
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
ā・ああ
tw. o!; ach!; helaas! allemachtig! ¶ ああうれしい wat ben ik blij! ¶ ああ恐かった allemachtig, wat ben ik geschrokken. ¶ ああ彼に再び逢へまい helaas, ik zal hem wel nimmer wederzien.
donna・どんな
vnw. wat voor?; wat voor soort?; welk soort van?; bw. hoe. ¶ どんな譯で waarom? ¶ どんなでも welke ook; ¶ どんなにも hoe zeer ook. ¶ どんなにしても in elk geval; hoe het ook zij; wat er ook gebeure. ¶ 彼はどんな人か wat is hij voor een man? ¶ 御商買の方は此頃どんなです hoe staat het met de zaken tegenwoordig? ¶ どんなに彼は嬉しいだらう wat zal hij blij zijn!
SUPPLEMENT (trefwoord)
shikata ga nai・仕方がない
(uitdr.) niet anders kunnen dan…; het is onvermijdelijk dat…; niet kunnen verdragen dat…; niets aan kunnen doen dat…. NB Na de attributieve vorm (連体形) van een werkwoord volgt steevast より yori. ¶ 仕方がないよ。 Shikata ga nai yo. We hebben geen keus.; Er valt niets aan te doen.; Niks aan te doen. (TTC) ¶ 今日は月曜日なのに、日曜日のような気がして仕方がない。 Kyō wa getsuyōbi na no ni, nichiyōbi no you na ki ga shite shikata ga nai. Hoewel het maandag is kan ik het gevoel dat het zondag is maar niet kwijtraken. (TTC) ¶ 彼を待つより仕方がない。 Kare wo matsu yori shikata ga nai. We kunnen alleen maar op hem wachten. 彼はやめるほか仕方がない。 Kare wa yameru hoka shikata ga nai. Hij had geen nadere keuze dan af te treden. (TTC) ¶ 彼の計画に同意するよりほかに仕方がない。 Kare no keikaku wo dōisuru yori haka ni shikata ga nai. We hebben geen andere keuze dan in te stemmen met zijn plan. (TTC) ¶ 私たちはこのままやっていくより仕方がない。 Watachitachi wa kono mama yatte iku yori shikata ga nai. We kunnen alleen maar (op gelijke wijze) doorgaan. (TTC) ¶ 行くより他に仕方がない。 Iku yori hoka ni shikata ga nai. We hebben geen andere keus dan te gaan.; We moeten wel gaan. そんなに健康のことを心配しても仕方がない。 Sonna ni kenkō no koto wo shinpaishite mo shikata ga nai. Het heeft geen zin je zoveel zorgen te maken over je gezondheid. (TTC) ¶ 彼女はうれしくてうれしくて仕方がない。Kanojo wa ureshikute ureshikute shikata ga nai. Ze was dolblij. (TTC)
seikai・正解
(znw) (1) het juiste antwoord; de juiste verklaring [interpretatie]; correct; juist; goed. ¶ 正解をまるで囲みなさい。 Seikai wo maru de kakominasai. Omcirkel het juiste antwoord alsjeblieft. (TTC) ¶ そっか!!それが正解だよね Sokka! Sore ga seika da yo ne! Ja toch! Zo is het toch! (twitter) (2) (als evaluatie achteraf) de juiste beslissing; de juiste keuze. ¶ 雨がどんどんひどくなっていく。今日は出かけなくて正解だった。 Ame ga dondon hidoku natte iku. Kyō wa dekakenakute seikai datta. De regen wordt steeds erger. Ik ben blij dat we niet weg zijn gegaan. (yamasv)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <blij>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いそいそisoiso [~と] vreugdevol; blij; opgewekt; met voorpret
いそいそとisoisoto vreugdevol; blij; opgewekt; met voorpret
お目出度いomedetai (1) heuglijk; blij; heerlijk; gelukkig; fortuinlijk; door geluk begunstigd; gunstig; genadig; gelukwensen waard; (2) veelbelovend; (3) goedaardig; onschuldig; sullig; idioot; onnozel; naïef; belachelijk; dwaas; niet goed wijs
どきんとdokinto (1) verrast; verbluft; geschrokken; (2) verschrikt; ontzet; geschokt; (3) met kloppend; bonzend hart; gespannen; bezorgd; ongerust; bekommerd; verontrust; (4) verheugd; blij; (5) vol verwachting
ハッピーhappii (1) huppie [= kruising tussen een hippie en een yuppie]; (2) gelukkig; blij
元気genki (1) energie; vitaliteit; levenskracht; fut; pit; pittigheid; veerkracht; kracht; (2) geestkracht; wilskracht; energieke vastbeslotenheid; (3) gezondheid; welzijn; kracht; energie; (4) moed; dapperheid; flinkheid; onverschrokkenheid; vermetelheid; vuur; kloekheid; (5) vrolijkheid; opgeruimdheid; blijheid; lichte stemming; (6) energiek; levendig; vol levenskracht; vol fut; pittig; veerkrachtig; krachtig; (7) vol van geestkracht; vol van wilskracht; vastbesloten; vastberaden; vast van wil; kordaat; (8) gezond; niet ziek; verkerend in een toestand van fysiek en psychisch welbevinden; verkerend in een toestand van volkomen welzijn; (9) moedig; dapper; onverschrokken; koen; flink; vermetel; vol vuur; kloek; (10) vrolijk; opgeruimd; in lichte stemming; blij
元気なgenkina (1) energiek; levendig; levenslustig; pittig; krachtig; veerkrachtig; (2) vastbesloten; vastberaden; wilskrachtig; kordaat; (3) gezond; kloek; stevig; welvarend; (4) moedig; dapper; onverschrokken; koen; flink; vermetel; (5) vrolijk; opgeruimd; blij
喜んでyorokonde blij; verheugd; met vreugde; met genoegen; met (alle) plezier; graag; gaarne; zeer genegen; geenszins afkerig; goedschiks; niet ongaarne; zonder morren; van ganser harte
嬉しいureshii (1) [m.b.t. persoon] blij; verheugd; gelukkig; vrolijk; in de wolken; (2) [m.b.t. bericht; gebeurtenis etc.] heuglijk; verheugend; tot blijdschap stemmend
幸せな ; 仕合せなshiawasena (1) gelukkig; blij; tevreden; (2) fortuinlijk; gelukkig; boffend
有り難いarigatai (1) welkom; dankbaar; waardevol; fijn; (2) gelukkig; gezegend; heuglijk; blij; [veroud.] blijde; (3) genadig; mild; weldadig
浮き浮きukiuki (1) [~と] opgewekt; vrolijk; luchthartig; blij; lustig; monter; dartel; (2) [~した] opgewekt; vrolijk; luchthartig; blij; lustig; monter; dartel; happy
生き生きと ; 活き活きとikiikito (1) levendig; springlevend; op levendige wijze; fris; lustig; kwiek; vief; energiek; dartel; bezield; geanimeerd; (2) vrolijk; dartel; opgeruimd; blij; in lichte stemming; uitgelaten
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 8 treffers, warandict: 13 treffers (zoekopdracht: 'blij', strategie: exact).
2005-2023