
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
kao・顏
(顔) zn. (1) [顏] gezicht o.; gelaat o.; uiterlijk o. (2) [面目] eer v. (3) [面附] gelaatstrekken m. ¶ 知らない顏 iemand, dien men niet kent; onbekende. ¶ 知らない顏をする doen alsof men iemand niet kent; doen alsof men van niets weet. ¶ 顏が廣い veel kennissen hebben. ¶ 合はす顏がない niet onder de oogen durven komen. ¶ 顏と相談する in den spiegel kijken. ¶ 顏を洗ふ het gezicht wasschen. ¶ 顏を出す zich vertoonen; tegenwoordig zijn. ¶ 顏を顰める zuur gezicht trekken. ¶ 人の顏を立てる iemands goede naamredden. ¶ 顏で判る ik zie het aan je gezicht!
meiyo・名譽
renchi・廉恥
zn. eerlijkheid v.; betrouwbaarheid v.; integriteit v. ¶ 廉恥心 eergevoel.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <eer>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
体面taimen eer; aanzien; staat; prestige; [fig.] gezicht
光栄kouei eer; glorie; voorrecht
光kou (a) schijnen; beschijnen; (b) licht; schittering; luister; (c) tijd; (d) toestand; uitzicht; (e) eer; roem
名義meigi (1) naam; (2) goede naam; reputatie; eer; (3) voorwendsel
名誉meiyo (1) eer; ere; glorie; [volkst.] ponteneur; (2) reputatie; goede naam; roem; faam; goede roep; [Barg.] kovet; (3) ere-; honorair ~; emeritus ~; emerita ~
器量kiryou (1) talent; vermogen; capaciteit; gave; bekwaamheid; kaliber; formaat; (2) [女性の] uiterlijk; voorkomen; looks; trekken; gelaatstrekken; gezicht; (3) [男性の] reputatie; verdienste; eer; goede naam
威信ishin (1) aanzien; gezag; autoriteit; waardigheid; digniteit; statuur; prestige; cachet; eer; reputatie; geloofwaardigheid; credibiliteit; achtenswaardigheid; respectabiliteit; (2) [~県] arrondissement Wēixìn
尊名sonmei (1) eer; gerespecteerde naam; (2) uw naam
手柄tegara (1) toer; prestatie; wapenfeit; heldendaad; roemrijke daad; kunststuk; huzarenstuk; [Belg.N.] exploot; (2) verdienste; eer
操misao (1) beginselvastheid; standvastigheid; vastberadenheid; (2) kuisheid; zedelijkheid; (echtelijke) trouw; eer; (3) verfijnd; elegant; (4) beginselvast; principieel; standvastig; vastberaden
栄えhae (1) eer; glorie; roem; (2) indruk; voorkomen; aanblik; (3) uitstraling; prestige; charme; aantrekkelijkheid; pracht
栄光eikou glorie; eer; ere; gloria; heerlijkheid; majesteit
栄冠eikan (1) erekrans; lauwerkrans; lauwer; zegekrans; erepalm; zegepalm; zege; overwinning; bekroning; (2) lauweren; eer; roem; prestige
男otoko (1) man; persoon van het mannelijke geslacht; (2) kerel; vent; makker; baas; oude baas; oude knar; (3) volwassene; volwassen man; (4) knecht; huisknecht; dienstbode; bediende; dienaar; (5) mannelijkheid; viriliteit; manhaftigheid; flinkheid; eer; reputatie; goede naam; eergevoel; ponteneur; (6) minnaar; geliefde; vrijer; lief; beminde
称shyou (1) naam; benaming; (2) goede naam; roem; faam; eer; reputatie
規模kibo (1) omvang; schaal; grootte; formaat; afmeting; proportie; maat; dimensie; (2) model; maatstaf; (3) eer; lof; (4) effect; resultaat; (5) vergoeding; compensatie; (6) grond; bewijs
面子 ; メンツmentsu eer; reputatie; prestige; aanzien; gezicht; standing; goede naam
面皮menpi (1) schaamteloosheid; onbeschaamdheid; (2) reputatie; eer; gezicht; (3) gevlei; vleierij; pluimstrijkerij; geflikflooi
面目menboku (1) reputatie; eer; prestige; aanzien; krediet; goede naam; (2) gezicht; gelaatstrekken; voorkomen; uiterlijk
面目menmoku (1) gezicht; gelaatstrekken; voorkomen; uiterlijk; (2) basisprincipes; geboden; regel; voorschrift; (3) reputatie; eer; prestige; aanzien; krediet; goede naam
Tijd: 0.55 sec. jiten.nl: 7 treffers, warandict: 20 treffers (zoekopdracht: 'eer', strategie: exact).
2005-2022