日蘭辭典+

16 resultaten voor ‘binden’
日蘭辭典 (trefwoord)
sokubaku束縛
zn. beperking v.; vastbinding v. ¶ 束縛する binden; beperken; in zijn bewegingen belemmeren. ¶ 束縛を脱する zich vrij maken; de boeienslaken.
ushiro
(ろ) zn. achterkant o. ¶ van achteren; achter. ¶ から van achteren. ¶ へ naar achteren. ¶ を顧みる omkijken. ¶ を見せる er van door gaan; zijn hielen laten zien. ¶ achterste; achter-. ¶ 車輪 achterwiel. ¶ achterpoot. ¶ 合せ rug aan rug; ruggelings. ¶ 楯 dekking in den rug; steun; ruggesteun. ¶ achterkant. ¶ 手に縛る handen op den rug binden.
hyōshi表紙
zn. boekband m.; boekomslag m. ¶ 表紙を附ける inbinden. ¶ 革表紙の in leder gebonden boek; boek met leeren band.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <binden>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
因むchinamu (1) verband houden met; betrekking hebben op; in relatie staan tot; met; gerelateerd zijn aan; te maken hebben met; (2) binden; gebonden zijn aan; een band smeden; (3) omgaan met; intiem zijn met
拘束するkousokusuru (1) beperken; aan banden leggen; beknotten; beteugelen; binden; (2) in hechtenis houden; gevangenhouden; vasthouden
括るkukuru (1) binden; vastbinden; vastmaken; bundelen; (2) [首を] zich verhangen; (3) [かっこで] tussen haakjes zetten; plaatsen; (4) [収支を] vereffenen; verrekenen; afsluiten; salderen
結うyuu (1) [髪を] opbinden; opsteken; opmaken; kappen; doen; (2) samenbinden; bijeenbinden; (3) verstellen; oplappen; hechten; boeten; (4) binden; verbinden; aaneenrijgen
結ぶ ; 掬ぶ (bet. 4)musubu (1) binden; verbinden; vastbinden; dichtbinden; [紐を〜]knopen; dichtknopen; vastknopen; vastleggen; vastmaken; samenbrengen; voegen; samenvoegen; verenigen; aanbinden; aaneenvoegen; aaneensluiten; aansluiten; aaneenschakelen; koppelen; samenkoppelen; in verband brengen; relateren; (2) vormen; maken; [vrucht] dragen; [vriendschap enz.] sluiten; [betrekkingen enz.] aanknopen; [een coalitie enz.] aangaan; [de handen enz.] ineenslaan; [een contract enz.] afsluiten; (3) beëindigen; besluiten; afsluiten; (4) met de handen [water enz.] scheppen; met de handen opscheppen; (5) [実を〜] vruchten dragen
綴じるtojiru [boekdr.] binden; innaaien; brocheren; insteken
綴じ合わせるtojiawaseru aaneenhechten; aan elkaar hechten; [boekdr.] binden; [boekdr.] bijeenbinden
綴るtsuzuru (1) binden; rijgen; verbinden; aaneenrijgen; (2) schrijven; opstellen; maken; samenstellen; (3) spellen
baku (1) hechtenis; aanhouding; arrestatie; (2) band; binding; gebondenheid; (3) [boeddh.] gehechtheid; bandha; (a) binden; met touwen vastbinden; (b) vasthouden; gevangen houden
縛り付けるshibaritsukeru (1) vastbinden; vastmaken; vastknopen; vasthechten; (2) aan banden leggen; binden; beperken; beteugelen; kluisteren
縛るshibaru (1) vastbinden; binden; bijeenbinden; samenbinden; opbinden; knevelen; knopen; sjorren; vastsjorren; vastknopen; vastmaken; vastleggen; vastsnoeren; [zeew.] beleggen; [m.b.t. scheepv.] seizen; dichtbinden; dichtsnoeren; dichtrijgen; [m.b.t. wonde] verbinden; afbinden; (2) [fig.] binden; [fig.] inbinden; beperken; [fig.] knevelen; [fig.] kluisteren; [fig.] boeien; [fig.] ketenen; beknotten; [uitdr.] de handen binden; [uitdr.] aan banden leggen
装丁する ; 装釘する ; 装幀するsouteisuru (1) [本を] boekbinden; binden; (2) boeken ontwerpen
製本するseihonsuru boekbinden; binden
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 13 treffers (zoekopdracht: 'binden', strategie: exact). 
2005-2023