
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (titelwoord)
chikara・力
zn. (1) [力] kracht v. (2) [權力] macht v.; invloed m. (3) [能力] bekwaamheid v.; vermogen o. (4) [效果] doeltreffendheid v.; doelmatigheid v. (5) [助力] steun m. (6) [氣力] energie v.; geestkracht v. (7) [語勢] nadruk m.; klem v. ¶ 力の及ぶ限り naar zijn beste vermogen. ¶ 力に任せて uit alle macht. ¶ 人の力になる iemand tot steun zijn. ¶ 力を籠めて言ふ met nadruk zeggen. ¶ 力を落す den moed verliezen. ¶ 之に力を得て hierdoor aangemoedigd. ¶ 力の不滅 behoud van arbeidsvermogen. ¶ 熱の力 calorische energie.
日蘭辭典 (trefwoord)
dekiru・出來る
(出来る) i.w. (1) [仕上がる] gereed zijn; voltooid zijn. (2) [製造] gemaakt zijn; vervaardigd zijn. (3) [生長] groeien. (4) [出産] geboren zijn. (5) [發生] voorkomen; gebeuren; voortspruiten uit. (6) [熟達] bekwaam zijn in; goed kennen. (7) [能力] kunnen; in staat zijn. ¶ 出來るなら zoo mogelijk. ¶ 出來るだけ zoo veel mogelijk. ¶ 出來る限りの力で met alle macht. ¶ 御飯が出來ました het eten is klaar. ¶ 此の卓子は能く出來て居る deze tafel is goed gemaakt. ¶ 松はことによく出來る denneboomen groeien hier goed. ¶ コレラ患者が船に出來た er is een geval van cholera aan boord voorgekomen. ¶ 蘭語が出來る hij kent Hollandsch. ¶ 十里步くことが出來る tien mijl kunnen lopen.
itasu・致す
t.w. (1) [行ふ] doen; verrichten. (2) [招來] te weeg brengen; veroorzaken. (3) [輸送] vervoeren; transporteeren. ¶ どう致しまして niet te danken. ¶ 失禮いたしました neem mij niet kwalijk. ¶ 力を致す een dienst bewijzen; zijn best doen voor. ¶ 命を致す zijn leven opofferen. ¶ 彼は自ら禍を致したのだ hij heeft het aan zichzelf te wijten; het is zijn eigen schuld. ¶ 富を致す rijkdom vergaren.
dasu・出す
t.w. (1) [突出] uitstrekken; uitsteken. (2) [取出] uithalen; voor den dag halen. (3) [力を] aanwenden; inspannen. (4) [發送] verzenden; sturen. (5) [發行] uitgeven. (6) [食事等を] opdienen; serveeren. (7) [解雇] ontslaan. (8) [差出] inzenden. (9) [拂ふ] betalen. (10) [開業] beginnen. (11) [產出] voortbrengen. (12) [口に] zeggen. (13) [供給] aanschaffen. ¶ 葉を出す bladeren krijgen. ¶ 質物を出す pand terughalen. ¶ 狂言をだす comedie opvoeren. ¶ 寄附を出す bijdrage schenken. ¶ 國旗を出す nationale vlag uitsteken. ¶ 切符をを出しなさい verzoeke uw kaartjes te vertoonen. ¶ 降り出す beginnen te regenen. ¶ 泣き出す beginnen te huilen.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <力>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
力不足chikarabusoku ontoereikendheid; onvermogen
力付ける ; 力づけるchikarazukeru bemoedigen; steunen; moed geven; opbeuren; opmonteren; iem. een hart onder de riem steken
力代chikarashiro [ritsuryō] heffing in natura ter vervanging van de jaarlijkse burgerdienst
力士rikishi (1) krachtmens; krachtfiguur; sterke man; iemand met grote kracht; (2) [sumō-jargon] sumoworstelaar; (3) [boeddh.] bodhisattva met een liturgische staf in zijn hand
力学rikigaku [techn.; nat.] dynamica; krachtenleer
力尽きるchikaratsukiru z'n krachten begeven hem; uitgeput raken; aan het einde van zijn Latijn zijn
力強いchikarazuyoi (1) krachtig; sterk; robuust; [m.b.t. stem] fors; [m.b.t. stijl] gespierd; (2) geruststellend; bemoedigend; hartsterkend; ~ waarop je kan rekenen
力持ちchikaramochi (1) sterke persoon; krachtpatser; krachtmens; hercules; hercuul; krachtpee; futpee; (2) krachtpatserij; (3) het machtig-zijn; machtigheid; (4) machtige; powerhouse
力水chikaramizu [sumojargon] water waarmee de sumoworstelaar aan de ring de mond spoelt
力線rikisen [natuurk.] krachtlijn; veldlijn
力織機rikishyokki mechanisch weefgetouw
力説rikisetsu benadrukking; beklemtoning; accentuering; emfase
力説するrikisetsusuru benadrukken; beklemtonen; de nadruk leggen op; accentueren; het accent leggen op; sterk doen uitkomen; insisteren
力車rikishya riksja
力量rikiryou aanleg; talent; gave; begaafdheid; kwaliteiten; capaciteiten; bekwaamheid; vermogen; capabiliteit
力chikara (1) kracht; macht; energie; force; invloed; potentie; [i.h.b.] geweld; [volkst.] forsie; (2) sterkte; kracht; moed; (3) hulp; behulp; middelen; (4) kracht; inspanning; moeite; (5) vermogen; kunnen; capaciteit; bekwaamheid; vaardigheid
力ryoku -kracht; -vermogen; -macht; -capaciteit
Tijd: 0.26 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 17 treffers (zoekopdracht: '力', strategie: exact).
2005-2023