
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
akuhen suru・惡變する
(悪変する) i.w. degenereeren; bederven.
dame・駄目
zn. onmogelijkheid v; nutteloosheid v.; bn. vergeefsch; nutteloos; onbruikbaar; onmogelijk. ¶ 駄目にする bederven; onbruikbaar maken. ¶ 駄目になる mislukken; nutteloos zijn; vergeeefsch zijn. ¶ やって見ても駄目だ we behoeven het niet eens te probeeren. ¶ それは駄目だ dat lukt niet; dat zal niet gaan; dat kan niet; dat mag niet. ¶ 彼はもう駄目だ het loopt mis het hem; er is geen hoop meer voor hem. ¶ とても駄目だから諦めなさい daar er toch niets meer aan te doen is, moet er nu maar in berusten.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <bederven>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ちやほやするchiyahoyasuru veel; overdreven aandacht schenken aan; veel werk maken van; op een voetstuk plaatsen; in de watten leggen; naar z'n zin maken; tegemoet komen aan; z'n zin geven; (al te veel) toegeven aan; vertroetelen; verwennen; bederven; pamperen
乱す ; 紊すmidasu (1) verstoren; storen; in de war brengen; maken; in wanorde brengen; verwarren; verfomfaaien; slordig maken; (2) in verwarring brengen; van z'n stuk brengen; confuus maken; z'n aplomb doen verliezen; van de wijs brengen; (3) [風紀を] bederven; ondermijnen; verpesten
冷ますsamasu (1) afkoelen; koelen; bekoelen; verkoelen; koud laten worden; [fig.] laten antichambreren; (2) temperen; doen bekoelen; [m.b.t. koorts] doen afnemen; [m.b.t. koorts] naar beneden brengen; [m.b.t. koorts] doen zakken; [m.b.t. pret] drukken; [m.b.t. pret] bederven; [m.b.t. pret] vergallen; [uitdr.] een domper zetten op; [uitdr.] een koude douche bezorgen; [uitdr.] een schaduw werpen op
削ぐsogu (1) afpunten; punten; toppen; aftoppen; tippen; trimmen; aftippen; afknippen; bijknippen; afkappen; afsnijden; besnoeien; inkorten; [耳; 鼻を] couperen; (2) [ゴボウを] schuins raspen; (3) [竹を] puntig maken; aanpunten; scherpen; spitsen; (4) [興を] temperen; drukken; bederven; vergallen; doen bekoelen; afzwakken; afstompen; smoren; [意欲を] benemen; [期待を] een domper zetten op; [気勢を] ontmoedigen; neerdrukken; (5) afkorten; bekorten; vereenvoudigen; (6) scherpen; scherp van lijn worden; (7) afwijken; afdwalen; ontaarden
台無しにする ; 台無にする ; 台なしにするdainashinisuru er een potje van maken; verbroddelen; verknoeien; bederven; verbruien; verknallen; doen mislukken; verprutsen; om zeep brengen; helpen; verpesten; vermassacreren; [inform.] verknollen; [inform.] vermodderen; [inform.] verpoedelen; [Belg.N.] verbrodden; [volkst.] verkankelemienen; [vulg.] verkloten; [gew.] verfotsen; [gew.] verneuken; [gew.] veronnutten; [gew.] verpeuteren; [gew.] verprossen
壊す ; 毀すkowasu (1) breken; afbreken; vernietigen; slopen; kapotmaken; stukmaken; kapotslaan; (2) beschadigen; schade toebrengen aan; schaden; (3) uit elkaar halen; uit elkaar nemen; demonteren; ontmantelen; opbreken; afbreken; neerhalen; (4) in de war sturen; in het honderd doen lopen; verknoeien; verpesten; verprutsen; bederven; onbruikbaar maken
変質するhenshitsusuru kwalitatief veranderen; degenereren; ontaarden; verworden; [m.b.t. voeding] bederven; slecht worden; [m.b.t. alchemie] transmuteren
害するgaisuru schaden; kwaad doen; schenden; benadelen; deren; beschadigen; bederven; krenken; afbreuk doen aan; schade berokkenen; letsel toebrengen; aantasten; geen goed doen
御座るgozaru (1) [honoratieve variant van iru] zijn; zich bevinden; bestaan; (2) [honoratieve variant van aru] zijn; zich bevinden; bestaan; hebben; liggen; gelegen zijn; staan; (3) [honoratieve variant van iku en kuru] gaan; komen; zich begeven; (4) [hoffelijkheidsvariant van aru] zijn; hebben; (5) gaan houden van; verliefd worden; (6) bederven; slecht worden; rotten; (7) [腹が~] honger krijgen; trek krijgen; (8) [hoffelijkheidsvariant van aru; iru] zijn; hebben
悪くなるwarukunaru (1) verslechteren; verergeren; erger worden; slechter worden; minder worden; achteruitgaan; verminderen; er niet mooier op worden; fout gaan; mis gaan; achteruitboeren; achteruitsukkelen; [ますます] van kwaad tot erger vervallen; slechter en slechter gaan; (2) slecht worden; bederven; (3) ontregeld raken; stuk gaan
損なう ; 害うsokonau (1) schaden; aantasten; [楽しみを] bederven; vergallen; [感情を] kwetsen; aangrijpen; aanpakken; (2) er niet in slagen te ~; (3) verkeerd ~; mis-; (4) op een haar na ~; bijna ~
甘やかすamayakasu verwennen; vertroetelen; bederven
痛む ; 傷むitamu (1) pijn hebben; pijn doen; zeer doen; (2) beschadigd raken; schade vertonen; versleten raken; (3) rot worden; slecht worden; bedorven raken; bederven; tot bederf overgaan; gekneusd raken; gecorrumpeerd raken
腐るkusaru (1) rotten; verrotten; bederven; tot bederf overgaan; ontbinden; tot ontbinding overgaan; (2) zich neerslachtig voelen; zich gedeprimeerd voelen; zich depressief voelen; down zijn; droefgeestig zijn; (3) gecorrumpeerd zijn; corrupt zijn; bedorven zijn; moreel aangetast zijn; verloederd zijn
腐敗するfuhaisuru (1) bederven; tot bederf overgaan; tot ontbinding overgaan; rotten; verrotten; vergaan; ontbinden; (2) corrumperen; ontaarden; degenereren; verworden; corrupt worden
虫食む ; 蝕むmushibamu (1) wormstekig worden; door houtworm aangetast worden; aangevreten worden; (2) aantasten; aanvreten; bederven; [fig.] ondergraven; ondermijnen
障るsawaru (1) hinderen; storen; belemmeren; (2) [体に] schaden; kwaad berokkenen; slecht zijn voor; bederven; een slechte invloed hebben op; [神経に] werken op
駄目にするdamenisuru bederven; verknoeien; tenietdoen; ongedaan maken; verknallen; verprutsen; verpesten; doen mislukken; te gronde richten; ruïneren; vergallen; een streep halen door; ondersteboven gooien; dwarsbomen; doorkruisen; fnuiken; verijdelen; verstoren; de grond in boren; een puinhoop maken van; naar de knoppen helpen; [vulg.] verkloten
駄目になるdameninaru (1) op niets uitdraaien; uitlopen; tot niets komen; niets worden; niets opleveren; er niets van terechtkomen; in het water vallen; naar de knoppen gaan; naar de maan gaan; naar de bliksem gaan; met een sisser aflopen; misgaan; mislopen; mislukken; ten onder gaan; in de vernieling gaan; [Belg.N.] om zeep gaan; [Belg.N.] naar de vaantjes gaan; [vulg.] naar de kloten gaan; (2) bederven
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 19 treffers (zoekopdracht: 'bederven', strategie: exact).
2005-2023