日蘭辭典+

66 resultaten voor ‘erg’
日蘭辭典 (trefwoord)
amari餘り
(余り) vz. & bw. (1) [より以上] meer dan; over; boven. (2) [過度に] te; al te; tezeer; erg; over. (3) [差程] zeer; bijzonder; zoozeer......, dat; zoo......dat. ¶ 餘り……ない niet erg; niet zeer; niet bijzonder; zelden. ¶ 餘り高くて手が屆かぬ zoo hoog, dat men er niet bij kan. ¶ そりゃあんまりだ dat is een beetje te erg.
atsuiあつい
(厚い) bn. (1) [厚い] dik. (2) [手篤い] hartelijk; warm. (3) [危篤] kritiek; erg. ¶ 面の皮の厚い onbeschaamd; brutaal.
subarashii素晴らしい
dōmoどうも
bw. zeer; hoe zeer; hoe. ¶ どうも困った wat is dat onaangenaam! ¶ どうも親切 hoe vriendelijk van u! ¶ どうも吹くね wat waait het hard!
taisō大層
(大層) bw. zeer; bijzonder; heel; erg. ¶ 大層な veel; groot.
SUPPLEMENT (trefwoord)
sugoi凄い
(すごい、スゴイ) bn. (1) afschrikwekkend; benauwend; gruwelijk; huiveringwekkend. ¶ すごいにらむ sugoi me de niramu met een ijselijke blik aanstaren; met een schrikaanjagende blik aankijken. (2) ongewoon; verbazend; opmerkelijk; bewonderenswaardig; geweldig; excellent; fameus; fantastisch; ongelooflijk; ongehoord; verbluffend. ¶ すごい腕前 sugoi udemae opvallend bekwaam. ¶ はすごい知識を持ったです。すなわち、生き字引ですKare wa sugoi chishiki wo motta hito desu. Sunawachi, ikijibiki desu. Hij beschikt over ongelooflijke kennis. Hij is een levende encyclopedie. (TTC) ¶ 姉さんはすごい美人だ。 Kare no neesan wa sogoi bijin da. Zijn zus is een opmerkelijke schoonheid. (TTC) (tevens als uitroep van bewondering of emotie) ¶ へー、キーボード見ないで文字打てるんだ。スゴイわねー。♀ Hèè? kiiboodo minaide moji uterun da. Sugoi wa nèè. Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg! (TTC) (3) (zowel in negatieve als positieve zin) in ongewone mate; excessief; extreem; vreselijk; bovenmatig; ontstellend; ontzettend; uiterst; verdomd; zeer; erg; groot (aantal). 半時間ほどすごい土砂降りだった。Hanjikan hodo sugoi doshaburi datta. Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen; Het was een ontzettende stortbui van een half uur. (TTC) bw. ¶ 今日はすごく暑いKyō wa sugoku atsui. Het is vandaag vreselijk warm. (TTC) ¶ が光に対してすごく敏感なのですMe ga hikari ni taishite sugoku binkan na no desu. Mijn ogen zijn enorm gevoelig voor licht. (TTC)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <erg>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いともitomo heel; erg; zeer; enorm; uiterst; uitermate
いみじimiji (1) enorm; erg; buitengewoon; extreem; opvallend; uitbundig; (2) prima; top; uitstekend; geweldig; (3) wreed; vreselijk; verschrikkelijk; gruwelijk
こよないkoyonai (1) onovertroffen; weergaloos; zonder weerga; ongeëvenaard; niet te evenaren; uitnemend; uitmuntend; voortreffelijk; opperst; perfect; best; eersterangs; prima; fantastisch; superbe; (2) buitengewoon; uitzonderlijk; bijzonder; apart; ongewoon; exclusief; (3) enorm; geweldig; extreem; buitengewoon; formidabel; verschrikkelijk; vreselijk; afschuwelijk; erg
てんでtende (1) [in combinatie met een negatie] helemaal niet; allesbehalve; allerminst; (2) heel; erg; zeer; uitermate; buitengewoon; hartstikke
でかdeka (1) [Barg.; volkst.] agent (in burger); stille; speurder; rechercheur; smeris; flik; klabak; rus; juut; tuut; kip; (2) iets groots; groot ding; grote zaak; (3) groterd; reus; (4) groot; omvangrijk; (5) groots; erg; enorm; immens; heel; (6) verwaand; opgeblazen; hoogmoedig; trots
とってもtottemo (1) heel; erg; zeer; zwaar; sterk; uiterst; aller-; dood-; oer-; bloed-; in-; hartstikke; vreselijk; uitermate; ontzettend; enorm; verschrikkelijk; afschuwelijk; ijzig; bar; stom-; criant; gruwelijk; bitter; crimineel; gruwzaam; fantastisch; geweldig; ontiegelijk; gemeen; drommels; verdomd; machtig; duivels; verbazend; ijselijk; verduiveld; mirakels; allemachtig; formidabel; ellendig; moorddadig; reusachtig; reuze-; ontzaglijk; vervaarlijk; kolossaal; onwijs; schreeuwend; stinkend; danig; volslagen; faliekant; [inform.; veroud.] verhipt; (2) [~ない] geenszins; volstrekt niet; hoegenaamd niet; bepaald niet; helemaal niet; lang niet; absoluut niet; ten enenmale niet; om de drommel niet; in het geheel niet; niet in het minst; in geen geval; in geen enkel opzicht; in genen dele; op geen stukken na; bijlange (na) niet
とんだtonda (1) onverwacht; onvoorzien; (2) absurd; ongelofelijk; ongehoord; grotesk; grof; flagrant; (3) geweldig; enorm; buitengewoon; bijzonder; fantastisch; onvoorstelbaar; ontzettend; ontzaglijk; verschrikkelijk; gruwelijk; (4) geweldig; enorm; buitengewoon; bijzonder; fantastisch; onvoorstelbaar; erg; zeer; uiterst; ontzettend; ontzaglijk; verschrikkelijk; gruwelijk
めっきりmekkiri opvallend; behoorlijk; opmerkelijk; beduidend; aanzienlijk; (heel) erg ~
めっちゃmetcha [slang] erg; heel; zeer
やけにyakeni erg; ontzettend; vreselijk; verschrikkelijk
やたらにyatarani (1) lukraak; in het wilde weg; willekeurig; zonder onderscheid; zonder aanzien des persoons; aselect; ongeselecteerd; op goed geluk (af); er maar op los; roekeloos; ondoordacht; onbehoedzaam; zomaar wat; onsystematisch; onmethodisch; (2) zeer; uitermate; bovenmate; buitenmate; buitensporig; overmatig; buitengewoon; uiterst; erg; ontzettend
ヘヴィhevuxi (1) inspanning; krachtinspanning; effort; [sportt.] sprintje; (2) zwaar; veel wegend; (3) zwaar; hevig; erg; aanzienlijk; lastig; moeilijk; (4) intens; inspannend
何とも ; 何共nantomo (1) [ter beklemtoning] echt; werkelijk; waarlijk; (2) [~ない] geenszins; in het geheel niet; niet de minste …; niet in het minst; maakt niet uit; niets aan de hand met; geen probleem met; geen punt; [mij enz.] om het even; (3) enorm; verschrikkelijk; erg; ontzettend; wat een …!; hoe verschrikkelijk …!
余程yohodo behoorlijk; heel wat; zeer; erg; nogal; best wel; danig; vrij; voor een groot deel; ver; aanzienlijk; aanmerkelijk; flink; veel; [Belg.N.; niet alg.] een pak
全然zenzen (1) helemaal niet; in het geheel niet; niet in het minst; geringste; absoluut niet; volstrekt niet; hoegenaamd niet; in genen dele [i.c.m. negatie]; (2) heel; erg; zeer; verschrikkelijk [in informeel taalgebruik]; (3) compleet; volstrekt; totaal; geheel; helemaal; geheel en al; volkomen; volslagen; volledig; op-en-top; in alle opzichten; door en door [affirmatief en nadrukkelijk]
大変taihen (1) crisis; zaak van betekenis; beproeving; (2) verschrikkelijk; erg; zeer; heel; ontzettend; vreselijk; enorm; hoogst; uiterst; bijzonder; uitzonderlijk; buitengewoon; geweldig; immens; hartstikke; ontzaglijk; afschuwelijk; akelig; zwaar; uitermate; danig; ernstig; (3) niet simpel; moeilijk; problematisch; zwaar; hard; lastig; niet voor de poes; geen sinecure; geen kinderspel; geen lachertje; een flinke job; een zware klus; (4) o God!; mijn God!; och God!; och gut!; God nog (aan) toe!; hè nee!; lieve deugd!; och gunst!; lieve; goeie hemel!; grote goedheid!; nee maar!; mijn hemel!; menslief!; goeie genade!; goeie grutten!; allemachtig!
大変なtaihenna (1) verschrikkelijk; erg; ontzettend; vreselijk; enorm; bijzonder; uitzonderlijk; buitengewoon; geweldig; immens; ontzaglijk; afschuwelijk; akelig; zwaar; danig; ernstig; (2) niet simpel; moeilijk; problematisch; zwaar; hard; lastig; flink
大層 ; 大相 ; 大造taisou (1) enorm; geweldig; ontzaglijk; immens; machtig; gigantisch; formidabel; ontzettend; indrukwekkend; grandioos; groots; (2) voortreffelijk; voornaam; hoog; indrukwekkend; (3) overdreven; overtrokken; opgeklopt; sterk; kras; ongelooflijk; geëxalteerd; (4) heel; (heel) erg; zeer; buitengewoon; enorm; geweldig; ontzettend; vreselijk; buitengemeen; uitermate; uiterst; hoogst; ongemeen; zo; hooglijk; verschrikkelijk; ontzaglijk; buitenmate; bovenmate; [inform.] hartstikke
dai (1) groot; [m.b.t. kledingmaten] large; omvangrijk; belangrijk; vooraanstaand; [fig.] zwaar; ernstig; erg; [m.b.t. vriendschap] dik; (2) [m.b.t. zonnekalender] ~ met 31 dagen; (3) zo groot als; ter grootte van ~; -groot; (4) senior; de oudere; major; (5) universiteit [verkorting van daigaku 大学]
如何にもikanimo (1) in elk opzicht; enorm; extreem; uiterst; verschrikkelijk; zeer; erg; hoogst; absoluut; totaal; (2) werkelijk; waarlijk; voorwaar; voorzeker; echt; helemaal; door en door; precies; inderdaad; exact; zegt u dat wel; zoals u zegt; dat ben ik helemaal met u eens; volkomen gelijk; nou en of; reken maar; klopt; heel juist; (3) hoe dan ook; op welke wijze ook; hoe het ook zij; vast en zeker; welzeker; ongetwijfeld; beslist; stellig; (4) net alsof; als het ware; onmiskenbaar; duidelijk; niet mis te verstaan; (5) liefst; bij voorkeur
少なからずsukunakarazu (1) geen klein beetje; niet zo'n beetje; niet weinig; niet gering; erg; veel; (2) niet zelden; vaak; dikwijls
心憂しkokoroushi (1) wreed; erg; pijnlijk; hard; (2) onaangenaam; onprettig; vervelend; hatelijk
恐ろしいosoroshii (1) vreselijk; verschrikkelijk; angstwekkend; afgrijselijk; afgrijslijk; affreus; gruwelijk; ontzettend; beestachtig; beestig; (2) hevig; geweldig; woest; wild; (3) erg; geweldig; ontzaglijk; ontzagwekkend
悔しがるkuyashigaru het spijtig; erg; jammer vinden; betreuren; teleurgesteld zijn; zich opvreten van spijt; verdriet; zich ergeren
悪心akushin boos opzet; kwade bedoelingen; slecht voornemen; kwaadwilligheid; erg
悪意akui (1) slechte wil; onwil; kwaadwilligheid; kwaadgezindheid; venijnigheid; animositeit; kwaadaardigheid; boosaardigheid; venijn; kwaad hart; erg; kwade bedoeling; boos opzet; kwade trouw; (2) verkeerde; foute betekenis; kwade duiding
抜群batsugun (1) uitstekend; uitmuntend; voortreffelijk; uitblinkend; uitzonderlijk; eminent; weergaloos; ongeëvenaard; (2) enorm; buitengewoon; extreem; (3) enorm; verschrikkelijk; erg; buitengewoon; heel; uitzonderlijk
散々sanzan (1) enorm; erg; hevig; uiterst; geweldig; ontzettend; ontzaglijk; ontstellend; (2) vreselijk; verschrikkelijk; afschuwelijk; gruwelijk; afgrijselijk; wreed; ellendig; bitter; meedogenloos; ongenadig; niets ontziend; (3) vergruisd; verbrijzeld; in kleine stukjes uiteengevallen; totaal verwoest; (4) enorm; vreselijk; geweldig; erg; zeer; ontzettend; diepgaand; ernstig; grondig; door en door
数多amata (1) heel; erg; zeer; enorm; ontzettend; (2) [~の] veel; menig; tal van; heel wat; (3) vele; velen
暴飲するbouinsuru stevig; zwaar; erg; overmatig; overdadig drinken; zuipen; duchtig de fles aanspreken; zich aan drank te buiten gaan
いとito (1) erg; heel; zeer; ontzettend; verschrikkelijk; enorm; uiterst; uitermate; buitengewoon; (2) werkelijk; echt; waarlijk; absoluut; inderdaad; zonder meer; regelrecht; hoe …!; (3) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster; weinig
極めてkiwamete heel; erg; zeer; uiterst; uitermate; buitengewoon; ongemeen; bijzonder; allemachtig; extreem; in hoge mate; in niet geringe mate; [muz.] molto; [muz.] assai; aller-; aarts-
浅ましいasamashii (1) gemeen; laag; vuig; min; verachtelijk; laag-bij-de-gronds; laaghartig; eerloos; onwaardig; schaamteloos; schandelijk; veil; waardeloos; (2) ellendig; wreed; naar; miserabel; erbarmelijk; jammerlijk; betreurenswaardig; beklagenswaardig; (3) schamel; pover; onaanzienlijk; armzalig; (4) onverwacht; onvoorzien; verrassend; (5) teleurstellend; ontluisterend; spijtig; sneu; (6) erg; enorm; ontzettend; (7) [~なる] aan zijn eind komen; sterven
深くfukaku (1) diep; grondig; heftig; intens; erg; zeer; hartgrondig; (2) oprecht; van harte
滅法meppou (1) [boeddh.] dharma-vināśa [= ongeconditioneerde dharma; soeverein bestaan]; (2) [boeddh.] nirwana; (3) absurd; onredelijk; (4) enorm; extreem; buitengewoon; (5) enorm; extreem; uitermate; uiterst; buitengewoon; erg; zeer; verschrikkelijk; ontzettend
激しくhageshiku hard; intensief; sterk; stevig; zwaar; flink; fiks; krachtig; hevig; heftig; fel; vurig; vinnig; woest; onstuimig; stormachtig; verwoed; razend; fanatiek; hartstochtelijk; wild; intens; verhit; geducht; duchtig; vehement; geweldig; hels; erg; verschrikkelijk; vreselijk; dat het een aard had; als een gek; van je welste
然程 ; 左程sahodo [niet] bijster; [niet] danig; [niet] zo; [niet] erg; [niet] al te; [niet] bepaald
物凄いmonosugoi (1) vreselijk; verschrikkelijk; eng; afschuwelijk; afgrijselijk; afgrijslijk; gruwelijk; akelig; beangstigend; angstaanjagend; affreus; schrikwekkend; vreeswekkend; afschuwwekkend; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; griezelig; luguber; naar; macaber; (2) onthutsend; ontstellend; ontzaglijk; ontzagwekkend; ontzettend; erg; verpletterend; enorm; overweldigend; ellendig; geducht; formidabel; reusachtig; hels; razend; [fig.] moorddadig; (3) geweldig; fantastisch; prachtig; knap; buitengewoon [goed]
猛烈にmouretsuni (1) hevig; heftig; verwoed; intens; uiterst; geweldig; keihard; hard; zwaar; krachtig; fel; vinnig; vurig; energiek; zeer fanatiek; furieus; onwijs; buitengewoon; als een bezetene; dat het een aard heeft; als geen ander; als de bliksem; als een gek; dolle; uit alle macht; (2) vreselijk; verschrikkelijk; ontzettend; afschuwelijk; geweldig; erg; ontstellend
甚くitaku (1) zeer; erg; fel; hevig; intens; enorm; geweldig; bijzonder; buitengewoon; ongemeen; (2) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster
甚だhanahada heel; erg; zeer; uiterst; buitengewoon
由々しいyuyushii (1) extreem; erg; ernstig; serieus; bedenkelijk; (2) ontzaglijk; ontzagwekkend; [veroud.] ontzagbaar; (3) onheilspellend; ongunstig; omineus; onzalig; sinister; noodlottig; gedoemd; (4) vervelend; onaangenaam; ergerlijk; naar; (5) prachtig; schitterend; prima; magnifiek; grandioos
篤いatsui (1) [病が~] ernstig; erg; zwaar ziek; doodziek; kritiek; (2) [信仰の~] diepgelovig; zeer gelovig; ingelovig; innig; vurig gelovend
結構kekkou (1) structuur; constructie; bouwsel; bouw; geraamte; kader; (2) steun; stut; spant; (3) opbouw (van een verhaal); plot; verwikkeling (van een verhaal); (4) goed; fijn; mooi; (5) prachtig; magnifiek; schitterend; (6) lekker; heerlijk; (7) ten zeerste; zeer; erg; geweldig; in hoge mate; ruimschoots; rijkelijk; overvloedig; buitengewoon; buitengemeen; enorm; geweldig; (8) aardig; nogal; tamelijk; vrij; vrij wat; redelijk; in redelijk hoge mate; behoorlijk; best
至ってitatte heel; erg; zeer; uiterst; ontzettend; buitengewoon; uitermate; buitenmate; bovenmate; in hoge mate; buitengemeen; super; niet zo’n (klein) beetje
至極shigoku zeer; erg; uiterst; uitermate; enorm; buitengewoon; ongemeen; bijzonder; extreem; volkomen; helemaal; absoluut; op-en-top
良く; 好く; 善く; 能くyoku (1) goed; voldoende; aandachtig; nauwkeurig; zorgvuldig; (2) vlot; kundig; vaardig; behendig; (3) erg; heel; zeer; (4) vaak; dikwijls; (5) hoe ~!; wat ~! [uiting van bewondering; lof; vreugde; afgunst]; (6) hoe ~!; wat ~! [pejoratieve betekenis]
era (1) voortreffelijk; uitmuntend; uitstekend; superieur; excellent; outstanding; preëminent; (2) erg; zeer; heel; ontzettend; geweldig; hartstikke; vreselijk; enorm; (3) buitengewoon ~; extra ~; super ~; in-
utata (1) hoe langer hoe meer; steeds meer; in toenemende mate; (2) [~あり] vreselijk; erg
辛いkarai (1) heet; pikant; (2) zout; (3) bitter; hard; (4) erg; verschrikkelijk; (5) streng
近頃 ; 近ごろ ; 近比chikagoro (1) onlangs; kort geleden; recentelijk; laatstelijk; de laatste tijd; dezer dagen; (2) tegenwoordig; vandaag de dag; heden ten dage; thans; nu; (3) verschrikkelijk; erg; enorm
迚もtotemo (1) heel; erg; zeer; zwaar; sterk [overdreven enz.]; uiterst; aller-; dood-; oer-; bloed-; in-; hartstikke; vreselijk; uitermate; ontzettend; verschrikkelijk [slecht enz.]; afschuwelijk [vervelend enz.]; ijzig [kalm enz.]; bar [vervelend enz.]; stom [vervelend enz.]; criant [vervelend enz.]; gruwelijk [vervelend enz.]; bitter [arm enz.]; crimineel [koud enz.]; gruwzaam [kil enz.]; fantastisch [goedkoop enz.]; geweldig [goed enz.]; ontiegelijk [rijk enz.]; gemeen [koud enz.]; drommels [goed enz.]; verdomd [handig enz.]; machtig [mooi enz.]; duivels [ingewikkeld enz.]; verbazend [veel enz.]; ijselijk [lelijk enz.]; verduiveld [aardig enz.]; mirakels [gelukkig enz.]; allemachtig [interessant enz.]; formidabel [goed enz.]; ellendig [heet enz.]; moorddadig [goed enz.]; reusachtig [aardig enz.]; reuze [veel enz.]; ontzaglijk [veel enz.]; vervaarlijk [groot enz.]; kolossaal [groot enz.]; onwijs [hard enz.]; enorm; schreeuwend [duur enz.]; stinkend [jaloers enz.]; danig; volslagen; faliekant; [inform.; veroud.] verhipt [warm enz.]; [~少ない] bedroevend; (2) geenszins; volstrekt niet; hoegenaamd niet; bepaald niet; helemaal niet; lang niet; absoluut niet; ten enenmale niet; om de drommel niet; in het geheel niet; niet in het minst; in geen geval; in geen enkel opzicht; in genen dele; op geen stukken na; bijlange (na) niet [i.c.m. negatie]
koku (1) hard; cru; wreed; zwaar; streng; scherp; fel; vinnig; (a) streng; wreed; erg; (b) hevig; fel
酷いhidoi (1) wreed; hard; verschrikkelijk; gruwelijk; enorm; ontzettend; vreselijk; onmenselijk; slecht; gemeen; duivels; donders; heidens; verduiveld; verduveld; verdomd; deksels; drommels; [気分が] bedonderd; (2) erg; guur; [~寒さ] bitter; bar; zwaar; flink; hevig; geweldig; [~発言] straf; van je welste; [~批評] scherp
酷くhidoku erg; zeer; buitengewoon; hard; ontzettend; vreselijk; verschrikkelijk; geweldig; beestachtig; beestig
重大juudai zwaar; ernstig; belangrijk; serieus; groot; zwaarwegend; gewichtig; van levensbelang; kritiek; cruciaal; aanzienlijk; aanmerkelijk; erg
随分zuibun (1) kras; sterk; wat (een ~); [iron.] fraai; (2) zeer; erg; heel; uiterst; uitermate; buitengewoon; hoogst; verschrikkelijk; vreselijk; (3) behoorlijk; aanzienlijk; aanmerkelijk; beduidend; fors; flink; knap; merkelijk; een stuk; heel; nogal; aardig wat; considerabel
非常hijou (1) nood; noodgeval; emergency; uitzonderlijkheid;  ; (2) buitengewoon; bijzonder; ongewoon; ongemeen; buitengemeen; extreem; immens; enorm; grandioos; verschrikkelijk;  ; (3) (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
非常にhijouni (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; [scherts.] angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
髣髴する ; 彷彿するhoufutsusuru (1) als twee druppels water lijken op; erg; sprekend gelijken op; een grote gelijkenis vertonen met; (2) klaar voor ogen staan; duidelijk voor de geest staan; levendig voorstaan
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 60 treffers (zoekopdracht: 'erg', strategie: exact). 
2005-2023