日蘭辭典+

169 resultaten voor 「金」
日蘭辭典 (titelwoord)
kane
zn. (1) [屬] metaal o. (2) [錢] geld o. ¶ 儲ける geld verdienen. ¶ に困って居る in geldverlegenheid zijn. ¶ ばなれが好い royaal zijn. ¶ ある goed bij kas zijn; geld hebben. ¶ なる voordeelig zijn; windstgevend. ¶ する te gelde maken; voordeel trekken uit. ¶ goud regeert de wereld. ¶ さへあれば飛ぶも落される goud is de sleutel, die op alle sloten past.
日蘭辭典 (trefwoord)
asobasu遊ばす
t.w. (1) [遊ばす] vermaken; amuseeren; bezig houden. (2) [敬語] gelieven. ¶ を遊ばして置く geld ongebruikt laten liggen;
yūzū融通
zn. circulatie v.; omloop m.; verbreiding v.; aanpassing v. ¶ 融通を利かす zich aan de omstandigheden aanpassen. ¶ を融通する financieel helpen. ¶ 融通資本 circuleerend kapitaal; kapitaal in omloop. ¶ 融通手形 accommodatie wissel; schoorsteenwissel. ¶ 融通が止まる geen crediet meer hebben.
kasu貸す
t.w. (1) [貸出] leenen; uitleenen. (2) [賃貸] verhuren. (3) [土地を] verpachten. (4) [を] leenen; voorschieten. i.w. (5) [を] het oor leenen; luisteren naar. ¶ 一夜の宿を貸す een nacht huisvesting verleenen. ¶ は貸すのだ dit huis is te huur.
kakeruかける
(掛ける, 懸ける) (1) [吊す] ophangen; hangen. (2) [計量する] wegen. (3) [かけ渡す] bouwen; leggen; slaan. (4) [果す] opleggen; heffen. (5) [心配を] veroorzaken; bezorgen. (6) [, 時間を] besteden. (7) [錠を] sluiten. (8) [乘ずる] vermenigvuldigen. (9) [注ぎかける] besprenkelen. i.w. (10) [腰を] gaan zitten. t.w. (11) [を放す] in brand steken. (12) [掛を] afbetalen. (13) [交尾さす] laten paren. (14) [著せる] aankleeden; bekleeden met. (15) [上へ廣げる] overdekken met; overspreiden. (16) [鑑定に] onderwerpen aan. ¶ 電話線をかける telefoon aanleggen. ¶ 刷毛をかける afborstelen. ¶ かける vier met drie vermenigvuldigen. ¶ 電報をかける telegram zenden; telegrafeeren. ¶ 電話を掛ける telefoneeren; opbellen. ¶ 醫者かける dokter consulteeren. ¶ 氣に掛ける ter harte nemen. ¶ 問を掛ける vraag richten tot. ¶ 思を掛ける verliefd worden op. ¶ 讀み掛ける beginnen te lezen. ¶ に掛ける op het vuur zetten.
nabiku靡く
i.w. buigen; zich buigen; toegeven (服從). ¶ に靡く bukken voor de macht van het geld. ¶ 稻がに靡いてゐる de rijsthalmen golven in den wind.
mushin無心
zn. (1) [無邪氣] onschuld v.; geen opzet o. (2) [懇願] aandrang m. ¶ 無心狀 bedelbrief. ¶ の無心を言ふ om geld vragen. ¶ 無心の行動 onwillekeurige handeling. ¶ 無心する lastig vallen om; bedelen.
chikuden逐電
zn. vlucht v. ¶ 逐電する er van door gaan; op den loop gaan; wegloopen. ¶ 主人を持って逐電した hij is er met het geld van zijn baas van door gegaan.
chōtatsu調達

zn. verschaffing v.; voorziening v.; levering v. ¶ 調達する verschaffen; voorzienen; leveren. ¶ 品物を調達する goederen leveren. ¶ を調達する geld verschaffen.

SUPPLEMENT (trefwoord)
kono yoこの世
(frase) het leven; de wereld; de aarde; het leven op aarde. ¶ ああこのためにどれほど多くの悲しいことがこの世起こることであろうか! Aa, kane, kane! Kono kane no tame ni dore hodo ooku no kanashii koto ga kono yo ni okoru koto de arō ka! Ach, geld, geld! Hoe vaak zal het (wel niet) zijn dat trieste dingen in dit leven gebeuren omwille van dat geld! (tweet) ¶ この世新しいものはない。 Kono yo ni atarashii mono wa nai. Niks nieuws onder de zon. (TTC) ¶ この世で一番の幸せ者だ。 Kare wa kono yo de ichiban shiawase mono da. Hij is de gelukkigste man op aarde. (TTC) ¶ 詩人この世を男がを見つめるように見つめる。 Shijin wa kono yo wo otoko ga onna wo mitsumeru yō ni mitsumeru. Een dichter kijkt naar de wereld zoals een man naar een vrouw kijkt. (TTC)

RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <金>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
金に糸目はつけないkaneniitomehatsukenai geld speelt geen rol; geld is bijzaak
金に糸目をつけずにkaneniitomewotsukezuni zonder op een cent te letten; zonder geld te sparen; kwistig
金に糸目を付けぬkaneniitomewotsukenu ± royaal met zijn geld omspringen; ± veel geld uitgeven; ± met geld smijten; ± het breed laten hangen; ± er met de grove bijl op in hakken; ± veel geld stukslaan; stuksmijten; ± niet op een cent kijken; ± de centenpest hebben; [gew.] ± het geld met hamers breken; in stukken slaan
金に飽かしてkaneniakashite ongeacht de kosten; onverschillig hoeveel de kosten bedragen; zonder op een cent te letten; zonder geld te sparen
金のなる木kanenonaruki (1) ± ezeltje schijtgeld; paardje schijtgeld; (2) kip met de gouden eieren
金の切れ目が縁の切れ目kanenokiremegaennokireme ± geen geld; geen liefde; ± als de armoede binnenkomt; vliegt de liefde het venster uit; ± er gaan niet veel vrienden in een klein huis
金のkaneno metalen; van metaal; metalliek; metaal-
金のkinno gouden; goud-; [arch.] gulden
金は天下の回りものkanehatenkanomawarimono ± de rijkdom kan niet lange staan; hij groeit en krimpt gelijk de maan [= rijkdom is vluchtig]; ± zo gewonnen; zo geronnen
金ケ江三兵衛kanegaesanbee Yi Sam-pyeong [Koreaans-Japanse grondlegger van het Arita-porselein; gest. 1655]
金ピカkinpika (1) gouden schittering; pracht; fonkeling van goud; goudglans; (2) glans; klatergoud; oppervlakkige schittering; vals geschitter
金ピカのkinpikano (1) schitterend; prachtig; verguld; goudglanzig; (2) opgesmukt; opzichtig versierd; klatergouden
金丸kanamaru Kanamaru
金丸kanemaru Kanemaru
金丸kingan gouden knikker; gouden kogel
金主kinshyu financier; geldschieter; geldgever; geldman; kapitaalverschaffer
金井kanai Kanai
金井kinsei (1) goudversierde waterput; (2) waterput in de herfst
金光kinkou gouden licht
金光明最勝王経konkoumyousaishyououkyou [boeddh.] Soetra van de Soevereine Vorsten van het Gouden Licht; Suvarṇa-prabhāsottama Sūtra
金光明経konkoumyoukyou (1) [boeddh.] Soetra van het Gouden Licht; Suvarṇa-prabhāsa Sūtra; (2) [boeddh.] Soetra van de Soevereine Vorsten van het Gouden Licht; Suvarṇa-prabhāsottama Sūtra
金具kanagu beslag; fittings; fittingen; metalen stukken
金利kinri [muntw.; fin.] rente; interest; intrest
金利スワップkinrisuwappu [fin.] renteswap
金利変動リスクkinrihendourisuku [fin.] risico van rentevariabiliteit; rentevolatiliteitsrisico
金利減免kinrigenmen [fin.] rentevermindering en; of -vrijstelling
金利自由化kinrijiyuuka [fin.] rentederegulering
金利裁定kinrisaitei [fin.] rentearbitrage
金利負担kinrifutan [fin.] rentelast
金剛kongou (1) [boeddh.] vajra; buitengewoon hard element; [i.h.b.] diamant; (2) [boeddh.] vajra; onbuigzame standvastigheid; gehardheid; onverwoestbaarheid; (3) [boeddh.] vajra-scepter; (4) [boeddh.] vajradhātu; diamant-sfeer; (5) vajra-sandaal [= grote stevige sandaal gevlochten van stro of rus]; (6) [ton.] lijfknecht van een jonge kabuki-acteur; (7) [nō-jargon] Kongō [= een van de vijf no-families]; (8) [nō-jargon] Kongō-school; (9) [nō-jargon] Kongō-gezelschap
金剛杖kongouzue (1) pelgrimsstaf; pelgrimsstok; [veroud.] palster; (2) [boeddh.] staf van Vajradhāra
金剛童子kongoudouji [boeddh.] Vajrakumāra; Kaṇikrodha [= een van de incarnaties; als jongeling met vajra-scepter; van Amitābha]
金剛般若波羅蜜経kongouhannyaharamitsukyou [boeddh.] Diamantsoetra; Vajracchedikā Prajñāpāramitā Sūtra
金力kinryoku macht van het geld; geldelijk vermogen; financiële macht
金印kinin (1) gouden zegel; (2) [i.h.b.] gouden zegel van de Koning van Na
金品kinpin geld en goederen; geld en waardevolle voorwerpen; kostbaarheden; preciosa
金坑kinkou goudmijn; goudgroeve
金城kinjou (1) vaste burcht; (2) gouden kasteel [= kasteel van Nagoya]
金堂kondou (1) [boeddh.] hoofdzaal; hoofdhal; (2) gouden tempel; gouden hal
金塊kinkai (1) goudklomp; klomp goud; pépite; onbewerkt goud; ongemunt goud; (2) goudbaar; goudstaaf; baar goud; staaf goud; ingot van goud
金婚式kinkonshiki (1) gouden bruiloft; gouden jubileum; jubilee; (2) [muz.] La cinquantaine [muziekstuk van Jean Gabriel-Marie]
金子kaneko Kaneko
金子kinsu (1) geld; centen; duiten; (2) goudmunt
金将kinshyou [shogi] gouden generaal
金属kinzoku metaal
金属工学kinzokukougaku metaalkunde
金属工業kinzokukougyou metaalindustrie; metaalnijverheid; metaalbewerking; [verk.] metaal
金属板kinzokuban metaalplaat; metalen plaat
金山kanayama metaalmijn; metaalgroeve; mijn; groeve
金山kinzan (1) goudmijn; goudgroeve; goudberg; (2) Jīnshān
金平糖 ; 金米糖konpeitou (1) [cul.] veelkleurige hoekige suikertjes; (2) [dierk.] Echininus cumingii [= een soort van zeeslak]; (3) [dierk.] Eumicrotremus birulai [= een soort van snotolf]
金庫kinko safe; kluis; geldkast; bewaarplaats; kas
金庫室kinkoshitsu kluis; bewaarkluis; bewaarplaats; opbergplaats; brandkluis; safe
金庫破りkinkoyaburi (1) kluiskraak; brandkastkraak; (2) kluiskraker; brandkastkraker; [scherts.] brandkastridder
金庫荒らしkinkoarashi (1) kluiskraak; (2) brandkastkraker
金建てkindate [geldw.] goudbasis
金持 ; 銀持 ; 金持ちkanemochi rijke; [min.] rijkaard; richard; [inform.] plutocraat; [fig.] diknek; [min.; fig.] geldzak; [min.] kapitalist
金持ちのkanemochino rijk; vermogend; welvoorzien; welgesteld; bemiddeld; gefortuneerd; gegoed; welvarend; opulent; in bonis; welstandig; [Belg.N.] welstellend; [Belg.N.] begoed
金日成kinnissei Kim Il-sung; Gim Il-seong; Kim Ilsŏng
金星kinsei [astron.] Venus; Dagster; Morgenster; Avondster; Vesper
金時豆kintokimame bruine bonen
金曜kinyou vrijdag
金曜日kinyoubi vrijdag
金本位kinhoni gouden standaard
金本kanamoto Kanamoto
金本kanemoto Kanemoto
金杯 ; 金盃kinpai gouden beker; goudbeker
金柑kinkan (1) [plantk.] Japanse kumquat; Fortunella japonica; (2) schildpadeitjes; (3) roodglimmende schedel; kaalkop
金柑 ; キンカkinka (1) Japanse kumquat; Fortunella japonica; (2) roodglimmende schedel; kaalkop
金棒 ; 鉄棒kanabou metalen staaf; bout; [i.h.b.] ijzeren staaf
金森kanamori Kanamori
金槌kanazuchi (1) hamer; (2) iem. die niet kan zwemmen; [fig.] baksteen
金権kinken macht van het geld; plutocratie
金権政治kinkenseiji geldheerschappij; plutocratie
金権者kinkenshya geldmagnaat; plutocraat
金欠kinketsu geldgebrek; geldnood; geldtekort; gebrek; nood; tekort aan geld; geldelijke verlegenheid
金毘羅 ; 金比羅konpira (1) [boeddh.] Kumbhīra [één van de twaalf goddelijke generaals van boeddha Yakushi 薬師]; (2) het getal tien [naar het Kotohiragū-heiligdomfeest telkens op de 10e dag van de maand]; (3) Konpira [volksnaam voor Kotohiragū 金刀比羅宮; een heiligdom te Kotohira 琴平; pref. Kagawa 香川]
金沢kanazawa Kanazawa
金沢kanesawa Kanesawa
金為替本位制kinkawasehonisei [geldw.] goudwisselstandaard
金物kanamono ijzerwaren
金物屋kanamonoya (1) ijzerhandel; ijzerwinkel; (2) ijzerhandelaar; [gew.] maljenier
金玉kintama (1) gouden juweel; gouden bol; (2) [inform.] bal; ballen; [vulg.] kloot; kloten; [gew.; vulg.] schaal; schalen; (3) man; kerel; gast; knul; (4) Japanse kumquat; Fortunella japonica
金田kanata Kanata
金田kanada Kanada
金田kaneta Kaneta
金田kaneda Kaneda
金田kaneden Kaneden
金田kinda Kinda
金盞花 ; キンセンカkinsenka (1) [plantk.] goudsbloem; Calendula officinalis; (2) [plantk.] akkergoudsbloem; Calendula arvensis
金盞草 ; キンセンソウkinsensou [plantk.] goudsbloem; Calendula officinalis
金目梟kinmefukurou [dierk.] ruigpootuil; Aegolius funereus
金目鯛kinmedai [dierk.] rode beryx; Beryx splendens
金目kaneme (1) duurte; kostbaarheid; [veroud.] kostelijkheid; (2) monetaire waarde
金目kinme (1) [Edo-gesch.] goudeenheid; (2) goudoog; gouden ogen; (3) [dierk.] rode beryx; Beryx splendens
金策するkinsakusuru (1) aan geld komen; geraken; fondsen werven; geld bij elkaar krijgen; het nodige bijeenbrengen; (2) een lening opnemen; geld lenen
金策kinsaku manier om aan geld te komen; geraken; fondsenwerving
金策 ; キムチェクkimuchixeku Kimch'aek [Noord-Koreaanse stad in de provincie Noord-Hamgyŏng]
金箔 ; 金薄kinpaku (1) bladgoud; goudfolie; goudblad; ± dukatengoud; (2) [fig.] klatergoud; klinkklank; uiterlijke schijn; ijdele vertoning; masker
金箔検電器kinpakukendenki goudbladelektroscoop
金管kinkan [muz.; verzameln.] koper; koperen instrumenten
金管楽器kinkangakki [muz.; verzameln.] koper; koperen instrumenten
金粉kinko (1) goudpoeder; goudstof; stofgoud; wasgoud; goudzand; korrelgoud; (2) met goudpoeder verzwaarde dobbelsteen [gebruikt bij een frauduleus dobbelspel]; valse dobbelsteen; [Barg.] loense draai
金粉kinpun goudpoeder; goudstof; stofgoud; wasgoud; goudzand; korrelgoud
金糸kinshi gouddraad; gesponnen goud
金網kanaami (1) ijzergaas; metaalgaas; draadgaas; vlechtdraad; [i.h.b.] kippengaas; (2) staande lamp met ijzergazen kap
金翅鳥konjichou [boeddh.] suparṇa; garuḍa [= mythische vogel]
金色kanairo (1) metaalkleur; (2) messing; tinnen schenkpot
金色kiniro goudkleur; goudgele kleur [= de kleur █]
金色konjiki goudkleur; goudgele kleur [= de kleur █]
金茶kincha (1) goudbruin; goudbruine kleur [= de kleur █]; (2) [寄席で] bezoeker; toeschouwer; publiek
金茶色kinchairo goudbruine kleur [= de kleur █]
金蓮花kinrenka [plantk.] Oost-Indische kers; steense kers; Tropaeolum majus
金蓮花kinrenge (1) [plantk.] watergentiaan; Nymphoides peltata; (2) [boeddh.] gouden lotus als offerande
金融kinyuu geldwezen; financiën; geld; circulatie van geld
金融ブローカーkinyuuburookaa geldmakelaar; makelaar in geldzaken; geldhandelaar
金融危機kinyuukiki financiële crisis
金融市場kinyuushijou [fin.] financiële markt; geldmarkt
金融庁kinyuuchou [Jap.pol.] bureau van Financiële Diensten; [Eng.] Financial Services Agency; [afk.] FSA
金融引締kinyuuhikishime [econ.] kredietbeperking; kredietrestrictie; monetaire verstrakking
金融支援kinyuushien [fin.] financiële hulp; financiële steun; financiële injectie; [i.h.b.] bail-out
金融政策kinyuuseisaku [geldw.] financiële politiek
金融機関kinyuukikan [geldw.] financiële instelling
金融界kinyuukai geldwereld; papieren wereld; financiële kringen
金融組織kinyuusoshiki [geldw.] financiewezen; geldwezen; financiële organisatie; financiële systeem; financiële stelsel
金融緩和kinyuukanwa [econ.] monetaire versoepeling; versoepeling van het monetaire beleid
金融資本kinyuushihon (1) [geldw.] geldkapitaal; (2) [geldw.] leningkapitaal; vreemd vermogen
金襴kinran goudbrokaat; goudlaken; goudstof
金貨kinka goudstuk; goudgeld; gouden munt; goudmunt; gemunt goud; geeltje; goudvink; [veroud.] geelvink; [Barg.] goudvos
金輪王konrinou [boeddh.] koning van het gouden rad [= één der vier cakravartin]
金輪際konrinzai (1) [boeddh.] kāñcana-cakra [= diepste bodem van de aarde]; (2) [~…ない] nooit ofte nimmer; in geen geval; onder geen enkele voorwaarde; voor niets ter wereld; helemaal niet; no way; (3) tot het bittere einde
金輪kanawa (1) ijzeren treeft; (2) metalen ring; ijzeren rad; beslagring; hoepel; (3) [herald.] gestileerde ringen
金輪konrin (1) [boeddh.] kāñcana-maṇḍala; kāñcana-cakra [= metalen ring waarop de aarde rust]; (2) [boeddh.] koning van het gouden rad [= één der vier cakravartin]
金輸出kinyushyutsu [geldw.] gouduitvoer; goudexport
金遣いkanezukai (1) geldbesteding; geldgebruik; het uitgeven van geld; (2) geldverspilling; geldverkwisting; (3) geldverspiller; geldverkwister; geldsmijter; verspiller; verkwister; brasser; opmaker; doorbrenger
金鉗 ; 金鋏kanabasami (1) vuurtang; tang; (2) metaalschaar; blikschaar
金銀kingin (1) goud en zilver; (2) goudstukken en zilverstukken; goudmunt en zilvermunt; goudgeld en zilvergeld; goudelingen en zilverlingen; (3) gemunt geld; klinkende munt; cash; specie; (4) [shogi] gouden en zilveren generaal
金銀kongon (1) goud en zilver; (2) goudkleur en zilverkleur
金銭kinsen geld; cash
金銭上のkinsenjouno monetair; financieel; geldelijk; geld-; pecuniair
金銭的kinsenteki financieel; geldelijk; geld-; monetair; pecuniair
金鋸kanenokogiri ijzerzaag; metaalzaag; beugelzaag; spanzaag
金鍍金kinmekki (1) verguldsel; laagje goud; [veroud.] verguld; (2) vergulding; het vergulden; het overtrekken met goud; gouddekking
金鍍金するkinmekkisuru vergulden; met goud plateren; overtrekken; dekken
金鍍金のkinmekkino verguld; gouden; [arch.] gulden; met goud overtrokken; geplatteerd …
金鎖kingusari [plantk.] goudenregen; Laburnum anagyroides
金門海峡kinmonkaikyou Golden Gate
金門kanato met metaal versterkte poort; metalen poort
金門kinmon (1) gouden poort; gulden poort; (2) schitterend paleis; (3) Jīnmén [één van de poorten van het Wèiyāng-paleis 未央宮; waar raadslieden van de kroon verzamelden om de Hàn-keizers advies te geven]
金閣寺kinkakuji (1) tempel van het Gouden Paviljoen [officieuze naam van de Rokuonji 鹿苑寺 te Kioto]; (2) tempel van het Gouden Paviljoen [volksnaam van het vierde bedrijf van het jōruri-stuk Gion sairei shinkō ki 祇園祭礼信仰記]
金雀枝 ; 金雀児 ; エニシダ ; エニスダenishida\enisuda [plantk.] gewone brem; ginst; Cytisus scoparius; Genista scoparia
金額kingaku geldsom; som; bedrag; beloop
金髪kinpatsu goudblond haar; blond haar; hoogblond haar
金髪のkinpatsuno goudblond; blond; blondgelokt; lichtharig; goudharig; goudlokkig; blondlokkig; met blond; goudblond haar
金魚kingyo [dierk.] goudvis; Carassius auratus
金魚鉢kingyobachi goudviskom; goudvisglas
金鳳花 ; キンポウゲkinpouge [plantk.] Japanse boterbloem; Ranunculus japonicus
kane (1) metaal; (2) geld; goud
kin (1) goud; [chem.] Au; (2) metaal; (3) goudgeld; goudmunt; [i.h.a.] geld; valuta; (4) [shōgi] gouden generaal; (5) gouddraad; (6) bladgoud; (7) goudkleur [= de kleur █]; (8) teelbal; testikel; (9) jīn [= 4e fase binnen de wǔxíng 五行]; (10) vrijdag; [onmyōdō] metaal-dag; (11) Kim; (12) [Chin.gesch.] Jīn-dynastie (1115-1234); (13) [Chin.gesch.] Latere Jīn-dynastie (1616-1636); (14) karaat [= maatwoord voor goudgehalte]; (a) metaal; ijzerwaren; wapens; (b) goud; goudkleur; (c) karaat; (d) prachtige; waardevolle zaak; (e) geld; centen; valuta; (f) Jīn-dynastie; (g) [shōgi] gouden generaal; (h) [Chin.astron.] jīn [= één der zeven hemellichamen]; (i) [wǔxíng] jīn [i.h.b.] westen; herfst
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.28 sec. jiten.nl: 10 treffers, warandict: 159 treffers (zoekopdracht: '金', strategie: exact). 
2005-2023