日蘭辭典+

22 resultaten voor 「果」
日蘭辭典 (titelwoord)
hate

(果て) zn. (1) [結果] gevolg o.; resultaat o. (2) [運命] lot o. (3) [限界] grens v.; einde o. ¶ 議論の果 het resultaat van de discussie. ¶ 世界の果 het eind van de wereld. ¶ 果は ten slotte; per slot van rekening. ¶ 果から果まで van het eene eind tot het andere. ¶ 擧句の果に en het ergste van alles was......

RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <果>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
果して ; 果たしてhatashite (1) zoals verwacht; inderdaad; dacht ik het niet; net wat ik dacht; uiteraard; (2) echt; werkelijk; eigenlijk
果せるooseru (1) [RYK + ~] uit-; af- [de met de RYK genoemde handeling geheel ten einde voeren]; (2) [RYK + ~] weten te …; erin slagen te …; het voor elkaar krijgen te … [de met de RYK genoemde handeling op schitterende wijze vervullen]
果たすhatasu (1) doen; uitvoeren; ondernemen; verrichten; ten uitvoer brengen; leggen; bewerkstelligen; (2) vervullen; volbrengen; voltooien; volvoeren; voldoen; zich kwijten van; tot stand brengen; bereiken; verwezenlijken; realiseren; tot een goed einde brengen; waar maken; voor elkaar krijgen; (3) een dankbedevaart ondernemen; (4) afmaken; doden; (5) geheel ten einde toe + ww.Gevoegd achter de ren'yōkei van een dōshi.
果たせるhataseru kunnen doen; kunnen verrichten; kunnen vervullen; opgewassen zijn tegen
果てhate (1) einde; eind; end; (2) uiterste grens; limiet; (3) slot; laatste; uitkomst; eindresultaat; conclusie; (4) einde van de rouw
果てしhateshi [~がない] eindeloos; zonder einde; oneindig; grenzeloos; onbegrensd; ongelimiteerd; eeuwig; eeuwigdurend
果てるhateru (1) eindigen; aflopen; ophouden; (2) sterven; overlijden; doodgaan; heengaan; (3) [aangesloten op de ren'yōkei] volkomen ~; ten einde toe ~
果報は寝て待てkahouhanetemate ± geduld overwint alles; ± de aanhouder wint; ± lang gewacht en stil gezwegen; niet gedacht en toch gekregen
果実kajitsu [plantk.] fruit; vrucht; [jur.] vruchten
果敢kakan gedurfd; vermetel; stout; boud; stoutmoedig; onverschrokken; onversaagd; onvervaard; resoluut; vastberaden; vastbesloten
果敢ないhakanai (1) vergeefs; verloren; ijdel; nutteloos; zinloos; vruchteloos; onnut; onvruchtbaar; tevergeefs; (2) vluchtig; voorbijgaand; kortstondig; vergankelijk; efemeer
果樹kaju fruitboom; vruchtboom; ooftboom
果樹園kajuen boomgaard; bogaard; bogerd; fruittuin; [gew.; lit.t.] bongerd; [gew.] boomhof; [gew.] boomtuin; [gew.] hof
果汁kajuu vruchtensap; [Belg.N.] fruitsap
果然kazen (1) zoals verwacht; zoals voorzien; inderdaad; niet onverwachts; (2) verwacht; voorzien
果物kudamono vrucht; fruit
果物屋kudamonoya (1) fruitwinkel; fruithandel; (2) fruithandelaar; fruitverkoper; fruitventer; fruitkoopman
果皮kahi [plantk.] schil; vruchtwand; pericarp
果肉kaniku vruchtvlees
ka (1) gevolg; consequentie; resultaat; effect; vergelding; [boeddh.] phala; (2) verlichting; inzicht; (3) vrucht; fruit; (4) [maatwoord voor fruitsoorten]
haka (1) quotum; (2) doel; bestemming; (3) vordering; vooruitgang
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.33 sec. jiten.nl: 1 treffer, warandict: 21 treffers (zoekopdracht: '果', strategie: exact). 
2005-2023