
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
ki・氣
(気) zn. (1) [氣力] geest m.; hart o.; ziel v. (2) [氣質] karakter o. (3) [氣分] humeur o.; stemming v. (4) [傾向] neiging v.; geneigdheid v. (5) [注意] zorg v.; aandacht v. (6) [呼吸] adem m. (7) [空氣] lucht v.; atmosfeer v. (8) [蒸氣] damp m.; uitwaseming v.(9) [香氣] smaak m.; geur m. (10) [精氣] ether m. ¶ 氣がある lust hebben; geneigd zijn. ¶ 氣がさす ongerust zijn. ¶ 氣が狂ふ gek worden. ¶ 氣が違って居る niet goedwijs zijn. ¶ 氣がふれる buiten zich zelven zijn; niet wel bij het hoofd zijn. ¶ 氣が長い geduldig. ¶ 氣が拔けた afgetrokken; verstrooid. ¶ 氣が塞ぐ somber gestemd zijn; tobben; (俗) in de put zitten. ¶ 氣が詰まる benauwd zijn. 氣が進む volgaarne; van ganschen harte. ¶ 氣が進まぬ geen zin hebben. ¶ 氣が立って居る opgewonden zijn.¶ 氣が向く geneigd zijn; lust hebben. ¶ 氣が濟まぬ niet op zijn gemak zijn. ¶ 氣が重くなる gedrukt zijn; somber zijn. ¶ 氣が遠くなる bewusteloos worden; bezwijmen; flauw vallen. ¶ 氣が咎める niet op zijn gemak zijn; zelfverwijt gevoelen. ¶ 氣に病む ongerust zijn. ¶ ....... する氣になる er toe komen om; lust krijgen om. ¶ 氣に障る hinderen; ergeren. ¶ 氣の強い stoutmoedig; dapper. ¶ 氣の弱い slap. ¶ 氣の合った gelijkgezind; sympathiek. ¶ 氣のない zouteloos; laf. ¶ 氣の小さい kleinmoedig.¶ 氣の狹い bekrompen; kleinzielig. ¶ 樹の大きい grootmoedig; edelmoedig (寬大); moedig. ¶ 氣の早い driftig; opvliegend. ¶ 氣の好い goedhartig. ¶ 氣の利いた behendig; knap. ¶ 氣の變り易い wispelturig. ¶ 氣を揉む tobben; zich bezorgd maken.¶ 氣をゆるす aandacht laten verslappen; niet goed opletten. ¶ 氣を勵ます moedvatten. ¶ 氣を晴らす zich ontspannen. ¶ 氣を養ふ geest voeden ¶ 氣を失ふ flauw vallen; bewusteloos worden; bezwijmen; bewustzijn verliezen. ¶ 氣を探る polsen. ¶ 氣を變へる van opinie veranderen. ¶ 氣を配る zijn aandacht gevestigd houden op; (俗) in de gaten houden. ¶ 氣を持つ (心をかける) zich wijden aan.¶ 氣を長くする geduld oefenen. ¶ 氣を拔く verslappen. ¶ 氣を落ちつける zijn gedachten verzamelen; tot zich zelven komen. ¶ 氣を落す den moed verliezen; den moed laten zinken. ¶ 氣を負ふ zich laten voorstaan op; prat gaan op. ¶ 氣を惡くする kwalijk nemen. ¶ 人の氣を惡くする iemand’s gevoelens kwetsen. ¶ 氣を利かせる een wenk begrijpen. ¶ 氣を廻す achterdocht koesteren. ¶ 氣を附ける goed opletten; oppassen. ¶ 氣を附け pas op !; geef acht ! (號令). ¶ 氣は心 neem den wil voor de daad; waardeer de goede bedoeling. ¶ 何の氣もなしに zonder eenige (kwade) bedoeling. ¶ 氣に懸けるな trek je er niets van aan ! ¶ あとで氣がついた later viel mij in ....... . ¶ 氣が濟んだ het is mij een pak van het hart.
kokoro・心
zn. hart o.; ziel v.; geest m.; innerlijk o.; inborst v. ¶ 心の狹い kleinzielig; bekrompen. ¶ 心が正しい het hart op de rechte plaats. ¶ 心を合わせ eens van zin. ¶ 心に印す in het hart griffen. ¶ 心を開く zijn hart openleggen. ¶ 心を入かへる zich beteren. ¶ 心から van ganscher harte. ¶ 心は in zijn hart; in den grond. ¶ 人の心を汲む zich verplaatsen in de gevoelens van een ander. ¶ 心ありげの vol beteekenis. ¶ 心をやすめる zich geruststellen. ¶ 心を引く aantrekken; verleiden. 心を落着ける tot bezinning komen. ¶ 心を用ゐる aandacht schenken aan. ¶ 心を盡す zijn best doen. ¶ 心置なく naar hartelust; ronduit (率直に); vrijelijk. ¶ 心の儘に geheel vrijwillig; uit vrijen wil.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <bekrompen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いじましいijimashii (1) kleinzielig; kleingeestig; enggeestig; bekrompen; (2) vrekkig; gierig; pinnig; (3) zielig; miserabel
けちkechi (1) tegenspoed; ongeluk; pech; ongelukkig toeval; ongelukkige gebeurtenis; slecht voorteken; domper; koude douche; (2) vitterij; muggenzifterij; haarkloverij; kleingeestige kritiek; (3) gierigheid; vrekkigheid; schraperigheid; inhaligheid; karigheid; krenterigheid; overdreven zuinigheid; (4) kleinzieligheid; bekrompenheid; benepenheid; kleingeestigheid; pietluttigheid; krenterigheid; (5) gemeenheid; laagheid; vunzigheid; vuilheid; smerigheid; valsheid; (6) gierig; vrekkig; schraperig; inhalig; karig; krenterig; overdreven zuinig; (7) kleinzielig; bekrompen; benepen; kleingeestig; pietluttig; krenterig; (8) gemeen; laag; vuns; vuil; smerig; vals
けちなkechina (1) gierig; vrekkig; schraperig; inhalig; karig; krenterig; overdreven zuinig; (2) kleinzielig; bekrompen; benepen; kleingeestig; pietluttig; krenterig; (3) gemeen; laag; vuns; vuil; smerig; vals
こせこせしたkosekoseshita (1) onrustig; zenuwachtig; druk; ongedurig; rusteloos; (2) precies; meticuleus; stipt; punctueel; pietepeuterig; (3) moeilijk; kieskeurig; pietluttig; overdreven; kleingeestig; kleinzielig; bekrompen
偏狭henkyou (1) bekrompen; kleingeestig; kortzichtig; enghartig; vooringenomen; kleinsteeds; provinciaal; intolerant; (2) nauw; eng; begrensd; krap; beperkt; gelimiteerd
度量の狭いdoryounosemai bekrompen; kleingeestig; enggeestig; enghartig; kleindenkend; kleinzielig; benepen; geborneerd
手狭tezema krap; kleinbehuisd; bekrompen; benauwd; te klein
狭いsemai (1) smal; eng; nauw; krap; benauwd; beperkt; gelimiteerd; [m.b.t. schaal; afmeting] klein; (2) bekrompen; benepen; onliberaal; kleingeestig; enggeestig; enghartig; kleindenkend
狭苦しいsemakurushii te krap; te nauw; bekrompen; benauwd; eng; poky
狭量kyouryou (1) bekrompenheid; kleingeestigheid; enggeestigheid; benepenheid; kleinzieligheid; enghartigheid; (2) bekrompen; kleingeestig; enggeestig; benepen; kleinzielig; enghartig
窮屈kyuukutsu (1) te strak; te krap; te nauw; spannend; knellend; (2) stijf; stijfdeftig; star; stug; rigide; onbuigzaam; bekrompen; kleingeestig; (3) ongemakkelijk; oncomfortabel; niet lekker; niet op zijn gemak; (4) [m.b.t. budget] zeer beperkt; krap; benepen
窮屈なkyuukutsuna (1) strak; krap; nauw; smal; eng; benauwd; beperkt; gelimiteerd; spannend; knellend; kleinbehuisd; [~衣類] nauwsluitend; strakgespannen; (2) stijf; stijfdeftig; vormelijk; gereserveerd; stroef; star; stug; precies; rigide; gestreng; strikt; punctueel; rigoureus; onbuigzaam; bekrompen; kleingeestig; (3) ongemakkelijk; oncomfortabel; opgelaten
齷齪とakusekuto (1) pietluttig; kleingeestig; enghartig; bekrompen; geborneerd; kneuterig; kortzichtig; (2) noest; vlijtig; naarstig; ijverig; onverdroten; [veroud.] noestig
齷齪akuseku (1) noest; vlijtig; naarstig; ijverig; onverdroten; [veroud.] noestig; (2) pietluttig; kleingeestig; enghartig; bekrompen; geborneerd; kneuterig; kortzichtig
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 2 treffers, warandict: 14 treffers (zoekopdracht: 'bekrompen', strategie: exact).
2005-2023