日蘭辭典+

41 resultaten voor ‘dan’
日蘭辭典 (titelwoord)
dan
zn. (1) [段階] trap v.; sport (梯子の) v. (2) [行欄] kolom v. (3) [文章の] paragraaf v.; artikel o. (4) [等級] graad m.; rang m.; klasse v. (5) [芝居の] tooneel v.; scene v. ¶ 梯子の頂上の段で op de bovenste sport van de ladder. ¶ 段が違ふ tot een geheel andere klasse behooren; ver uitsteken boven. ¶ 此段念の爲御通知申 voor alle zekerheid deel ik u deze zaak mede. ¶ 勘平切腹の段 het tooneel, waarin Kanpei zelfmoord pleegt.
dan

zn. (1) [男子] man m. (2) [息子] zoon m. (3) [爵] baron m.

日蘭辭典 (trefwoord)
amari餘り
(余り) vz. & bw. (1) [より以上] meer dan; over; boven. (2) [過度に] te; al te; tezeer; erg; over. (3) [差程] zeer; bijzonder; zoozeer......, dat; zoo......dat. ¶ 餘り……ない niet erg; niet zeer; niet bijzonder; zelden. ¶ 餘り高くて手が屆かぬ zoo hoog, dat men er niet bij kan. ¶ そりゃあんまりだ dat is een beetje te erg.
ashikake足掛け
zn. (1) [自轉車、オルガン等の] pedaal o. (2) [電車等の] trede v.; treeplank v. ¶ 足掛三年 in het derde jaar; meer dan twee jaar.
akiaki suru厭々する
(厭き厭きする) i.w. meer dan genoeg hebben van; walgen van; bn. vervelend; vervelend; stomvervelend.
to
vw. (1) [及び] en. bw. (2) [さうすると] dan. (3) [假定] indien; als. vz. (4) [一緖に] met. (5) [丁度其時] wanneer; zoodra; toen. ¶ 犬と猫 honden en katten. ¶ 英國との同盟 verbond met Engeland. ¶ 友達と別れる scheiden van zijn vrienden. ¶ 食事が終わると als we klaar zijn met eten; zoodra het eten afgelopen is. ¶ あの人が君の叔父さんと思った ik zag dien man voor je oom aan; ik dacht, dat het je oom was.
soshiteそして
vw. en; bw. en toen; dan; daarop; zoodoende.
sayō左樣
(左様) bw. (1) [其通り] zoo; op die wijze. (2) [然り] inderdaad; ja. ¶ 左樣ならば als dat zoo is; wel, dan ........ ¶ 左樣な zulk; zoodanig.
yoriより
vz. (1) [から] van; sedert; sinds. vw. (2) [比較] dan. ¶ より van nu af aan. ¶ より買ふ iets van iemand koopen. ¶ より二十まで van tien tot en met twintig. ¶ を出てより sinds wij uit het vaderland zijn weggegaan. ¶ よりビール好む meer van bier houden dan van ‘‘sake.’’ ¶ これより入るからず verboden toegang.
otoru劣る
i.w. achterstaan bij; minder zijn dan; niet aan kunnen. ¶ 劣らぬ niet onderdoen voor; even goed zijn als.
sasurebaさすれば
bw. dan; in dat geval; als dat zoo is.
hatashite果して

(果たして) bw. zooals te verwachten was; en inderdaad. ¶ 果して然らば in dat geval; als dat zoo is, dan.

SUPPLEMENT (trefwoord)
atama ga ii頭がいい
(ook kort: 頭いい atama ii) uitdr. adj. intelligent; verstandig; scherpzinnig; slim; schrander; ontwikkeld; begaafd; knap. ¶ 彼女と同じくらい頭がいい。 Kanojo wa kare to onaji kurai atama ga ii. Zij is net zo slim als hij. (TTC) ¶ なるほどは頭がいいかもしれませんが、よく不注意な誤りをします。 Naruhodo kare wa atama ga ii ka mo shiremasen ga, yoku fuchūi na ayamari wo shimasu. Wel, het zou dan wel zo kunnen zijn dan hij slim is, maar hij maakt vaak fouten door niet op te letten. (TTC) ¶ は大学生ではないが大学生より頭いい。 Boku wa daigakusei de wa nai ga daigakusei yori atama ii. Ik studeer niet, maar ik ben slimmer dan een student. (TTC) ¶ 頭がいいかもしれないが、人間的に嫌われる。 Atama ga ii ka mo shirenai ga, ningenteki ni kirawareru. Kan zijn dat hij [ze] slim is, maar op het menselijke vlak roept hij [ze] afkeer op. (blog)
shidōsha指導者
zn. (een, de) leider; (een, de) aanvoerder; (een, de) gids; (een, de) mentor; (een, de) coach; ¶ 彼女よりも優れた指導者だ。 Kanojo wa kare yori mo sugureta shidōsha da. Zij is een betere leider dan hij is. (TTC) ¶ 彼らは盲目的に指導者に従った。Karera wa mōmokuteki ni shidōsha ni shitagatta. Ze volgden blindelings hun leider. (TTC)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <dan>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
さてはsateha (1) bovendien; daarenboven; daarbij; wat meer is; en ook (nog); en zelfs; voorts; verder; tevens; (2) dus; dan; in dat geval; [Belg.N.] zodus; (3) nou; welnu; trouwens; overigens; (4) zo; aldus; [veroud.] alzo; op die wijze
さらばsaraba (1) als dat zo is; als dat waar is; zo ja; in dat geval; mocht dat het geval zijn; dan; alsdan; (2) en; zo; zodoende; (3) [~…ない] toch; maar intussen; ondertussen; met dat al; niettemin; evengoed; niettegenstaande dat; desondanks; desalniettemin; (4) vaarwel; tot ziens; adieu; tot weerziens; [form.] vale
じゃあjaa (1) dan; dus; nou (dan); in dat geval; als het zo zit; als dat zo is; (2) nu goed; okay dan; wel; nou (dan); welnu; ziezo; zo [inform.; ter uitdrukking van de aanvang of beëindiging van een handeling]; (3) dag; dááág; de groeten; nou tot ziens; gegroet; tot kijk; tot spoedig; tot gauw; tot later; [inform.] doei; [inform.] tsjuus; [inform.] de mazzel; [inform.] doeg; [inform.] tabee; [inform.] adé; [inform.] aju; [inform.] ajuus; [inform.] saluut(jes) [als afscheidsgroet; gevolgd door ne ね]
じゃja (1) dan; dus; nou (dan); in dat geval; als het zo zit; als dat zo is; (2) nu goed; okay dan; wel; nou (dan); welnu; ziezo; zo; (3) in; te [inform.; m.b.t. een plaatsaanduiding]; (4) qua; inzake; voor (zover); wat ~ betreft; wat ~ aangaat; als het op ~ aankomt; waar het ~ betreft; als het op ~ aankomt [inform.]; (5) afgaande op; naar ~ te oordelen; volgens ~ [inform.]; (6) bij [regen enz.]; met; voor [zo'n luttel bedrag enz.] [inform.; m.b.t. beding]; (7) me dunkt; dat ~ [elliptisch voor de informele uitgang ja nai n darō ka じゃないんだろうか]; (8) [onderdeel van de informele negatieve constructie ~ ja (~) nai ~じゃ(~)ない; blijft onvertaald]; (9) dag; dááág; tot ziens; tot kijk; doei; tsjuus; doeg [als afscheidsgroet; gevolgd door ne ね]
するとsuruto (1) (net; en) toen; (net) op dat moment; waarna; waarop; vervolgens; daarop; daarna; (2) in dat geval; dus; dan; mocht dat het geval zijn; in casu quo; als dat zo is; zo ja; [arch.] alsdan
そこでsokode (1) dan; aldus; dus; daarom; zodoende; vandaar; [form.] derhalve; daardoor; bijgevolg; (2) nu dan; welnu; nou; en dan nu; (3) dan; op dat ogenblik; moment; toen
そしてsoshite en; (en) dan; en toen
その頃sonokoro destijds; in die dagen; tijd; periode; op zekere dag; op dat ogenblik; moment; toen; dan; toentertijd; toenmaals
だったらdattara mocht dat het geval zijn; als dat klopt; als dat waar is; als het zo is; zo ja; dan
ではdeha (1) [conclusief voegwoord] dan; dus; nou dan; in dat geval; als het zo zit; als dat zo is; (2) [drukt een begin- of eindpunt uit] nu goed; okay dan; wel; nou dan; welnu; ziezo; zo
よりyori (1) [form. partikel dat een beginpunt aanduidt] van; vanaf; vanwege; van … af (aan); met ingang van; uit; vanuit; sinds; sedert; (2) [partikel dat een referentiepunt aanduidt waarmee vergeleken wordt] dan; behalve; buiten
其の時sonotoki toen; in die tijd; op dat moment; dat (bepaalde) ogenblik; dat tijdstip; dan; destijds; indertijd; toentertijd; toenmaals; te dien tijde
其れからsorekara (1) (en) daarna; (en) toen; daarop; dan; vervolgens; verder; nadien; (2) van toen af; sedertdien; sindsdien; (3) en
其れではsoredeha (1) dus; dan; in dat geval; (2) wel; okay dan; nu goed; nou (dan); welnu; ziezo; zo [ter uitdrukking van de aanvang of beëindiging van een handeling]; (3) tot dan; tot ziens; dag [als afscheidsgroet]
其れならsorenara dan; in dat geval; mocht dat het geval zijn; (dan) ~; als dat zo is; zo ja
即ち ; 則ち ; 乃ち ; 輒ち ; 便ちsunawachi (1) namelijk; met andere woorden; ofwel; oftewel; dat is; te weten; dat wil zeggen; dat betekent; en wel; wel te verstaan; tenminste; id est; hoc est; videlicet; [afk.] nl.; [afk.] m.a.w.; [afk.] d.i.; [afk.] t.w.; [afk.] d.w.z.; [afk.] i.e.; [afk.] h.e.; [afk.] vdt.; (2) net; precies; juist; krek; exact; helemaal; niets dan; alleen maar; zonder meer; (3) (en) dan; vervolgens; (meteen) daarop; (onmiddellijk) daarna
dan groep mensen; gezelschap; stel; troep; [i.h.b.] bende; [i.h.b.] gang
dan (1) platform; verhoging; [Belg.N.] verhoog; (2) podium; estrade; rostrum; (3) [boeddh.] maṇḍala; (a) verhoogde plaats; (b) kringen; scene; wereld
引き続きhikitsuzuki (1) ononderbroken; continu; onophoudelijk; onafgebroken; doorlopend; zonder ophouden; zonder te stoppen; voortdurend; constant; aan één stuk door; nonstop; (2) daarna; daaropvolgend; vervolgens; aansluitend; dan
dan (1) [maatwoord voor kogels; granaten; beschietingen; salvo's]; (a) kogel; (b) rek; vering; (c) tokkelen; (d) knip met de vingers; (e) aan de kaak stellen; betichten
後 ; 后nochi (1) na; erna; later; nadien; achterna; naderhand; achteraf; dan; (2) hierna; [form.] nadezen; hierop; [i.h.b.] na dit leven
dan (1) beslissing; uitspraak; beschikking; (a) afsnijden; doorsnijden; verbreken; (b) onderbroken worden; ophouden met; (c) beslissen; (d) altijd; beslist
旦那 ; 檀那danna (1) meester; heer; baas; mijnheer; meneer; (2) iems. echtgenoot; iems. man; (3) mainteneur; beschermheer; patroon; (4) [als aanspreektitel] mijnheer; meneer
次いでtsuide (1) vervolgens; dan; daarna; nadien; spoedig daarop; secundo; ten tweede; (2) […に~] aansluitend op; volgend op; direct na; meteen na; (3) […に~] op … na
dan (1) trap; trede; sport; stap; opstapje; opstap; (2) dan; sterktegraad; meestergraad; graad; klasse; rang; niveau; [fig.] kaliber; (3) schap; plank; laag; verdieping; etage; (4) rubriek; kolom; column; (5) tafel (van vermenigvuldiging); (6) alinea; paragraaf; passage; (7) [ton.] bedrijf; akte; (8) het feit (… te zijn); (9) fase; stadium; geval; moment; situatie; (10) [~ではない; じゃない] mate; kwestie
然うしてsoushite (1) en; (en) dan; (en) toen; (en) daarna; daarop; vervolgens; (2) (en) zo; aldus; op die manier; op die wijze
dan (1) verhaal; relaas; [目撃者の] verslag; (a) praten; verhaal; vertelling; (b) interview; gesprek; praatje
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.51 sec. jiten.nl: 14 treffers, warandict: 27 treffers (zoekopdracht: 'dan', strategie: exact). 
2005-2023