日蘭辭典+

26 resultaten voor ‘alleen’
日蘭辭典 (trefwoord)
bakariばかり
(許り、ばっかり) bw. (1) [凡そ] ongeveer; omstreeks. (s) [のみ] slechts; alleen maar; niet meer dan. (3) [やっと] nu; juist. (4) [さも] als of. (5) [殆んど] bijna; nagenoeg. ¶ 三年許り以前 een jaar of drie geleden. ¶ 一千圓許り ongeveer duizend yen. ¶ あの人にばかり話した ik het het alleen maar aan hem verteld. ¶ ばかりでなく niet alleen ...... maar. ¶ 英語ばかりでなく佛語も話す hij spreekt niet alleen Engelsch maar ook Fransch.
himitsu祕密
(秘密) zn. geheim o. ¶ 祕密geheim; vertrouwelijk; confidentieel; ¶ 祕密に in het geheim; clandestien; stilletjes. ¶ 祕密を洩す een geheim verklappen. ¶ 信書の祕密 briefgeheim. ¶ 祕密會議 zitting met gesloten deuren. ¶ 祕密命令 verzegelde orders. ¶ 祕密文書 geheime brief; vertrouwelijke brief. ¶ 祕密結社 geheim genootschap. ¶ 祕密教 geheime leer; occultisme. ¶ 極く祕密に聞かされたのだ het is mij in het diepste geheim verteld. ¶ 祕密を明した hij nam mij alleen in het vertrouwen.
tada
(ただ、唯、徒、但、常) bw. (1) [單に] alleen maar; slechts. (2) [排他的に] uitsluitend. (3) [無駄に] te vergeefs. (4) [無代] voor niets; om niet; gratis. ¶ 只の enkel; uitsluitend; (無料な) vrij; gratis; gewoon (通常の). ¶ ただ一つの eenig. ¶ 徒人 een gewone man. ¶ 唯の一夜に in een enkelen nacht.
dake
(だけ) bw. (1) [ばかりのみ] alleen maar; slechts; niet meer dan. (2) [相當價値] ter waarde van; een hoeveelheid van; ten minste (少なくも). (3) [程度、範圍] zoo ver als......; hoe meer ...... hoe meer (……すれば其れ). ¶ のペンは是か zijn dit al de pennen uit de doos? ¶ 今度は勘辨してやる voor dezen keer zal ik het door de vingers zien. ¶ 三切手を三下さい geef mij voor drie yen postzegels van drie cent ¶ 彼は知らせねばならぬ hij althans dient te worden ingelicht. ¶ 自由愛する壓世を憎む hij haat verdrukking evenzeer als hij de vrijheid liefheeft. ¶ 高ければ高いよくなる hoe duurder het is hoe beter de kwaliteit. ¶ 軍人zooals een goed soldaat betaamt.
SUPPLEMENT (trefwoord)
aisuru愛する
¶ あなたが好きAnata ga suki yo ♀ Ik hou van je. 君が好きKimi ga suki da ♂ Ik hou van je. ¶ あなただけを愛してる Anata dake wo aishite'ru ♀ Alleen jou heb ik lief! Ik houd alleen van jou! ¶ 君だけを愛してる Kimi dake wo aishite'ru ♂ Alleen jou heb ik lief! ik houd alleen van jou! ¶ 他のも愛してない Hoka no dare mo aishite'nai Er is niemand anders die ik liefheb.
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:Unfea 〈E1:00:03:50〉アンフェア
山路哲夫:「単独行動するな!」雪平夏見:「約束できません。こんな仕事結果全てです。」
Yamaji Tetsuo: ‘Voer geen acties uit op eigen houtje!’ Yukihira Natsumi: ‘Dat kan ik niet beloven. Bij dit werk tellen alleen de resultaten.’ [E1:00:03:50]

RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <alleen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
きりkiri (1) […~] [partikel dat begrenzing; afperking uitdrukt] enkel; slechts; alleen; uitsluitend; de hele tijd; (2) […~…ない] [partikel dat een finaliteit uitdrukt] de laatste keer dat; sedert; sinds; van … af; (3) […~…ない] [partikel dat exclusiviteit; een maximum uitdrukt] niet meer dan
だけdake (1) […~] [drukt mate; omvang uit] wel; maar liefst; zoveel als; (2) […~] [drukt gepastheid uit]; (3) […~] [drukt beperking uit] enkel; alleen; slechts; maar; niet meer dan; niets dan
のみnomi (1) [drukt beperking uit] enkel; alleen; alleen maar; slechts; puur; (2) [drukt bijzondere nadruk uit]; (3) [drukt in zinsfinale positie een concluderende uitspraak met gevoelsnadruk uit] maar; louter; gewoon; niets dan
made (1) […~] [duidt het punt aan tot waar iets reikt; grenst] tot; totdat; tot aan; tot … toe; voordat; (2) […~] [duidt een mate; benadering aan] tot zover; à; (3) […~] [drukt beperking uit] enkel; alleen; slechts; maar; niet meer dan; niets dan; (4) […~] [duidt een extreem voorbeeld aan] zelfs; (5) […~] [duidt bevestiging of nadruk aan]
アレンaren (1) [chem.] alleen; propadieen; (2) Allen; Alleine; Alleyn
一つ ; 1つhitotsu (1) één; eentje; [per] stuk; (2) enkel ~; slechts ~; alleen ~; [met negatie] zelfs geen ~ [suffix dat het voorafgaande substantief beperkt of beklemtoont]; (3) één en hetzelfde; één en dezelfde; een geheel; iets eenders; (4) ten eerste; primo; om te beginnen [gebruikt bij het opgeven van één uit meerdere alternatieven]; (5) eens (even); eens (effen); (6) alstublieft; alsjeblieft [als lichte aandrang bij een verzoek]
一人でhitoride alleen; op z'n eentje; in z'n eentje
一人hitori (1) één persoon; één iemand; eentje; (2) op z'n eentje; in z'n eentje; alleen; zelf; [inform.] in zijn uppie; op eigen houtje; op zijn eigen; solo; (3) [~…ない] niet louter en alleen …; niet enkel …
一手itte (1) [go; shōgi] zet; (2) een stap; maatregel; (3) [~に] alleen; solo; zonder steun
一手hitote (1) [~に] alleen; solo; in z'n eentje; zonder hulp; (2) [go; shōgi] één partij; spelletje; (3) [muz.] één dans; nummer; stuk; (4) één hand; (5) [mil.] één compagnie; team; colonne; (6) [kyūdō] haya- en otoya-pijlen
kai (a) ertussen komen; (b) helpen; assistentie; (c) pantser; harnas; (d) stug; ferm handhaven; (e) alleen; (f) gering
但しtadashi maar; doch; [arch.] edoch; echter; [form.] evenwel; alleen; met dien verstande dat; zij het dat; met dit voorbehoud; dat; mits; onder; op voorwaarde dat; op conditie dat; onder beding dat; vooropgesteld dat; gestipuleerd; dat
単身tanshin alleen; in z'n eentje; onvergezeld; zonder hulp; steun; apart; solo
唯 ; 只 ; 常 ; 徒tada (1) enkel; uitsluitend; puur; zuiver; enig; [inform.] enigst; (2) slechts; louter; enkel; maar; alleen (maar); (3) zo maar; zonder meer; zonder reden; (4) alleen; maar; echter; het enige is; dat; (5) gewoon; alledaags; normaal; algemeen; gebruikelijk; doodgewoon; niet bijzonder; gangbaar; banaal; triviaal; modaal; doorsnee; ordinair; (6) gratis; kosteloos; zonder kosten; vrij; voor niets; belangeloos; franco; [i.h.b.] ongestraft; [i.h.b.] straffeloos
孤独kodoku (1) eenzaamheid; vereenzaming; verlatenheid; alleen-zijn; alleenheid; thebaïde; isolering; isolement; (2) eenzaam; vereenzaamd; verlaten; alleen; solitair
水入らずmizuirazu [~で; の] onder ons; elkaar; in een onderonsje; onder uitsluiting van anderen; zonder buitenstaanders; in ons eentje; alleen; ongestoord
独りhitori (1) single; alleenstaande; vrijgezel; vrijgezellin; (2) op z'n eentje; in z'n eentje; alleen; zelf; [inform.] in zijn uppie; op eigen houtje; op zijn eigen; solo; (3) niet louter en alleen ~; niet enkel ~ [in combinatie met een negatie]
独自dokuji (1) alleen; zelf; individueel; (2) eigen; persoonlijk; authentiek; typisch; karakteristiek
自分でjibunde alleen; zelf; in z'n eentje; in eigen persoon; persoonlijk; hoogstpersoonlijk; [Fr.] en personne; [Fr.; afk.] e.p.; [Lat.] in persona
koro alleen; in z'n eentje
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.51 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 20 treffers (zoekopdracht: 'alleen', strategie: exact). 
2005-2023