo’n soort man respect kreeg en zich daarvan bediende om naar wens zijn invloed uit te oefenen. Echter, als ik het heb over de man die mijn buurman was in Kamijou en daar zijn invloed deed gelden, die had een uitzonderlijke stijl.
そうして、書きことばでは、手紙などに、「幸甚に存じます」とか「幸せに存じます」と書いたりするけれども、それは、やはりよそ行きのことばである。どうみても、決して實感を伴ったことばではない。
Wareware Nihonjin wa, gaikokujin ni kuraberu to, ‘kōfuku’ to yū kotoba wo tsukau koto ga hijō ni sukunai. Toku ni nichijō no kaiwa de wa, ‘boku wa shiawase desu’ to ka ‘watashi wa kōfuku yo’ to yū monku wo tsukaeba, taihen kiza de aru ka, shibai katte kikoeru.
Sō shite, kakikotoba de wa, tegami nado ni, ‘kōjin ni zonjimasu’ to ka ‘shiawase ni zonjimasu’ to kaitari suru keredomo, sorewa, yahari yosoiki no kotoba de aru. Dō mite mo, kesshite jikkan wo tomonau kotoba de wa nai.
Vergeleken met buitenlanders is het extreem zeldzaam dat wij Japanners de uitdrukking ‘gelukkig’ gebruiken. In het bijzonder in de spreektaal klinkt het ongemeend of melodramatisch wanneer iemand de frase ‘ik ben gelukkig’ gebruikt.
En met respect tot de schrijftaal, in brieven en dergelijke, schrijven we dingen als ‘ik ben verheugd’ of ‘ik ben gelukkig’, maar dat is uiteindelijk beleefdheid. Hoe je het ook bekijkt, dat zijn geen uitdrukkingen die echte gevoelens overdragen. [1953]
Tijd: 0.32 sec. jiten.nl: 18 treffers, warandict: 3 treffers (zoekopdracht: '僕', strategie: exact).