
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
zōo・憎惡
(憎悪) zn. haat m.
SUPPLEMENT (trefwoord)
atama ga ii・頭がいい
(ook kort: 頭いい atama ii) uitdr. adj. intelligent; verstandig; scherpzinnig; slim; schrander; ontwikkeld; begaafd; knap. ¶ 彼女は彼と同じくらい頭がいい。 Kanojo wa kare to onaji kurai atama ga ii. Zij is net zo slim als hij. (TTC) ¶ なるほど彼は頭がいいかもしれませんが、よく不注意な誤りをします。 Naruhodo kare wa atama ga ii ka mo shiremasen ga, yoku fuchūi na ayamari wo shimasu. Wel, het zou dan wel zo kunnen zijn dan hij slim is, maar hij maakt vaak fouten door niet op te letten. (TTC) ¶ 俺は大学生ではないが大学生より頭いい。 Boku wa daigakusei de wa nai ga daigakusei yori atama ii. Ik studeer niet, maar ik ben slimmer dan een student. (TTC) ¶ 頭がいいかもしれないが、人間的に嫌われる。 Atama ga ii ka mo shirenai ga, ningenteki ni kirawareru. Kan zijn dat hij [ze] slim is, maar op het menselijke vlak roept hij [ze] afkeer op. (blog)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <afkeer>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ちぇっchixe (1) bah!; pf!; poeh!; foei!; jasses! [uiting van ergernis; misnoegen; minachting; afkeer; ongeloof]; (2) ts [uiting van afkeuring; kritiek; afkeurend tonggeklak]
アレルギーarerugii (1) allergie; (2) [fig.] antipathie; [fig.] afkeer
反感hankan antipathie; afkeer; afkerigheid; ontstemming; vijandigheid; weerzin; aversie; hekel; afgrijzen
嫌いkirai (1) afkeer; tegenzin; antipathie; (2) hatelijk; gehaat; onaangenaam; misselijk; misselijkmakend; ergerlijk; akelig; naar; eng
嫌みiyami (1) hatelijkheid; venijnigheid; nijdigheid; steek; piek; hak; belediging; beschimping; bespotting; grievende; kwetsende; sarcastische opmerking; sarcasme; (2) afkeer; weerzin; (3) onaangenaam; naar; vervelend; [Belg.N.] ambetant; onplezierig; ergerlijk; aanstootgevend; aanstotelijk; odieus; misselijk; [i.h.b.] vrijpostig; brutaal; (4) geaffecteerd; gemaakt; gekunsteld
嫌悪keno haat; afschuw; afkeer; afgrijzen; afschrik; weerzin; aversie; hekel; afkerigheid; tegenzin; [gew.] tegenheid
嫌気iyaki (1) tegenzin; weerzin; afkeer; aversie; hekel; afschuw; walg; walging; degout; (2) [beurst.] baissestemming; pessimisme
嫌気iyake tegenzin; weerzin; afkeer; aversie; hekel; afschuw; walg; walging; degout
嫌iya (1) afkeer; aversie; ergernis; verveling; (2) afkerig; wars; ergerlijk; vervelend; onaangenaam; onplezierig; naar; akelig
抵抗teikou (1) verzet; tegenstand; résistance; tegenweer; weer; [fig.] tegenspel; [veroud.] resistentie; (2) [nat.] weerstand; tegenstand; (3) weerstand; aversie; tegenstreving; onwil; afkeer; tegenzin; […に~がある] een probleem hebben met; zich ongemakkelijk voelen bij
疎ましがるutomashigaru afkeer; weerzin voelen; zich ergeren aan; walgen van; een afschuw hebben van; verafschuwen; verfoeien; een hekel hebben aan; een tegenzin hebben in
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 4 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'afkeer', strategie: exact).
2005-2023