RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <頭>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
頭からatamakara (1) van meet af aan; van het begin af aan; (2) botweg; ronduit; [~…ない] helemaal; in het geheel
頭がいいatamagaii een goeie; knappe kop hebben; een goed verstand hebben; een goed stel hersens hebben; goede hersens hebben; slim zijn; schrander zijn; intelligent zijn; scherpzinnig zijn; clever zijn; verstandig zijn; snugger zijn; pienter zijn
頭が上がらないatamagaagaranai (1) in het krijt staan; veel verschuldigd zijn; zeer verplicht zijn; (2) onderdoen voor; niet opgewassen zijn tegen
頭が下がるatamagasagaru z'n pet; petje; hoedje afnemen; vol bewondering zijn; bewonderen; veel respect hebben; enorm onder de indruk zijn
頭が低いatamagahikui bescheiden zijn; nederig zijn; pretentieloos zijn; zonder pretenties zijn; modest zijn
頭が悪いatamagawarui traag van begrip zijn; dom zijn; onintelligent zijn; stom zijn; stompzinnig zijn; hersenloos zijn
頭が痛いatamagaitai (1) hoofdpijn hebben; [inform.] koppijn hebben; (2) kopzorgen hebben; hoofdbrekens hebben; zich het hoofd breken over
頭ごなしatamagonashi [~に叱る] zonder te luisteren naar iemands kant van het verhaal; zonder iem. de kans te geven om het uit te leggen
頭でっかちatamadekkachi (1) iem. met een groot hoofd; iem. met een hoofd dat in verhouding tot de rest van het lijf te groot is; [fig.] waterhoofd; (2) boekengeleerde; theoreticus; [niet alg.] theorist; (3) bovenstuk dat veel te groot is in verhouding tot de rest van de zaak; [~の] topzwaar
頭に来るatamanikuru (1) [酒が~] naar het hoofd stijgen; koppig zijn; (2) in woede ontsteken; driftig worden; ontploffen; uit elkaar barsten van woede; woedend; woest worden; uit z'n vel springen; over de rooie gaan
頭の体操atamanotaisou (1) hersengymnastiek; geheugenoefening; breintraining; hersentraining; het denksporten; (2) hersenbreker; breinbreker; hersenkraker
頭の回転の早いatamanokaitennohayai snel; vlug; slim; rad; [Belg.N.] rap; bijdehand; schrander; snugger; pienter; snedig; alert; wakker; spits; scherp; scherpzinnig; intelligent; ad rem; [arch.] vaardig
頭の皿atamanosara hoofdschedel; schedel; hersenpan; hersenbekken; [form.] bekkeneel
頭の蠅を追うatamanohaewoou ± ieder vege voor zijn eigen deur; ± elk kere voor zijn eigen deur; [gew.] ± als iedereen voor zijn deur veegt; zijn alle straten schoon
頭の鉢atamanohachi hoofdschedel; schedel; hersenpan; hersenbekken; [form.] bekkeneel
頭の骨atamanohone hoofdschedel; schedel; hersenpan; [form.] bekkeneel
頭を下げるatamawosageru (1) het hoofd buigen; neigen; een hoofdbuiging; hoofdneiging maken; (2) [fig.] het hoofd buigen; het hoofd in de schoot leggen; zich onderwerpen; zich gewonnen geven; zich erbij neerleggen; (3) [~に] nederig vragen; verzoeken; smeken; (4) [~に] zich verontschuldigen; z'n excuses; verontschuldigingen aanbieden
頭を使うatamawotsukau je hoofd; hersens; verstand gebruiken; nadenken; denken; de hersens laten werken
頭を冷やせatamawohiyase kalmeer; rustig maar; kalm aan; hou je gedeisd
頭を刈るatamawokaru z'n haar laten knippen
頭を掻くatamawokaku (1) z'n hoofd krabben; in z'n haar krabben; zich achter de oren krabben; (2) [fig.] zich schamen; zich generen
頭を撥ねるatamawohaneru een percentage inhouden; afnemen; afpakken; provisie nemen op; afromen
頭を絞るatamawoshiboru diep; hard; ingespannen nadenken; de hersens inspannen; z'n hersens pijnigen; afpijnigen; zich het hoofd breken; zich suf peinzen
頭出しatamadashi het klaarzetten (op de juiste plek om de gewenste opname af te spelen)
頭割りatamawari hoofdelijke verdeling; omslag; capitatie
頭割りでatamawaride per hoofd; hoofdelijk
頭割りにするatamawarinisuru gelijkelijk delen; verdelen; hoofdelijk omslaan; ieder zijn eigen deel betalen; ieder voor zichzelf betalen
頭取toudori [銀行の] directeur; manager; president
頭字語toujigo acroniem; letterwoord; initiaalwoord
頭巾zukin kap; capuchon
頭打ちatamauchi (1) het bereiken van een plafond; bovengrens; maximum; limiet; verzadigingspunt; [i.h.b.] het ontvangen van het maximumsalaris; (2) [beurst.] het bereiken van een piek; hoogtepunt
頭打ちzuuchi [beurst.] het bereiken van een piek; hoogtepunt
頭数atamakazu (1) aantal mensen; personen; getalsterkte; opkomst; (2) [i.h.b.] quorum
頭数tousuu aantal dieren; stuks
頭文字kashiramoji (1) beginletter; voorletter; eerste letter van een woord; initiaal; (2) hoofdletter; kapitaal; [drukk.; verzameln.] bovenkast
頭株atamakabu leider; leidsman; leidende figuur; leidinggevend persoon; [政党の] partijleider; [会社の] hoofd; directeur
頭痛zutsuu (1) hoofdpijn; [inform.] koppijn; [geneesk.] cefalalgie; (2) hoofdbreken; kopzorg; beslommering; kommernis; muizenis; sores; probleem
頭脳zunou (1) brein; hersens; hersenen; (2) brein; hoofd; verstand; geest; intellect; (3) brein; knappe kop
頭蓋骨zugaikotsu [anat.] schedel; hersenschedel; hersenpan; cranium; neurocranium
頭蓋zugai [anat.] schedel; hersenpan
頭蓋tougai [anat.] schedel; hersenpan
頭角atamakaku [shogi] zet waarbij de loper naar de beginpositie van de koning verplaatst wordt
頭角toukaku hoofd
頭越しatamagoshi [~に] buiten iem. om; buiten iemands weten; zonder dat iem. erin gekend wordt
頭金atamakin (1) aanbetaling; vooruitbetaling; voorafbetaling; (2) sleutelgeld; (3) statiegeld; [Belg.N.; spreekt.] leeggoed; (4) waarborgsom; waarborg; onderpand; securiteit; cautie
頭陀袋zudabukuro (1) bedelzak; pelgrimstas; (2) [boeddh.] halstasje van een overledene; (3) plunjezak; reistas
頭隠して尻隠さずatamakakushiteshirikakusazu ± struisvogeltactiek
頭骨toukotsu hoofdschedel; schedel; cranium; [form.] bekkeneel; [anat.] schedelbeenderen; schedelbenen; os cranii
頭髪touhatsu hoofdhaar; haardos; haar; lokken
頭atama hoofd; [釘の] kop
頭kashira (1) hoofd; kop; (2) hoofdhaar; (3) begin; kop; (4) chef; baas; leider; boss; hoofd; aanvoerder; voorman; ploegbaas; (5) hoofd; kop van een pop; poppenkop; (6) [nō-jargon] langharige pruik; (7) [nō-jargon] aanhef van een stuk; (8) degenknop; knop aan zwaardgevest; (9) radicaal in het topdeel van een kanji; (10) [maatwoord voor mensen; dieren]; (11) [maatwoord voor boeddhistische beelden]; (12) [maatwoord voor leiders (i.h.b. generaals; daimyō)]; (13) [maatwoord voor eboshi-hoofddeksels]
頭tou (1) ~ stuk(s) [kwantor om bep. viervoeters (paarden; runderen; honden e.d.) te tellen]; (2) ~ stuk(s) [kwantor om ceremoniële hoofddeksels; helmen; maskers e.d. te tellen]