
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
inga・因果
zn. (1) [原因結果] oorzaak en gevolg. (2) [不運] noodlot o. (3) [應報] vergelding v. ¶ 因果の關係 causaal verband; causaliteit. ¶ 因果應報 vergelding; karma. ¶ 因果の法則 wet van oorzaak en gevolg. ¶ 因果の noodlottig; rampzalig. ¶ 因果と諦める berusten in zijn lot. ¶ 因果の種を宿す zwanger zijn door een misstap. ¶ 親の因果が子に報いる de kinderen boeten voor de zonden der ouders.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <子>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
子は親の鏡kohaoyanokagami ± kinderen aarden naar hun ouders; ± zulke boom; zulke wis
子は鎹kohakasugai ± kinderen smeden een band
子を持って知る親の恩kowomotteshiruoyanoon [lett.] pas als men kinderen krijgt; verstaat men de ouderliefde
子を知ること父に如かずkowoshirukotochichinishikazu ± een vader kent zijn kind beter dan wie ook
子会社kogaishya dochterbedrijf; dochtermaatschappij; dochteronderneming; [verk.] dochter
子供kodomo (1) kind; jongen; meisje; [meton.] jonge harten; (2) baby; zuigeling; (3) nakomeling; zoon; dochter; kroost; afstammeling
子供っぽいkodomoppoi kinderachtig; infantiel; kinderlijk; pueriel; onvolwassen; onvolgroeid; immatuur
子供の日kodomonohi Kinderdag; Kinderendag [Japanse feestdag gevierd op 5 mei]
子供の権利条約kodomonokenrijouyaku Verdrag inzake de rechten van het kind; Kinderrechtenverdrag
子供らしいkodomorashii kinderlijk; kinderachtig; onschuldig; argeloos; kinder-; [w.g.] kinds
子供心kodomogokoro kinderhart; kindergemoed; kinderziel; kinderlijke gevoelsleven
子供服kodomofuku kinderkleding; kinderkleren; kinderkleertjes; kindermode; kinderdracht; [gew.] kinderdingen
子供騙しkodomodamashi (1) [lett.] kinderbedrog; (2) doorzichtige truc (waar enkel een kind in zou trappen); boerenbedrog; zoethoudertje; (3) kleinigheid; bagatel; wissewasje
子分kobun (1) aanhanger; volgeling; [verzameln.] aanhang; gevolg; [i.h.b.] trawant; handlanger; (2) aangenomen kind; adoptiekind; geadopteerd kind; stiefkind; (3) rente; interest; intrest
子女shijo (1) zonen en dochters; jongens en meisjes; kinderen; (2) meisje; dochter
子孫shison (1) kind(eren) en kleinkind(eren); kind(eren) en kindskind(eren); (2) nageslacht; nakomelingschap; kroost; nakroost; nakomeling(en); afstammeling(en); nazaat; nazaten; descendent(en); posteriteit; progenituur; telg(en); [fig.] loot; loten; [fig.] spruit(en); [fig.; bijb.] zaad
子守komori (1) het oppassen; oppassing; oppas; het babysitten; (2) oppas; babyoppas; babysitter; babysit; [veroud.] baker
子守歌komoriuta wiegeliedje; slaapliedje; berceuse; bakerrijmpje
子宮shikyuu [anat.] baarmoeder; uterus; schoot
子宮付属器官shikyuufuzokukikan [anat.] organen die bij de baarmoeder behoren
子宮付属器官炎shikyuufuzokukikanen [geneesk.] adnexitis [= ontsteking van de organen die bij de baarmoeder behoren]
子宮体shikyuutai [anat.] baarmoederlichaam; corpus uteri
子宮体癌shikyuutaigan [geneesk.] baarmoederlichaamkanker
子宮体部shikyuutaibu [anat.] baarmoederlichaam; corpus uteri
子宮全摘shikyuuzenteki [geneesk.; chir.] panhysterectomie; totale; volledige hysterectomie
子宮全摘出shikyuuzentekishyutsu [geneesk.; chir.] panhysterectomie; totale; volledige hysterectomie
子宮全摘出術shikyuuzentekishyutsujutsu [geneesk.; chir.] panhysterectomie; totale; volledige hysterectomie
子宮全摘手術shikyuuzentekishyujutsu [geneesk.; chir.] panhysterectomie; totale; volledige hysterectomie
子宮全摘術shikyuuzentekijutsu [geneesk.; chir.] panhysterectomie; totale; volledige hysterectomie
子宮内shikyuunai [anat.] intra-uterien; in de baarmoeder
子宮内リングshikyuunairingu [geneesk.] baarmoederring; pessarium; spiraaltje
子宮内圧shikyuunaiatsu [geneesk.] intra-uteriene druk
子宮内胎児死亡shikyuunaitaijishibou [geneesk.] intra-uteriene foetale sterfte
子宮内胎児発育遅延shikyuunaitaijihatsuikuchien [geneesk.] intra-uteriene foetale groeivertraging
子宮内膜shikyuunaimaku [anat.] baarmoederslijmvlies; endometrium
子宮内膜炎shikyuunaimakuen [geneesk.] ontsteking van het baarmoederslijmvlies; endometritis
子宮内膜症shikyuunaimakushyou [geneesk.] endometriose
子宮内視鏡検査shikyuunaishikyoukensa [geneesk.] hysteroscopie
子宮内避妊器具shikyuunaihininkigu spiraaltje; schildje
子宮出血shikyuushyukketsu [geneesk.] baarmoederlijke bloeding; vloeiing; metrorragie
子宮前傾shikyuuzenkei [geneesk.] anteversie van de uterus; kanteling van de baarmoeder; anteversio uteri
子宮前屈shikyuuzenkutsu [geneesk.] anteflexie van de baarmoeder; anteflexio uteri
子宮収縮shikyuushyuushyuku [geneesk.] baarmoedersamentrekking; baarmoedercontractie
子宮収縮ホルモンshikyuushyuushyukuhorumon baarmoedersamentrekkend hormoon; [i.h.b.] oxytocine
子宮収縮剤shikyuushyuushyukuzai [farm.] oxytocicum
子宮収縮抑制薬shikyuushyuushyukuyokuseiyaku [farm.] tocolyticum
子宮口shikyuukou [anat.] baarmoedermond; orificium uteri externi; os uteri
子宮口切開術shikyuukousekkaijutsu [geneesk.] operatie aan de baarmoedermond; hysterostomatomie
子宮壁shikyuuheki [anat.] baarmoederwand
子宮外妊娠shikyuugaininshin [geneesk.; biol.] extra-uteriene zwangerschap; buitenbaarmoederlijke zwangerschap; ectopische zwangerschap; paracyesis
子宮奇形shikyuukikei [geneesk.] baarmoedermisvorming
子宮学shikyuugaku [geneesk.] hysterologie
子宮底shikyuutei [anat.] baarmoederbodem
子宮弛緩出血shikyuushikanshyukketsu [geneesk.] atonische baarmoederbloeding
子宮弛緩症shikyuushikanshyou [geneesk.] baarmoederatonie; metratonie
子宮後傾shikyuukoukei [geneesk.] het achteroverkantelen van de baarmoeder; retroflexie
子宮後屈shikyuukoukutsu [geneesk.] het achteroverkantelen van de baarmoeder; retroflexie
子宮摘出shikyuutekishyutsu [geneesk.; chir.] baarmoederverwijdering; hysterectomie; uterusextirpatie
子宮摘出術 shikyuutekishyutsujutsu [geneesk.; chir.] baarmoederverwijdering; hysterectomie; uterusextirpatie
子宮注射器shikyuuchuushyaki baarmoederspuit
子宮消息子shikyuushyousokushi [geneesk.] baarmoedersonde
子宮炎shikyuuen [geneesk.] baarmoederontsteking; metritis; uteritis; hysteritis; inflammatio uteri; febris uterina
子宮病shikyuubyou [geneesk.] baarmoederziekte; baarmoederkwaal
子宮痙攣shikyuukeiren [geneesk.] baarmoederkramp
子宮痛shikyuutsuu [geneesk.] baarmoederpijn
子宮癌shikyuugan [geneesk.] baarmoederkanker; uteruscarcinoom
子宮発育不全症shikyuuhatsuikufuzenshyou [geneesk.] baarmoederhypoplasie
子宮破裂shikyuuharetsu [geneesk.] baarmoederbreuk; uterusruptuur
子宮筋腫shikyuukinshyu [geneesk.] vleesboom; uterusmyoom
子宮筋腫塞栓療法shikyuukinshyusokusenryouhou [geneesk.] vleesboomembolisatie
子宮筋腫摘出shikyuukinshyutekishyutsu [geneesk.] myomectomie; vleesboomverwijdering
子宮筋腫摘出術shikyuukinshyutekishyutsujutsu [geneesk.] myomectomie; vleesboomverwijdering
子宮肥大hidai [geneesk.] uterushypertrofie
子宮脱shikyuudatsu [geneesk.] baarmoederverzakking; prolapsus uteri
子宮脱落膜shikyuudatsurakumaku [anat.] decidua uteri
子宮腔shikyuukou [anat.] baarmoederholte
子宮萎縮shikyuuishyuku [geneesk.] atrofie; verschrompeling van de baarmoeder
子宮鏡shikyuukyou [geneesk.] baarmoederspiegel; hysteroscoop; metroscoop; uteroscoop
子宮頸shikyuukei [anat.] baarmoederhals; vaginale cervix; cervix uteri
子宮頸癌shikyuukeigan [geneesk.] baarmoederhalskanker
子宮頸管shikyuukeikan [anat.] baarmoederhalskanaal; uterocervicaal kanaal
子弟shitei (1) kinderen; telgen; (2) jongeren; jeugd
子役koyaku (1) kinderrol; jeugdrol; (2) acteur die jonge rol speelt; jeugdacteur; kindacteur; kindster
子息shisoku zoon
子殺しkogoroshi (1) moord op eigen kind; kindermoord; infanticide; filicide; (2) kindermoordenaar
子爵shishyaku burggraaf; vicomte; viscount
子牛肉koushiniku [cul.] kalfsvlees
子等kora (1) kinderen; nakomelingen; (2) [vleinaam en aanspreekwoord] kind; meisje
子育てkosodate kinderopvoeding; het grootbrengen van kinderen
子音shiin (1) [taalk.] medeklinker; consonant; (2) [maatwoord voor medeklinkers]
子鷲kowashi [dierk.] jonge arend; adelaarsjong
子 ; 児ko (1) kind; (2) jong (van een dier); pasgeboren dier; (3) rente; interest
子shi (1) kind; [i.h.b.] jongen; (2) deugdzame man; meester; [i.h.b.] Confucius; (3) zǐ [± traktaat; één van de vier categorieën boeken in het Klassiek Chinees]; (4) burggraaf; (5) rente; interest; (6) [go-spel] schijf waarmee men go speelt; (7) jij; je; (8) -er; -or; -aar; -eur [maakt van een zelfst. naamw. een nomen agentis]; (9) [Nara; Heian-gesch.] [achtervoegsel bij namen van edelvrouwen]; (10) [honoratief achtervoegsel bij persoonsnamen]; (11) [achtervoegsel na de eigen naam ten teken van bescheidenheid]; (a) kind; zoon; dochter; telg; (b) ei; vrucht; (c) deeltje; (d) heer; leraar; meester; (e) man; mens; (f) vrouwe …; (g) ding; zaak; iets; (h) burggraaf; (i) [astrol.] rat
子ne (1) [astrol.] Rat [naam van het 1e teken van de Chinese dierenriem]; (2) jaar van de Rat; (3) dag van de Rat; (4) noorden; (5) uur van de Rat [tussen elf en één uur 's nachts]; (6) elfde maand van het jaar
Tijd: 0.27 sec. jiten.nl: 2 treffers, warandict: 94 treffers (zoekopdracht: '子', strategie: exact).
2005-2023