RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <duidelijk>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
あからさまakarasama (1) plots; plotseling; onverwacht; onverwachts; opeens; ineens; (2) voorlopig; tijdelijk; even; vluchtig; kortstondig; (3) openlijk; openbaar; onverholen; onomwonden; duidelijk; eerlijk; onverbloemd; direct; expliciet; ongegeneerd
あからさまなakarasamana (1) plots; plotseling; onverwacht; abrupt; (2) voorlopig; tijdelijk; vluchtig; kortstondig; (3) openlijk; openbaar; onverholen; onomwonden; duidelijk; eerlijk; onverbloemd; direct; expliciet; ongegeneerd
あからさまにakarasamani (1) plots; plotseling; onverwacht; onverwachts; opeens; ineens; (2) voorlopig; tijdelijk; even; vluchtig; kortstondig; (3) openlijk; openbaar; onverholen; onomwonden; duidelijk; eerlijk; onverbloemd; direct; expliciet; ongegeneerd
きっかりkikkari (1) duidelijk; goed waarneembaar; (2) precies; exact; stipt; klokslag; op de minuut af
くっきりkukkiri duidelijk; goed waarneembaar
すっきりsukkiri (1) opgelucht; verfrist; fris; opgekikkerd; opgeknapt; verkwikt; onbezwaard; ontlast; (2) [m.b.t. schrijfstijl enz.] helder; ongekunsteld; duidelijk; doorzichtig; klaar; [m.b.t. kledij] keurig; netjes; fris; (3) uitgesproken; ondubbelzinnig; duidelijk; klaar
すっきりするsukkirisuru (1) zich opgelucht; verfrist; fris voelen; zich opgekikkerd; opgeknapt voelen; verkwikt zijn; zich onbezwaard; ontlast voelen; zich van een last bevrijd voelen; zich beter voelen; (2) [m.b.t. schrijfstijl enz.] helder; ongekunsteld; duidelijk; doorzichtig; klaar; [m.b.t. kledij] keurig; netjes; fris
すっきりとsukkirito (1) opgelucht; verfrist; fris; opgekikkerd; opgeknapt; verkwikt; onbezwaard; ontlast; (2) [m.b.t. schrijfstijl enz.] helder; ongekunsteld; duidelijk; doorzichtig; klaar; [m.b.t. kledij] keurig; netjes; fris; (3) uitgesproken; ondubbelzinnig; duidelijk; klaar
ずばりzubari (1) besluitvaardig; resoluut; doortastend; flink; vastberaden; zelfverzekerd; kordaat; beslist; gedecideerd; [veroud.] geresolveerd; stellig; eens en voorgoed; voor eens en altijd; voorgoed; definitief; (2) duidelijk; eerlijk; openhartig; oprecht; rechtuit; frank; recht voor z'n raap; zonder er doekjes om te winden; direct; op de man af; à bout portant; (3) bij het rechte eind; juist [geraden]
ずばりとzubarito (1) besluitvaardig; resoluut; doortastend; flink; vastberaden; zelfverzekerd; kordaat; beslist; gedecideerd; [veroud.] geresolveerd; stellig; eens en voorgoed; voor eens en altijd; voorgoed; definitief; (2) duidelijk; eerlijk; openhartig; oprecht; rechtuit; frank; recht voor z'n raap; zonder er doekjes om te winden; direct; op de man af; à bout portant; (3) bij het rechte eind; juist [geraden]
はきはきhakihaki (1) helder; duidelijk; doorzichtig; klaar; limpide; (2) helder; kort en bondig; gevat; fijnzinnig; pittig; (3) levendig; monter; fris; kwiek; vlot
はっきりhakkiri (1) duidelijk; klaar; goed (waarneembaar); helder; scherp (begrensd); geprononceerd; uitgesproken; niet mis te verstaan; ondubbelzinnig; vastomlijnd; scherpomlijnd; welomschreven; welomlijnd; levendig [bv. zich ~ herinneren]; exact; zeker; (2) opgewekt [van gemoed; geestesgesteldheid]; helder [van weersgesteldheid]; bestendig; (3) ronduit; oprecht; eerlijk; openhartig; open; rechtuit; rechtdoorzee; onomwonden; onverbloemd; ruiterlijk
はっきりしたhakkirishita (1) klaar; duidelijk; helder; goed waarneembaar; scherp; expliciet; afgetekend; welomlijnd; welomschreven; (2) zeker; exact; uitgesproken; ondubbelzinnig
はっきりするhakkirisuru (1) duidelijk; klaar; goed (waarneembaar); helder; scherp (begrensd); geprononceerd; uitgesproken; niet mis te verstaan; ondubbelzinnig; vastomlijnd; scherpomlijnd; welomschreven; welomlijnd; levendig [bv. zich ~ herinneren]; exact; zeker; (2) opklaren; helderder worden; verbeteren [ook m.b.t. ziekte]
クリアkuria (1) helder; klaar; duidelijk; (2) [gesch.] curia; (3) Clear
分かり易いwakariyasui begrijpelijk; verstaanbaar; bevattelijk; duidelijk; dat laat zich begrijpen
分暁bungyou (1) dageraad; het aanbreken van de dag; (2) helder begrip; klaar inzicht; (3) klaar; helder; duidelijk; niet mis te verstaan
判明hanmei (1) duidelijk; klaar; evident; apert; (2) [cartesische fil.] onderscheiden; distinct
如何にもikanimo (1) in elk opzicht; enorm; extreem; uiterst; verschrikkelijk; zeer; erg; hoogst; absoluut; totaal; (2) werkelijk; waarlijk; voorwaar; voorzeker; echt; helemaal; door en door; precies; inderdaad; exact; zegt u dat wel; zoals u zegt; dat ben ik helemaal met u eens; volkomen gelijk; nou en of; reken maar; klopt; heel juist; (3) hoe dan ook; op welke wijze ook; hoe het ook zij; vast en zeker; welzeker; ongetwijfeld; beslist; stellig; (4) net alsof; als het ware; onmiskenbaar; duidelijk; niet mis te verstaan; (5) liefst; bij voorkeur
定かsadaka (1) duidelijk; precies; (2) zeker; bepaald
平たいhiratai (1) plat; vlak; (2) eenvoudig; gewoon; verstaanbaar; duidelijk
平明heimei (1) dageraad; ochtendstond; (2) duidelijk; klaar; verstaanbaar; helder
明らかakiraka (1) klaar; helder; (2) duidelijk; klaarblijkelijk; kennelijk; evident; onmiskenbaar; manifest; apparent; (3) wijs; zindelijk; (4) opgewekt; opgeruimd
明らかなakirakana duidelijk; klaar; kennelijk; onmiskenbaar; uitgesproken; aanwijsbaar; apert; evident; onomstotelijk
明らかにakirakani (1) duidelijk; goed waarneembaar; zichtbaar; kennelijk; manifest; expliciet; uitgesproken; (2) ongetwijfeld; zeer zeker; onmiskenbaar; ontegenzeglijk; ontwijfelbaar; klaarblijkelijk; evident; zonder twijfel; zonder meer; stellig
明晰meiseki (1) klaarheid; duidelijkheid; ondubbelzinnigheid; (2) klaar; duidelijk; ondubbelzinnig
明白meihaku duidelijk; klaar; zonneklaar; niet mis te verstaan; aanwijsbaar; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; kennelijk; apert; evident; klaarblijkelijk
明瞭meiryou (1) klaarheid; duidelijkheid; helderheid; luciditeit; begrijpelijkheid; verstaanbaarheid; (2) klaar; duidelijk; helder; lucide; doorzichtig; limpide; evident; begrijpelijk; verstaanbaar
明確meikaku (1) duidelijkheid; klaarheid; ondubbelzinnigheid; helderheid; (2) duidelijk; klaar; ondubbelzinnig; helder
明確なmeikakuna duidelijk; klaar; ondubbelzinnig; helder
明saya (1) [~に] klaar; duidelijk; (2) [~に] netjes; zuiver; (3) [~に] ruisend; ritselend
明mei (1) licht; helderheid; klaarte; (2) inzicht; scherpzinnigheid; (3) zicht; (a) helder; licht; klaar; (b) gaaf; schitterend; (c) dagen; dag worden; (d) duidelijk; klaar; (e) inzicht; scherpzinnigheid; (f) deze wereld; hiernumaals; (g) godheid
易しいyasashii (1) gemakkelijk; eenvoudig; makkelijk; [m.b.t. sommetje] simpel; [m.b.t. taal] duidelijk; (2) onverzorgd; onzorgvuldig; nonchalant; slordig; onachtzaam; lichtvaardig; achteloos; onattent; onoplettend; onopmerkzaam; (3) begrijpelijk; te begrijpen; verstaanbaar; bevattelijk; helder; klaar
昭shyou duidelijk; helder verlichten
有り有りariari (1) [~と] duidelijk; goed waarneembaar; (2) [~と] levendig; scherp; helder
格段kakudan [~の] opmerkelijk; opvallend; uitgesproken; merkwaardig; bijzonder; duidelijk; frappant; treffend; buitengewoon
歴然rekizen duidelijk; klaar; evident; uitgesproken; kennelijk; klaarblijkelijk; merkbaar; zichtbaar; waarneembaar; manifest; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; ontwijfelbaar; onloochenbaar; niet mis te verstaan
爽やかsawayaka (1) fris; verfrissend; verkwikkend; hartsterkend; hartversterkend; opwekkend; tintelend; pittig; (2) duidelijk; klaar; helderklinkend; sonoor; [m.b.t. iems. woorden] vlot; vloeiend; levendig; (3) aangenaam; hartverwarmend; joviaal; gul
爽やかなsawayakana (1) fris; verfrissend; verkwikkend; hartsterkend; hartversterkend; opwekkend; tintelend; pittig; (2) duidelijk; klaar; helderklinkend; sonoor; [~言葉] vlot; vloeiend; levendig; (3) aangenaam; hartverwarmend; joviaal; gul
目立ったmedatta opvallend; treffend; duidelijk; uitgesproken; geprononceerd; frappant; markant; saillant; in het oog springend; lopend; opmerkelijk; merkwaardig
簡明kanmei (1) eenvoud; duidelijkheid; klaarheid; helderheid; zakelijkheid; beknoptheid; concisie; bondigheid; puntigheid; (2) eenvoudig; duidelijk; klaar; helder; zakelijk; beknopt; concies; bondig; puntig; laconiek; kort en krachtig
簡明にkanmeini eenvoudig; duidelijk; klaar; helder; zakelijk; beknopt; concies; bondig; puntig; laconiek; kort en krachtig
紛れもないmagiremonai onmiskenbaar; duidelijk; overduidelijk; flagrant; zonneklaar; evident; apert; onomstotelijk; vaststaand
躍如yakujo levendig; levensecht; duidelijk; levensgetrouw; treffend; aanschouwelijk; getrouw naar het leven
躍如たるyakujotaru levendig; levensecht; duidelijk; levensgetrouw; treffend; aanschouwelijk; naar het leven getrouw
躍如としてyakujotoshite levendig; levensecht; duidelijk; levensgetrouw; treffend; aanschouwelijk; getrouw naar het leven
露arawa (1) bloot; naakt; duidelijk zichtbaar; (2) openbaar; publiek; publiekelijk; (3) open; openlijk; onverholen; onverbloemd; onverheeld; onbewimpeld; onbedekt; onomwonden; vrijuit; openhartig; eerlijk; ronduit; (4) duidelijk; onmiskenbaar; apert; klaar; merkbaar; manifest; evident; uitgesproken; uitdrukkelijk; expliciet
顕著kencho opvallend; opmerkelijk; frappant; markant; saillant; treffend; duidelijk; onmiskenbaar; apert; uitgesproken; in het oog lopend; springend
顕著なkenchona opvallend; opmerkelijk; frappant; markant; saillant; treffend; duidelijk; onmiskenbaar; apert; uitgesproken; in het oog lopend; springend
顕著にkenchoni opvallend; opmerkelijk; frappant; markant; saillant; treffend; duidelijk; onmiskenbaar; apert; uitgesproken
鮮やかazayaka (1) klaar; scherp; helder; hel; duidelijk; intens; geprononceerd; fel; levendig; sprekend; sterk uitkomend; schel; knal-; hard-; (2) bedreven; handig; kundig; deskundig; vakkundig; capabel; bekwaam; vaardig; behendig; slim; kunstig; prima; (3) prachtig; fraai; mooi; knap; schitterend; stralend; briljant; (4) vers; fris; fleurig
鮮明senmei helder; klaar; duidelijk; scherp; hel; fel; levendig
鮮明なsenmeina helder; klaar; duidelijk; scherp; hel; fel; levendig
鮮明にsenmeini helder; klaar; duidelijk; scherp; hel; fel; levendig