
蘭
典
日蘭辭典+
[de, -s] (1.a) [oudere broer; mijn [onze] broer] 兄 ani (beleefdheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen broer tegen tweede persoon; over een derde persoons oudere broer (niet erend, niet beleefd); over een oudere broer in algemene zin (met name door volwassenen). ¶ 私の夫には、兄が2人います。(そう、私は三男の嫁です) Watashi no otto ni wa, ani ga futari imasu. (Sō, watashi wa sannan no yome desu) Mijn man heeft twee oudere broers. (Ja, ik ben getrouwd met een ‘derde zoon’) ¶ 彼女は兄に勝るとも劣らぬくらい英語が上手だ。 Kanojo wa ani ni masaru to mo otoranu kurai eigo ga jōzu. In haar beheersing van het Engels doet ze op geen enkele manier onder voor haar broer. (TTC) 兄さん anisan (algemeen of neutraal beleefd).
(1.b) [oudere broer, uw [hun] broer] 兄さん niisan; お兄さん oniisan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons oudere broer; binnen wij-groep over of naar de eigen oudere broer, of in algemene zin). お兄ちゃん oniichan (idem, maar meer familiair of vertroetelend, Nederlands ‘broertje’ zonder de betekenis van kleiner of jonger). NB deze vormen kunnen ook in algemene zin gebruikt worden over iemands oudere broer en is dan algemeen beleefd (maar met name volwassenen kunnen ook kiezen voor 兄 ani). ¶ 兄ちゃんのおごり niichan no ogori Mijn broer trakteert (twitter) ¶ ママ〜!あのお姉ちゃんとお兄ちゃん、お手手繋いで、すっごく仲良しさんだね〜! Mamaaa! Ano oneechan to oniichan, otete tsunaide, suggoku nakayoshi-san da nee! Mamma [mammie], dat meisje en die jongen houden handen vast, ze zijn zeker heel goede vrienden [vriendjes]? (TTC)
(2.a) [jongere broer, mijn [onze] broer] 弟 otōto (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen broer tegen tweede persoon; over een derde persoons jongere broer (niet erend, niet beleefd); over een jongere broer in algemene zin) ¶ 弟がやっと東大に入りました。 Otōto ga yatto Tōdai ni hairimashita. Mijn broer is eindelijk toegelaten tot de Universiteit van Tōkyō. (Miura) NB in een wij-groep noemen oudere broers en zussen hun jongere broer(s) alleen bij naam (dit vloeit voort uit de hiërarchie), omgekeerd spreken jongere broers en zussen hun oudere broers normaal gesproken aan als お兄さん oniisan ‘oudere broer’. (Miura)
(2.b) [jongere broer, uw [hun] broer] 弟さん otōtosan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons jongere broer, of in algemene zin) ¶ 弟さんが東大にお入りになったそうですね。 Otōtosan ga Tōdai ni o-hairi ni natta sō desu ne. Ik heb gehoord dat uw [je] broer is toegelaten tot de Universiteit van Tōkyō. (Miura)
(3) [broers, broers en zussen] 兄弟 kyōdai. NB Verschillend in de schrijftaal: 姉弟 kyōdai oudere zus en jongere broer; 兄妹 kyōdai oudere broer en jongere zus; 兄姉 kyōdai broer en zus.
[de, zussen; zusters] (1.a.a) [oudere zus(ter); mijn [onze] zus(ter)] 姉 ane (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons oudere zuster (niet erend, niet beleefd); over een oudere zuster in algemene zin). ¶ 姉は頭の回転がいい。 Ane wa atama no kaiten ga ii. Mijn zus is vlot van begrip. 料理は姉を先生にして習いました。 Ryōri wa ane wo sensei ni shite naraimashita. Mijn zus heeft me koken geleerd. (TTC) (1.a.b.) [oudere zus; jongedame; aanspreekvorm serveerster] 姉さん anesan (algemeen of neutraal beleefd).
(1.b) [oudere zus(ter), uw [hun] zus(ter); aanspreekvorm serveerster] 姉さん neesan; お姉さん oneesan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons oudere zuster; binnen wij-groep over of naar de eigen oudere zuster; in algemene zin); お姉ちゃん oneechan (idem, maar meer familiair of vertroetelend). NB met name onder en naar kinderen worden deze vormen ook gebruikt om in algemene zin naar oudere zussen te verwijzen. ¶ メアリーは遊園地で一人で泣いている男の子を見つけて、やさしく声をかけた。「ねえ、ぼく、どうしたの? 迷子になっちゃったの? お姉ちゃんが迷子センターに連れてってあげようか?」 Mearii wa yūenchi de hitori de naite iru otoko no ko wo mitsukete, yasashiku koe wo kaketa. ‘Nee, boku, dōshita no? Meigo ni nattyatta no? Oneechan ga meigo-sentā ni tsurete tte ageyō ka?’ In het pretpark vond Mary een huilend jongetje. Met zachte stem sprak ze: ‘Hee, jongetje, wat is er aan de hand? Ben je je ouders kwijt? Zal ik [lett. de oude zus] je naar de informatiebalie brengen [lett. zoekgeraakte-kinderen-afdeling]?’ (TTC)
(2.a) [jongere zusje/zuster, mijn [onze] zuster/zusje] 妹 imōto (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons jongere zuster (niet erend, niet beleefd); over een jongere zuster in algemene zin). ¶ 妹の咲子です。俺と年子で、今受験生です。 Imōto no Sakiko desu. Boku to toshigo de, ima jukensei desu. Dit is mijn zusje Sakiko. Ze minder dan een jaar jonger dan ik en studeert nu voor haar toelatingsexamens. ¶ 妹をパーティーに連れて行きます。 Imōto wo paatii ni tsurete ikimasu. Ik neem mijn zus mee naar het feestje. (TTC) NB in een wij-groep noemen oudere broers en zussen hun jongere zuster alleen bij naam (dit vloeit voort uit de hiërarchie), omgekeerd spreken jongere broers en zussen hun oudere zussen normaal gesproken als お姉さん oneesan aan. (Miura)
(2.b) [jongere zusje/zus(ter), uw [hun] zusje/zus(ter)] 妹さん imōtosan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons jongere zuster, of in algemene zin). ¶ 今度は妹さんを連れていらっしゃい。 Kondo wa imōtosan wo tsurete irasshai. Neem de volgende keer je zus mee. ¶ 妹さんによろしくね。 Imōtosan ni yoroshiku ne. Doe de groetjes aan je zus. (TTC)
(3) [zusters, zussen, zusjes] 姉妹 shimai; [oudere zus en jongere broer] 姉弟 kyōdai;[oudere broer en jongere zus] 兄妹 kyōdai; [broer en zus] 兄姉 kyōdai; [broers of broer en zus] 兄弟 kyōdai.
(4) [verpleegster] 看護婦 kangofu; [verpleger m/v] 看護士 kangoshi.
(5) [non] 修道女 shūdōjo; 修道尼 shūdōni; 尼僧 nisō.
Tijd: 0.27 sec. jiten.nl: 2 treffers, warandict: 1 treffer (zoekopdracht: '姉弟', strategie: exact).