
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
suki・好
(好き) zn. behagen o.; smaak m.; liefhebber (人) m. ¶ 猫好き iemand, die veel van katten houdt. ¶ 好きな geneigd tot; houden; geliefd; -zuchtig. ¶ 戰爭好きな oorlogzuchtig. ¶ 好きな人 geliefde; iemand van wien men veel houdt. ¶ 好きな樣に zoals men wil; naar verkiezen. ¶ 好き不好きは人の勝手 over smaak valt niet te twisten. ¶ 好きになる zich aangetrokken voelen tot; gaan houden van. ¶ 讀書が好き veel van lezen houden.
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <behagen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
喜ばすyorokobasu behagen; plezieren; verblijden; verheugen; gelukkig maken
喜ばせるyorokobaseru behagen; plezieren; verblijden; verheugen; gelukkig maken
喜びyorokobi (1) vreugde; blijdschap; plezier; genoegen; behagen; genot; lust; vermaak; blijheid; welgevallen; (2) blijde gebeurtenis; blijdschap; (3) gelukwens; felicitatie; heilwens
好むkonomu (1) bevallen; graag hebben; in de smaak vallen; kunnen smaken; aanstaan; behagen; bekoren; (2) houden van; een zwak hebben voor; in de gunst staan bij; in een goed blaadje staan bij; genegenheid hebben voor; (3) genieten van; genot hebben; plezierig vinden; plezier beleven; aangenaam vinden; zijn hart ophalen; leuk vinden; behagen scheppen in; genoegen scheppen in; aan zijn trekken komen; zich amuseren met; zich verheugen over; verheugd zijn; blij zijn; (4) verkiezen; een voorkeur hebben voor; de voorkeur geven aan; prefereren; liever hebben
媚びるkobiru (1) vleien; gunstig stemmen; zich bij iem. in de gunst dringen; in 't gevlij proberen te komen; (2) lief doen; het hof maken; behagen; flirten met
嬉しがらせるureshigaraseru gelukkig maken; plezieren; behagen
快kai (1) welbevinden; genoegen; behagen; genot; plezier; (a) aangenaam; fijn; (b) snel; (c) scherp; (d) ziekteherstel
愉快yukai (1) aangenaamheid; behagen; genoegen; genot; vermaak; behaaglijkheid; vreugde; plezier; schik; pret; aardigheid; leukheid; welgevallen; welbehagen; verblijding; jolijt; (2) aangenaam; prettig; plezierig; leuk; fijn; plezant; genoeglijk; genietelijk; vermakelijk; goed; aardig; jolig; welgevallig; behaaglijk; weldadig; leutig
愉悦yuetsu vreugde; genoegen; genot; plezier; behagen
楽しみ ; 愉しみ ; 楽tanoshimi (1) plezier; pret; vreugde; vermaak; amusement; aardigheid; leukheid; genot; geneugte; schik; lust; genoegen; behagen; [veroud.] verlustiging; leut; (2) verwachting; hoop; blijdschap; [form.] verheugenis; verheuging; dat waar iem. naar uitkijkt; uitziet
楽しむ ; 愉しむtanoshimu (1) genieten (van); plezier beleven (aan); plezier hebben (van; in); het leuk vinden (om); zich vermaken (met); zich amuseren (met); zich vermeien (in); zich verlustigen (in); genot vinden (in); schik; aardigheid hebben (in); behagen; genoegen scheppen (in); (2) ernaar uitkijken; ernaar uitzien [vaak in de constructie ~ o tanoshinde matsu ~を楽しんで待つ]
気に入るkiniiru gelukkig zijn met; blij zijn met; verheugd zijn over; aanstaan; bevallen; behagen; aanspreken; aardigheid krijgen in
Tijd: 0.69 sec. jiten.nl: 4 treffers, warandict: 12 treffers (zoekopdracht: 'behagen', strategie: exact).
2005-2022