
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
tomo・友
zn. vriend m.; makker m.; kameraad m. ¶ 友とする te vriend houden. ¶ ......と友になる bevriend worden met; vriendschap sluiten. ¶ 旅の友 reisgenoot; reismakker; reisgezelschap. ¶ お伴する begeleiden; gezelschap houden vergezellen.
sora・空
zn. hemel m. lucht v.; firmament o.; valschheid (僞) v. ¶ 明るい空 heldere hemel. ¶ 旅の空で in den vreemde; ver van huis. ¶ 空高く hoog in de lucht. ¶ 心も空に verstrooid. ¶ 空負け voorgewende nederlaag. ¶ 空淚 krokodillentranen; gehuicheld verdriet. ¶ 空で讀む uit het hoofd opzeggen. ¶ 空で覺える uit het hoofd leeren. ¶ 心が上の空になる met de gedachten ergens zijn; verstrooid zijn; zitten te suffen. ¶ 空を使ふ doen of men van niets weet; zich van den domme houden.
SUPPLEMENT (trefwoord)
mukeikaku・無計画
(zn., -na adj.) zonder plan; klakkeloos; ondoordacht; willekeurig. ¶ 自分の無計画さに腹立ててる Jibun no mukeikakusa ni haradatete’ru Ik wordt boos om m’n ondoordachtheid. (twitter) ¶ 無計画で描いた。 なんだこりゃ Mukeikaku de egaita. Nan da korya Zonder plan getekend. Wat is dit? (twitter) ¶ 遠くに旅に出てみよう!あえて無計画な旅に! Tōku ni tabi ni dete miyō! Aete mukeikaku na tabi ni! Laten we een verre reis maken! Gewaagd zonder plan op reis! (twitter)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <旅>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
旅するtabisuru reizen; toeren; een reis; tocht; trip; toer maken; op reis gaan
旅の恥は掻捨てtabinohajihakakisute ± het land uit; de schaamte uit
旅は道連れ世は情けtabihamichizureyohanasake ± op reis hoort gezelschap; in het leven erbarmen
旅人tabibito reiziger; trekker
旅券ryoken paspoort; pas; reispas; [arch.] geleide
旅団ryodan [mil.] brigade
旅大ryodai Lǚdà [voormalige naam van Dàlián; Dairen (1950-81)]
旅客機ryokakuki passagiersvliegtuig; verkeersvliegtuig; verkeersvlieger
旅客ryokaku reiziger; passagier
旅次行軍ryojikougun [mil.] afstandsmars
旅立ちtabidachi afreis; vertrek op reis
旅立つtabidatsu op reis vertrekken; vertrekken; de reis aanvaarden
旅籠hatago (1) transportmand voor paardenvoer; (2) reismand; (3) provisie in een reismand; (4) maaltijd in een Japanse herberg; (5) herberg; (6) kostgeld; pension
旅行するryokousuru reizen; een reis maken; een tocht maken; een trip maken; een uitje hebben; een uitstapje maken
旅行客ryokoukyaku toerist; reiziger
旅行小切手ryokoukogitte reischeque; travellerscheque; travellercheque
旅行案内所ryokouannaijo verkeersbureau; inlichtingenbureau voor vreemdelingenverkeer; ± Vereniging voor Vreemdelingenverkeer; [afk.] VVV; VVV-kantoor; toeristische dienst; [Belg.N.; niet alg.] toerismebureau
旅行社ryokoushya reisbureau; reisagentschap
旅行者ryokoushya reiziger; toerist; dagjesmens
旅行者用小切手ryokoushyayoukogitte reischeque; travellerscheque; travellercheque
旅行記ryokouki reisverhaal; reisverslag; reisbeschrijving
旅行ryokou reis; trip; tocht; tochtje; toer; uitstapje; uitje; excursie
旅費ryohi reiskosten; reisgeld; uitgaven voor en gedurende een reis
旅順ryojun Lǚshùn; Port Arthur
旅順 ; リュイシュンryuishyun Lǚshùn; Port Arthur
旅館ryokan hotel [in Japanse stijl]; hotelletje; herberg
旅tabi reis; tocht; trip; toer
Tijd: 0.27 sec. jiten.nl: 4 treffers, warandict: 27 treffers (zoekopdracht: '旅', strategie: exact).
2005-2023