
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <感>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
感kan gevoel; emotie; indruk
感けるkamakeru (1) in beslag genomen zijn door; opgeslorpt zijn; de handen vol hebben aan; met; opgaan in; zich volkomen toeleggen op; (2) ontroerd zijn; geëmotioneerd zijn; (3) morren; jammeren
感じkanji (1) gevoel; (2) indruk
感じがするkanjigasuru voelen; aanvoelen; een ~ indruk op het gevoel maken
感じの悪いkanjinowarui onaangenaam; onprettig; klef; onplezierig; onsmakelijk
感じの良いkanjinoii aangenaam; prettig; welgevallig; behaaglijk; appetijtelijk
感じの良いkanjinoyoi aangenaam; prettig; welgevallig; behaaglijk; appetijtelijk
感じるkanjiru (1) voelen; aanvoelen; ervaren; een gevoel hebben dat ~; (2) geïmponeerd zijn door; onder de indruk zijn van ~; geraakt zijn door ~; (3) reageren op; beantwoorden
感じ取るkanjitoru aanvoelen; begrijpen; doorzien; beseffen
感じ易いkanjiyasui gevoelig; ontvankelijk; sensitief; aandoenlijk; susceptibel; receptief; impressionabel; gevoelvol
感じ易さkanjiyasusa gevoeligheid; ontvankelijkheid; sensitiviteit; aandoenlijkheid; susceptibiliteit; receptiviteit; impressionabiliteit
感ずるkanzuru (1) voelen; aanvoelen; ervaren; een gevoel hebben dat ~; (2) geïmponeerd zijn door; onder de indruk zijn van ~; geraakt zijn door ~; (3) reageren op; beantwoorden
感付くkanzuku merken; gewaar worden; bespeuren; bemerken; in de gaten hebben; opmerken; beseffen; zich realiseren; zien
感傷kanshyou sentiment; sentimentaliteit; gevoeligheid; emotioneel gedoe; zoetsappigheid; melodramatiek; weeïgheid; huilerigheid; meligheid
感傷的kanshyouteki sentimenteel; overdreven gevoelig; gevoelerig; emotioneel; zoetsappig; melodramatisch; weeïg; huilerig; melig
感光kankou blootstelling aan licht; belichting; solarisatie
感光させるkankousaseru aan licht blootstellen; belichten; licht laten inwerken
感光するkankousuru aan licht blootgesteld worden; belicht worden
感光度kankoudo lichtgevoeligheid; fotosensitiviteit
感光性kankousei lichtgevoeligheid; fotosensitiviteit
感光紙kankoushi lichtgevoelig papier; lichtdrukpapier
感動kandou indruk; emotie; aandoening; opwinding
感動させるkandousaseru aandoen; emotioneren; ontroeren; aangrijpen
感動したkandoushita ontroerd; aangedaan; aangegrepen
感動するkandousuru onder de indruk zijn van; emotioneel worden; aangedaan zijn door
感動的kandouteki ontroerend; roerend; aandoenlijk; aangrijpend; treffend; touchant; op het gemoed; gevoel werkend; emotief
感動詞kandoushi [taalk.] tussenwerpsel; interjectie; [veroud.] tussenvoegsel
感化kanka (1) beïnvloeding; invloed; inspiratie; (2) tuchtiging; heropvoeding; verbetering
感化するkankasuru (1) beïnvloeden; inspireren; aanzetten; (2) tuchtigen; heropvoeden; verbeteren
感化院kankain tuchtschool; opvoedingsgesticht; heropvoedingsgesticht; verbeteringsgesticht; verbeteringsinrichting; [Belg.N.; veroud.] verbeteringshuis; verbeteringsschool
感受kanju [m.b.t. signalen] het opvangen; ontvangst; receptie
感受するkanjusuru [m.b.t. signalen] opvangen; krijgen; ontvangen
感受性kanjusei gevoeligheid; ontvankelijkheid; vatbaarheid; sensitiviteit; aandoenlijkheid; sensibiliteit; receptiviteit; receptibiliteit; susceptibiliteit; impressionabiliteit
感受性の強いkanjuseinotsuyoi gevoelig; ontvankelijk; sensitief; susceptibel; receptief; vatbaar; aandoenlijk; impressionabel
感受性の豊かkanjuseinoyutaka gevoelig; ontvankelijk; sensitief; susceptibel; receptief; vatbaar; aandoenlijk; impressionabel
感嘆kantan bewondering; admiratie
感嘆するkantansuru bewonderen
感嘆詞kantanshi (1) uitroep van bewondering; kreet; exclamatie; (2) [taalk.] tussenwerpsel; interjectie; [veroud.] tussenvoegsel
感度kando [foto.] gevoeligheid; [m.b.t. radio] (kwaliteit van) ontvangst; [m.b.t. aardbevingen] intensiteit
感心kanshin (1) bewonderenswaardig; bewonderenswaard; lovenswaardig; loffelijk; prijzenswaardig; lofwaardig; (2) bravo!; keurig!; goed zo!; goed gedaan!; knap (van je)!; prachtig!
感心するkanshinsuru bewonderen; diep onder de indruk zijn; gepakt worden door ~
感心なkanshinna bewonderenswaardig; prijzenswaardig
感応するkannousuru (1) reageren; gehoor geven; beantwoorden; (2) meevoelen; sympathiseren; (3) induceren
感応kannou (1) reactie; weerklank; respons; (2) sympathie; (3) inductie
感性kansei gevoeligheid; sensitiviteit
感情哲学kanjoutetsugaku [fil.] gevoelsfilosofie
感情移入kanjouinyuu inlevingsvermogen; aanvoelingsvermogen; empathie
感情表現kanjouhyougen gevoelsuitdrukking; gevoelsuiting; gevoelsexpressie
感情kanjou gevoel; emotie; sentiment; affectie; aandoening
感想kansou gedachte; indruk; mening
感染kansen (1) infectie; besmetting; ontsteking; contagie; (2) (negatieve) beïnvloeding; (slechte; besmettelijke) invloed; [fig.] verderf
感染させるkansensaseru infecteren; aansteken; [病気を] overdragen; doen overgaan
感染したkansenshita aangestoken; besmet; geïnfecteerd
感染するkansensuru (1) aangestoken worden; besmet worden; geïnfecteerd raken; oplopen; opdoen; vatten; (2) (negatief) beïnvloed raken; (slechte; besmettelijke) invloed ondergaan
感染力kansenryoku besmettelijkheid; infectiviteit; aanstekelijkheid
感染性kansensei besmettelijkheid; aanstekelijkheid
感染性のkansenseino besmettelijk; infectueus; aanstekelijk; contagieus; infectie-
感染源kansengen besmettingsbron; besmettingshaard; bron; haard van besmetting; ziektehaard
感染率kansenritsu besmettingsgraad; infectiegraad
感染者kansenshya geïnfecteerde; besmette persoon; [i.h.b.] drager
感激kangeki intens gevoel [van dankbaarheid]; diepe emotie; overweldigende indruk
感激するkangekisuru diep onder de indruk zijn van
感無量kanmuryou ik ben door ontroering overweldigd; [Belg.N.] ik ben er het hart van in
感知kanchi gewaarwording; waarneming; bewustwording; inzicht; besef
感知するkanchisuru gewaarworden; zich zintuiglijk bewust zijn van; bespeuren; voelen; in de gaten hebben; doorzien; beseffen; inzien
感覚kankaku (1) gevoel; gevoelen; gewaarwording; zin; sensatie; (2) gevoeligheid; sensitiviteit
感触kanshyoku (1) gevoel bij aanraking; [m.b.t. stof] greep; (2) indruk; gevoel
感触するkanshyokusuru de indruk krijgen dat; aanvoelen dat
感謝kanshya dank; dankbaarheid; dankbetuiging
感謝するkanshyasuru danken
感謝祭kanshyasai Thanksgiving Day; dankdag
感銘 ; 肝銘kanmei indruk; impressie
感銘するkanmeisuru (1) sterk onder de indruk zijn; geïmponeerd zijn; zeer aangegrepen zijn; diep ontroerd; bewogen; getroffen zijn; [w.g.] geïmpressioneerd zijn; (2) grote; diepe indruk maken; imponeren; aangrijpen
Tijd: 0.28 sec. jiten.nl: 1 treffer, warandict: 73 treffers (zoekopdracht: '感', strategie: exact).
2005-2023