日蘭辭典+

11 resultaten voor ‘duren’
日蘭辭典 (trefwoord)
gaman我慢
zn. (1) [持續] volharding v.; uithouding v. (2) [忍耐] geduld o.; duldzaamheid v. (3) [忍容] verdraagzaamheid v. (4) [自制] zelfbedwang o. (5) [勘辨] pardon o. ¶ 堪忍袋の緖を切る niet langer kunnen verduren. ¶ 我慢する volhouden; standvastig geduld oefenen; dulden; verblijven; duren; zich beheerschen; ¶ 我慢出來ぬ ondragelijk; onduldbaar. ¶ 我慢強い stoicijns; geduldig.
wataru渡る
t.w. (1) [越えて行く] overtrekken; oversteken. i.w. (2) [渡來する] ingevoerd worden. t.w. (3) [及ぶ] bereiken; i.w. zich uitstrekken. i.w. (4) [繼續] duren. (5) [通ずる] goed op de hoogte zijn van; zich thuisvoelen in. (6) [暮す] leven; t.w. doorbrengen. t.w. (7) [を] oversteken; doorwaden. ¶ 他人渡る in andere handen overgaan. ¶ 二時間に亙る twee uur duren. ¶ 河を渡る rivier oversteken. ¶ 支那から渡った品 een artikel, dat uit China komt.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <duren>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
持ち堪えるmochikotaeru volhouden; niet opgeven; standhouden; het uithouden; het uitzingen; [m.b.t. voorraad] toereikend zijn; duren; meegaan
持つmotsu (1) (bij zich) hebben; houden; dragen; nemen; (2) bezitten; beschikken over; eigenaar zijn van; in eigendom hebben; toegerust zijn met; (3) koesteren; voelen; toedragen; (4) zich belasten met; verantwoordelijk zijn voor; (5) voor zijn rekening nemen; betalen; [de kosten] dragen; (6) meegaan; duren; bruikbaar blijven; duurzaam zijn; houdbaar zijn; aanhouden; (7) volhouden; [het niet lang meer] trekken; uithouden; (ver)dragen; verduren; velen
持続するjizokusuru (1) voortduren; continueren; in stand blijven; aanhouden; duren; (2) doorgaan met; voortgaan met; gaande houden; voortzetten; [Belg.N.] verderzetten; (3) handhaven; doen; laten voortduren; in stand houden; aanhouden; continueren; laten blijven; onderhouden; bestendigen
掛かるkakaru (1) ergens aanhangen; (2) gevangen worden; [手に] vallen; (3) gebouwd worden; aangelegd worden; gelegd worden; (4) kosten; nodig zijn; benodigd zijn; [時間が] duren; aanlopen
渡るwataru (1) oversteken; overgaan; overtrekken; [国を] doortrekken; doorwaden; overreizen; overlopen; overkomen; (2) trekken; gaan langs; overtrekken; bewegen langs; (3) verhuizen naar; heentrekken; migreren; (4) zich in het (maatschappelijk) leven bewegen; zijn weg in de wereld gaan; (5) strekken (van … tot …); zich uitstrekken over; beslaan; bestrijken; reiken; lopen (van … tot …); [音が] dragen; duren; omvatten; innemen; in beslag nemen; overspannen; overbruggen; belopen; (6) overgaan; vervallen aan; van eigenaar veranderen; van hand verwisselen; (7) [RYK~] [geeft aan dat de werking van het werkwoord alom; over de hele omgeving geldt]
糸を引くitowohiku (1) [fig.] aan de touwtjes trekken; de touwtjes in handen hebben; achter de schermen ageren; opereren; z'n invloedrijke vrienden inschakelen; machineren; (2) draderig; (3) voortduren; aanhouden; duren; voortgaan
継続するkeizokusuru (1) voortzetten; verderzetten (van een handeling of een werkzaamheid); vervolgen; verdergaan met iets; verderdoen met iets; (2) voortduren (van een toestand; een situatie; etc.); duren; aanhouden; blijven duren; doorgaan; continueren
続くtsuzuku (1) aanhouden; (blijven) duren; aanlopen; voortduren; zich voortzetten; continueren; (in stand) blijven; vervolgd worden; voortgaan; doorgaan; aan de gang zijn; gaande zijn; verder gaan; [i.h.b.] zich uitstrekken; [m.b.t. series e.d.] lopen; (2) elkaar opvolgen; volgen (op); nagaan; de volgende zijn; komen na; aansluiten op; vervolgens plaatsvinden; succederen; opeenvolgen; (3) [m.b.t. (water)wegen; ruimten enz.] leiden (naar); uitkomen (op); lopen; (4) wordt vervolgd; ===== Flexie =====; {| border="1" ; | Grondvorm || Stam || MZK || RYK || SSK || RTK || KTK || MRK || Flexie; |-; | 続く; | つづ || か ; こ || き ; い || く || く || け || け || godan; |}
連続するrenzokusuru opeenvolgen; opvolgen; succederen; zich voortzetten; continueren; duren; aanhouden
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 2 treffers, warandict: 9 treffers (zoekopdracht: 'duren', strategie: exact). 
2005-2023