日蘭辭典+

20 resultaten voor ‘beroep’
日蘭辭典 (trefwoord)
shokugyō職業
zn. beroep o.; bedrijf o.; werk o.; vak o.; kostwinning v.; (俗) baantje o.; ¶ 職業紹介所 arbeidsbureau; arbeidsbeurs. ¶ 自由職業 vrij beroep.
akinai
(商い) zn. (1) [商賣] handel m.; zaak v. (2) [職業] beroep o.; bedrijf o.
kōso控訴
zn. appel o. ¶ 控訴する appel aanteekenen; in appel gaan. ¶ 控訴院 Hof van Appel. ¶ 控訴人 appellant.
shigoto仕事
zn. werk o.; arbeid (勞働) m.; taak () v. ¶ 仕事をする werken. ¶ 仕事日 werkdag. ¶ 仕事賃 werkloon; arbeidsloon. ¶ 仕事著 werkpak. ¶ 仕事嫌ひ arbeidschuw. ¶ 仕事werker. ¶ 針仕事 naaiwerk.
shōbai商賣
(商売) zn. (1) [商業] handel m. (2) [取引] transactie v. (3) [職業] bedrijf o.; beroep o. ¶ 商賣始める een zaak opzetten. ¶ 商賣をして居る zaken doen; in zaken zijn. ¶ 酒商賣をする handelen in spiritualiën. ¶ 商賣止める zich uit de zaken terugtrekken. ¶ 商賣する handel drijven; zaken doen; in den handel zijn. ¶ 商賣concurrent. 商賣handelaar; koopman. ¶ 商賣振 wijze van zaken-doen.
waza
(技、伎) zn. (1) [所] daad v.; handeling v.; werk o. (2) [職業] beroep o. (3) [技術] kunstgreep m.; kunstje o. ¶ それ容易ではない het is geen gemakkelijke taak. ¶ 人間業とは思へない geen menschenwerk; wonder. ¶ 彼奴のしたに相違ない natuurlijk heeft hij dat gedaan.
jūji從事
(従事) zn. bezigheid v.; bedrijf o. ¶ 從事する bezig zijn met; bedrijven; verrichten. ¶ 從事して居ますか wat is zijn beroep?
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <beroep>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
上訴jouso [jur.] (hoger) beroep; appel
仕事shigoto (1) werk; arbeid; karwei; klus; taak; affaire; zaak; opgave; bezigheid; werkzaamheid; (2) werk; baan; job; beroep; betrekking; emplooi; (3) [nat.; techn.] arbeid
商売shyoubai (1) handel; zaak; nering; bedrijf; commercie; zaken; het zakenleven; het zakendoen; koophandel; koopmanschap; business; affaire; (2) beroep; werk; vak; branche; [Belg.N.] stiel
嘆願tangan smeekbede; bede; dringend verzoek; aanroeping; smeking; rekest; supplicatie; oproep; beroep; [i.h.b.] petitie
所作shyosa (1) daad; handeling; (2) houding; gedrag; gedraging; gesticulatie; postuur; [演技の] acteerwerk; optreden; pantomimiek; (3) [kabuki] dansbeweging; dans; (4) [boeddh.] karma; (5) werk; beroep
抗告koukoku [jur.] aanklacht; klacht; reclame; beklag; appel; beroep; verzet; protest; doleantie
抗告するkoukokusuru [jur.] een aanklacht; klacht; reclame; beklag indienen; in beroep gaan; appelleren; beroep; appel; verzet; protest aantekenen; verzet doen; protesteren; in doleantie gaan; doleren; een bezwaarschrift indienen
gyou (1) roeping; beroep; (2) industrie; onderneming; (3) studies; (4) gedrag; uitvoering
生業seigyou beroep; werk; vak
稼業kagyou beroep; werk; vak; beroepsbezigheid; baan; job; stiel; metier
shyoku (1) werk; baan; job; post; emplooi; (2) ambt; functie; dienst; betrekking; officie; positie; [form.] officium; [高い~] waardigheid; (3) vak; beroep; metier; ambacht; [niet alg.] stiel; [i.h.b.] vaardigheid; [i.h.b.] vakkundigheid
職業shyokugyou beroep; vak; metier; professie; betrekking; ambacht; werk; baan; job; [niet alg.] stiel; [fig.] roeping
訴えuttae (1) [jur.] proces; rechtsgeding; geding; rechtszaak; zaak; (gerechtelijke) actie; rechtshandeling; gerechtelijke stappen; rechtsvordering; (2) [jur.] appel; klacht; aanklacht; beschuldiging; accusatie; tenlastelegging; telastlegging; (3) [jur.] eis; aanvraag; aanvrage; (4) klacht; grief; ontevredenheidsbetuiging; verzuchting; bezwaar; (5) beroep; verzoek; oproep; bede
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 7 treffers, warandict: 13 treffers (zoekopdracht: 'beroep', strategie: exact). 
2005-2023