日蘭辭典+

54 resultaten voor 「火」
日蘭辭典 (titelwoord)
hi
zn. (1) [] vuur o. (2) [災] brand m. (3) [焔] vlam v. ¶ を附ける een huis in brand steken. ¶ 煙草を附ける een sigaar aansteken. ¶ 附く in brand vliegen; beginnen te branden. ¶ 呼ぶ licht ontvlambaar zijn.
日蘭辭典 (trefwoord)
kesu消す
t.w. (1) [を] blusschen. (2) [文字を] uitschrappen; uitvlakken; uitwisschen; doorstrepen. i.w. (3) [毒を] tegengif geven tegen. t.w. (4) [相殺] neutraliseren; tegenwicht geven. ¶ 燈火消す lamp uitdoen.
kakeruかける
(掛ける, 懸ける) (1) [吊す] ophangen; hangen. (2) [計量する] wegen. (3) [かけ渡す] bouwen; leggen; slaan. (4) [果す] opleggen; heffen. (5) [心配を] veroorzaken; bezorgen. (6) [, 時間を] besteden. (7) [錠を] sluiten. (8) [乘ずる] vermenigvuldigen. (9) [注ぎかける] besprenkelen. i.w. (10) [腰を] gaan zitten. t.w. (11) [を放す] in brand steken. (12) [掛を] afbetalen. (13) [交尾さす] laten paren. (14) [著せる] aankleeden; bekleeden met. (15) [上へ廣げる] overdekken met; overspreiden. (16) [鑑定に] onderwerpen aan. ¶ 電話線をかける telefoon aanleggen. ¶ 刷毛をかける afborstelen. ¶ かける vier met drie vermenigvuldigen. ¶ 電報をかける telegram zenden; telegrafeeren. ¶ 電話を掛ける telefoneeren; opbellen. ¶ 醫者かける dokter consulteeren. ¶ 氣に掛ける ter harte nemen. ¶ 問を掛ける vraag richten tot. ¶ 思を掛ける verliefd worden op. ¶ 讀み掛ける beginnen te lezen. ¶ に掛ける op het vuur zetten.
fukidasu吹出す

(吹き出す) i.w. (1) [噴出] spuiten; opspuiten. (2) [が] beginnen te waaien. (3) [が] uitbarsten (山が); oplaaien. (4) [失笑] in lachen uitbarsten. t.w. (5) [噴出] spuiten; naar buiten werpen; uitstooten; uitblazen.

SUPPLEMENT (trefwoord)
zanzō残像

(殘像) znw. nabeeld. ¶ が全く消えても、少しは残像がを導いた Hi ga mattaku kiete mo, sukoshi no aida wa zanzō ga kare wo michibiita Zelfs nadat de vlam helemaal was uitgedoofd toonde het nabeeld hem nog eventjes de weg. (Motojirō Kajii)

vuur

(znw, het)
hi (vlammen); honoo 炎 [焔] (vlammen; emotie) takibi たき [焚き, 焚] (open haard; kampvuur). ¶ De brandweermannen konden het vuur niet doven. Shouboushitachi wa honoo wo kesu koto ga dekinakatta. 消防士たちは炎を消すことができなかった。 ¶ We dansten rond het vuur. Bokutachi wa takibi no mawari wo odotte mawatta. たちはたきの周りを踊って回った。 (TCC)

TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:The Tanaka Corpusそして
¶ それを取ってきてそしてに入れて下さい。 Sore wo totte kite soshite hi ni irete kudasai. Pak en breng die en doe ze in het vuur.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <火>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
火が付くhigatsuku aangaan; beginnen te branden; vuur; vlam vatten; ontvlammen; in brand raken
火に油を注ぐhiniaburawososogu olie op het vuur gooien
火のない所に煙は立たぬhinonaitokoronikemurihatatanu geen rook zonder vuur; ± men noemt geen koe bont of er zit een vlekje aan
火の見櫓hinomiyagura brandtoren; uitkijkpost ter signalering van branden
火を点けるhiwotsukeru aansteken; ontsteken; in brand steken; doen ontbranden; in de fik steken; [fig.] instigeren; [fig.] aanzetten; [fig.] opstoken
火中の栗を拾うkachuunokuriwohirou de kastanjes uit het vuur halen
火事場の馬鹿力kajibanobakadhikara ± nood breekt ijzer; ± nood geeft kracht; ± angst geeft vleugels; ± een kat in het nauw maakt rare sprongen; ± hoe linker; hoe flinker [= in uitzonderlijke situaties kan men opeens wat men niet voor mogelijk hield]
火事場泥棒kajibadorobou (1) gelegenheidsdiefstal tijdens een brand; (2) gelegenheidsdief tijdens een brand; (3) ± in troebel water vissen
火事kaji brand
火傷yakedo brandwond; verbranding; zenging
火傷するyakedosuru zich branden; zich schroeien; zich verbranden
火力karyoku (1) kracht waarmee het vuur om zich heen grijpt; vuurwoede; vuurenergie; thermische kracht; warmtekracht; (2) [mil.] vuurkracht
火口kakou krater; mond van een vulkaan; vuurkolk
火器kaki (1) vuurpot; vuurpan; vuurtest; (2) vuurwapen; vuurmond; artillerie
火天katen [boeddh.] Agni
火屋hoya (1) [香炉; 手焙りの] deksel; (2) [ランプ; ガス灯の] ballon; bol; (3) crematorium
火山kazan vulkaan; [Ind.N.] vuurberg; [uitdr.] vuurspuwende berg
火山帯kazantai vulkanengordel; vulkanische zone
火山灰kazanbai vulkanische as; vulkaanas
火影 ; 灯影hokage (1) vuurschijnsel; vuurgloed; lichtschijn; lichtschijnsel; licht; (2) beschenen gedaante; belichte figuur
火打ち石hiuchiishi vuursteen; vuurkei; silex; [gew.] flint
火星kasei [astron.] Mars
火曜kayou dinsdag
火曜日kayoubi dinsdag
火柱hibashira (1) vuurkolom; vuurzuil; zuil van vlammen; vuur; (2) hallucinair voorteken van brand
火災kasai brand
火災保険kasaihoken brandverzekering; brandassurantie; verzekering tegen brand
火炉karo (1) vuurhaard; haard; (2) brander; (3) [m.b.t. stoomwezen] vuurgang
火炎kaen vlam; gloed
火炎瓶kaenbin molotovcocktail; benzinebom; [inform.] mollie
火炙りhiaburi (1) het braden; roosteren; grillen; grilleren boven een vuur; (2) verbranding; [meton.] dood op de brandstapel; [meton.] brandstapel; [meton.] vuurdood; [meton.; gew.] mutsaard; [meton.; gew.] mutserd
火炙りの刑hiaburinokei doodstraf door verbranding; [meton.] brandstapel; [meton.] vuurdood; [meton.; gew.] mutsaard; [meton.; gew.] mutserd
火熨斗hinoshi strijkbout; bout; ± strijkijzer
火燵 ; 炬燵kotatsu kotatsu [= lage tafel met een door een deken; futon geïsoleerde warmtebron]
火砲kahou kanon; grof; zwaar geschut; zware artillerie
火箸hibashi metalen pen om stukken houtskool te rakelen
火花hibana vonk; vuursprankel; vonkje; sprankel; sprank; sprankje; [Belg.N.] genster; [w.g.] glinster; [gew.] spark
火花放電hibanahouden [elektr.] vonkontlading
火葬kasou crematie; verassing; lijkverbranding
火葬にするkasounisuru cremeren; verassen; verbranden
火葬場kasouba crematorium
火薬kayaku buskruit; [gew.] pulver; [gew.] poeder; [gew.] poeier; [gew.] poer
火酒kashyu sterkedrank; geestrijk vocht; geestrijke dranken; vuurwater; gedistilleerde wateren; spiritualia; spiritualiën; spirituosa; [scherts.] couragewater; [Barg.] neurie
火鉢hibachi houtskoolkomfoor; komfoor; vuurpan; vuurpot; vuurtest; vuurkorf; stoof; [gew.] lollepot
火鋏hibasami vuurtang; tang
ka vuur
hi (1) vuur; [volkst.] fik; vuurtje; [volkst.] fikkie; [i.h.b.] vlam; (2) brand; hens; (3) licht; lichtje; gloed
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.29 sec. jiten.nl: 7 treffers, warandict: 47 treffers (zoekopdracht: '火', strategie: exact). 
2005-2023