
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
zaibutsu・財物
zn. goederen o.mv.; eigendommen o.mv.
wataru・渡る
t.w. (1) [越えて行く] overtrekken; oversteken. i.w. (2) [渡來する] ingevoerd worden. t.w. (3) [及ぶ] bereiken; i.w. zich uitstrekken. i.w. (4) [繼續] duren. (5) [通ずる] goed op de hoogte zijn van; zich thuisvoelen in. (6) [暮す] leven; t.w. doorbrengen. t.w. (7) [川を] oversteken; doorwaden. ¶ 他人の手に渡る in andere handen overgaan. ¶ 二時間に亙る twee uur duren. ¶ 河を渡る rivier oversteken. ¶ 支那から渡った品 een artikel, dat uit China komt.
dan・段
zn. (1) [段階] trap v.; sport (梯子の) v. (2) [行欄] kolom v. (3) [文章の] paragraaf v.; artikel o. (4) [等級] graad m.; rang m.; klasse v. (5) [芝居の] tooneel v.; scene v. ¶ 梯子の頂上の段で op de bovenste sport van de ladder. ¶ 段が違ふ tot een geheel andere klasse behooren; ver uitsteken boven. ¶ 此段念の爲御通知申候 voor alle zekerheid deel ik u deze zaak mede. ¶ 勘平切腹の段 het tooneel, waarin Kanpei zelfmoord pleegt.
kuchi・口
zn. (1) [口] mond m. (2) [言語] taal v. ; woord v. (3) [味感] smaak m. (4) [入口] deur v.; ingang m. (5) [吸口] mondstuk o. (6) [穴] opening v.; gat o. (7) [空位] vacature v.; vacante plaats v.; betrekking v. (8) [人數] aantal personen m. (9) [割前] aandeel o.; portie v.; (10) [部類] soort v.; artikel o.; merk o. ¶ 口を開く den mond opendoen. ¶ 口をきく spreken met. ¶ 口を出す zich mengen in; zich bemoeien met. ¶ 口がすべる zich verspreken. ¶ 口が惡い gemeene taal uitslaan. ¶ 口と腹とは違ふ niet meenen wat men zegt. ¶ 口に合ふ naar den smaak zijn. ¶ 口を探す een baantje zoeken. ¶ 此の口は品切れになりました dit artikel is uitverkocht; deze soort hebben wij niet meer. ¶ 口にて mondeling.
ichiyō・一樣
(一様) zn. gelijkheid v.; gelijksoortigheid v.; eenvormigheid v.; uniformiteit v. ¶ 一樣の gelijksoortig; zelfde. ¶ 一樣の品物 artikelen van dezelfde kwaliteit. ¶ 一樣に op dezelfde manier; gelijkelijk; evenzeer.
ippin・逸品
(逸品) zn. zeldzaam artikel.
SUPPLEMENT (trefwoord)
shōhen・小編
(小篇, 掌編, 掌篇) (zeer) kort verhaal of artikel; verhaaltje, stukje (短編).
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <artikel>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ねたneta (1) materiaal; stof; ingrediënt; (2) fonds; middel; instrument; (3) gegevens; data; informatie; materiaal; (4) goed; waar; spul; artikel; product; (5) apparaat; mechaniek; toestel; instrument; (6) [volkst.] bewijs; spoor; bewijsmateriaal; (7) [Jap.barg.] maaltijd; maal; eten; voedsel; (8) [cul.] sushi-ingrediënt; [i.h.b.] vis
アーティクルaatikuru (1) artikel; stuk; (2) artikel; bepaling
スクラップsukurappu (1) knipsel; krantenknipsel; uitgeknipt stukje; artikel; (2) schroot; oud ijzer
一条ichijou (1) één lijn; streep; baan; striem; straal; streng; sliert; (2) één bepaling; clausule; artikel; passage; (3) die zaak; affaire; dat geval; (4) Ichijō
一項ikkou een bepaling; clausule; punt; artikel; item; onderdeel
不良品furyouhin (1) goederen van mindere kwaliteit; minderwaardig fabrikaat; goed; (2) afgekeurd product; goed; artikel; slechte; ondeugdelijke waar; slecht stuk
代物shiromono (1) ding; geval; spul; [min.] mens; gast; kwibus; [Belg.N.] kwiet; (2) artikel; handelswaar; koopwaar; (3) voorwerp van waarde; (4) koopprijs; prijs; (5) prostituee; (6) knap huwbaar meisje
冠詞kanshi [spraakk.] lidwoord; [w.g.] artikel
収録語shyuurokugo artikel; ingang; lemma; lemma; trefwoord
口kuchi (1) mond; muil; bek; [inform.] bakkes; (2) taal; spraak; woord; (3) smaak; smaakzin; (4) persoon ten laste; mond die gevoed moet worden; (5) openstaande betrekking; vacature; vacante plaats; (6) betrekking; dienstbetrekking; baan; job; aanstelling; (7) mondstuk (van een muziekinstrument); (8) kurk; stop (van een fles); (9) opening; gat; fuit; (10) route; bergpad; riviermonding; estuarium; natuurlijke haven; (11) deur; poort; ingang; uitgang; (12) soort; artikel; merk; (13) begin; (14) gerucht; praatje; verhaal dat de ronde doet; (15) aandeel; actie; effect; portie; (16) opening van een zweer
品物shinamono (1) goed; waar; spul; artikel; [verzameln.] goederen; waren; (2) [i.h.b.] handelsartikel; product
品目hinmoku (1) artikel; item; (2) artikellijst; goederenlijst
品shina (1) goed; waar; spul; [m.b.t. handel] artikel; [verzameln.] goederen; [verzameln.] waren; [i.h.b.] voorraad; (2) kwaliteit; (3) iets; ding; [i.h.b.] gift; [i.h.b.] cadeau; [m.b.t. menu] gerecht
品hin (1) goed; artikel; waar; [cul.] gang; (2) (mate van) verfijning; waardigheid; fatsoen; kwaliteit; oorbaarheid
商品shyouhin handelswaar; koopwaar; handelsartikel; voorwerp van handel; waar; product; artikel; goederen; koopmansgoederen; waren; marktgoederen
寄稿kikou bijdrage; artikel
投書toushyo bijdrage; inbreng; inzending; ingezonden brief; lezersbrief; ingezonden stukken; [i.h.b.] artikel
投稿toukou bijdrage; [i.h.b.] ingezonden stuk; artikel
文章bunshyou (1) zin; passage; locus; plaats; tekst; (2) opstel; artikel; schriftstuk; geschrift; [i.h.b.] stijl
条件jouken (1) stipulatie; artikel; bepaling; beding; voorbehoud; (2) voorwaarde; conditie; modaliteit; vooropstelling; proviso; conditio; [i.h.b.] vereiste; [angl.] termen
条文joubun tekst; artikel; bepaling
条項joukou artikel; clausule; bepaling
条jou (1) [jur.] artikel; wetsartikel; bepaling; (2) straal; streep; lijn; strook; [m.b.t. water] stroompje; [m.b.t. rook] pluim; (3) [maatwoord voor artikels]
物品buppin artikel; koopwaar; handelswaar; product; goed; [verzameln.] goederen; waren
物mono (1) ding; voorwerp; zaak; goed; stuk; artikel; waar; iets; object; brok; spul; materiaal; (2) aangelegenheid; kwestie; historie; affaire; materie; onderwerp; punt; (3) eigendom; bezit; have; goed; (4) kwaliteit; (5) rede; wat redelijk is; (6) -werk; -stuk; (7) -wekkend; -aanjagend; -barend; -gevend; wat ~ veroorzaakt
種目shyumoku (1) item; artikel; post; (2) [sportt.] nummer; onderdeel; (3) [maatwoord voor onderdelen van een sportprogramma]
箇条 ; 個条kajou item; post; punt; artikel; bepaling
見出しmidashi (1) opschrift; titel; rubriek; kop; hoofd; hoofding; hoofdje; kopje; [jur.] intitulé; (2) inhoudsopgave; index; register; (3) ingang; lemma; artikel; titelwoord; trefwoord; steekwoord
見出し語midashigo trefwoord; lemma; artikel; ingang
記事kiji (1) beschrijving; relaas; verslag; bericht; stuk; (2) artikel; nieuwsartikel
話題wadai gespreksonderwerp; onderwerp; gespreksthema; gespreksstof; chapiter; [veroud.] artikel
論文ronbun verhandeling; opstel; essay; scriptie; traktaat; [新聞; 雑誌の] artikel; [Belg.N.] thesis; vertoog
銘柄meigara (1) merk; soort; (2) [beurst.] fonds; artikel
項目koumoku (1) hoofd; hoofding; titel; (2) artikel; clausule; afzonderlijke bepaling in een contract; (3) item; artikel; punt; ingang; lemma; [予算~] post; (4) [maatwoord voor artikels; items]
項kou (1) item; artikel; punt; [jur.] lid; rubriek; (2) [wisk.] term; element; (3) [anat.] achterkant van de nek; nucha; (a) nek; (b) item; punt; (c) [wisk.] term
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 12 treffers, warandict: 35 treffers (zoekopdracht: 'artikel', strategie: exact).
2005-2023