
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
ato・後
(1) [以後] vz. na; bw. later. ¶ 四五日あと na vier of vijf dagen; vier of vijf dagen later. (2) [以前] bn. verleden. (3) [殘り] zn. rest v. ¶ 十年前 tien jaar geleden. ¶ あと月 verleden maand. ¶ 後で later. ¶ 後から daarna. ¶ 後の achterst. ¶ 後に殘る achterblijven. ¶ 後の祭 mosterd na den maaltijd. ¶ 後へ achterwaarts; achteruit. ¶ 後は in de toekomst; in het vervolg; voortaan; verder. ¶ 後は言はずとも知れて居る de rest begrijp je wel, zonder dat ik het vertel. ¶ 後裔 afstammeling. ¶ 相続人、後任 opvolger. (4) [結果] zn. gevolg o. ato (跡)も見よ.
inga・因果
zn. (1) [原因結果] oorzaak en gevolg. (2) [不運] noodlot o. (3) [應報] vergelding v. ¶ 因果の關係 causaal verband; causaliteit. ¶ 因果應報 vergelding; karma. ¶ 因果の法則 wet van oorzaak en gevolg. ¶ 因果の noodlottig; rampzalig. ¶ 因果と諦める berusten in zijn lot. ¶ 因果の種を宿す zwanger zijn door een misstap. ¶ 親の因果が子に報いる de kinderen boeten voor de zonden der ouders.
igai・意外
bw. buiten verwachting; boven verwachting; onverwachts; toevallig. ¶ 意外の onverwachtsch; onverwacht; toevallig; onvermoed; onverhoopt. ¶ 意外の事 verrassing. ¶ 意外の愉快 onverhoopt genoegen. ¶ 意外の結果 onverwacht resultaat; onvoorzien gevolg.
SUPPLEMENT (trefwoord)
ingaritsu・因果律
(identiek aan 因果法則 inga hōsoku) zn. het principe dat ieder verschijnsel een oorzaak heeft; wet van oorzaak en gevolg; causaliteit. ¶ 私が知りたいのは、科学の最先端で因果律がどう扱われているか? Watashi ga shiritai no wa, kagaku no saisentan de ingaritsu ga dō atsukawarete iru ka? [vert. lett.:] Wat ik weten wil is, hoe gaat men in de voorhoede van de wetenschap om met causaliteit? (blog) ¶ 十如是(じゅうにょぜ)とは、『法華経』方便品に説かれる因果律をいう。 Jū'nyoze to wa, Hokekyō Hōbenbon ni tokareru ingaritsu to iu. Jū'nyoze (de tien staten of factoren in bepaalde vormen van Boedhisme) is de wet van oorzaak en gevolg die wordt uiteengezet in [het hoofdstuk] ‘Geschikt middel’van de Lotus Sutra. (BCWK) ¶ 因果律を信じ大乗を誹謗せず、ただただ無上道心を起す者。 Ingaritsu wo shinji Daijō wo hibōsezu, tadatada mujō dōshin wo okosu mono. Mensen die geloven in de wet van oorzaak en gevolg, geen kwaad spreken van Mahayana Boedhisme en slechts hopen verlichting te bereiken. (BCWK)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <gevolg>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
エフェクトefuxekuto (1) effect; uitwerking; gevolg; (2) [ton.] effect
一行ikkou gezelschap; groep; [i.h.b.] gevolg; consorten; [Belg.N.; spreekt.] compagnie; [veroud.; m.b.t. muz.; ton.] troep
付き ; 附きtsuki (1) [m.b.t. lijm] kleverigheid; plakkerigheid; [m.b.t. sneeuw; verf; inkt enz.] het pakken; [m.b.t. lucifers; hout] ontbranding; ontvlamming; [m.b.t. gewassen] het vrucht; bloemen dragen; (2) geluk; veine; bof; mazzel; meevaller; fortuintje; [Barg.] zwijntje; (3) vleugeladjudant; adjudant; [i.h.b.] gezelschapsdame; [verzameln.] gevolg; entourage; (4) [gevoegd achter een meishi dat een lichaamsdeel noemt; kondigt een kwalitatief oordeel in het gezegde aan]; (5) met …; inclusief …; voorzien van …; cum … [geeft aan dat het meishi waarachter het gevoegd wordt "inbegrepen is," "eraan vasthangt"]; (6) toegevoegd aan [de generaal; minister enz.]; (in dienst) bij … [gevocaliseerd tot zuki づき; gevoegd achter een meishi dat een functie; ambt; werkplek noemt; drukt affiliatie uit]
付添いtsukisoi (1) verzorging; bijstand; begeleiding; geleide; escorte; [i.h.b.] het chaperonneren; (2) verzorger; begeleider; geleider; chaperon; chapeau; paranimf; getuige; [花嫁の] bruidsmeisje; strooimeisje; [花婿の] bruidsjonker; [決闘の] secondant; [verzameln.] gevolg; suite; stoet
供tomo (1) begeleider; (2) gevolg; suite; lijfstoet; sleep; [veroud.] trein
具gu (1) materiaal; gereedschap; gerei; uitrusting; [i.h.b.] boedel; uitzet; (2) [cul.] ingrediënt; (3) metgezel; partner; [i.h.b.] gezellin; gade; (4) [貴人の] gevolg; dienaar; gezelschap; [i.h.b.] gezelschapsheer; gezelschapsdame; (5) kledingstukken; (6) pastel; (7) [Jap.Barg.] gestolen geld; [Barg.] turf; (8) [maatwoord voor een set kledingstukken; ensembles; wapenrusting; stel instrumenten; schotels etenswaar]; (9) [maatwoord voor inrō; draagschrijnen]; (10) [maatwoord voor draagstoelen]; (11) [maatwoord voor zadels]; (12) [maatwoord voor boogschuttershandschoenen]; (13) [maatwoord voor bidsnoeren; paternosters]; (14) [maatwoord voor kammen]; (a) assorteren; toerusten; equiperen; stofferen; (b) gereedschap; materiaal; instrumentarium; (c) omstandig verslag; gedetailleerd
副作用fukusayou bijwerking; bijkomende werking; bijverschijnsel; neveneffect; [i.h.b.] nadelig effect; gevolg
効果kouka (1) effect; werking; uitwerking; (2) efficiëntie; doelmatigheid; doeltreffendheid; (3) resultaat; vrucht; opbrengst; nuttig effect; gevolg; (4) [judo] koka
奉行bugyou (1) uitvoering van een bevel; gevolg; (2) [Jap.gesch.] bestuurder; gezagdrager; commissaris; overheidspersoon; magistraat; (3) [boeddh.] de leer navolgen en toepassen; navolging
子分kobun (1) aanhanger; volgeling; [verzameln.] aanhang; gevolg; [i.h.b.] trawant; handlanger; (2) aangenomen kind; adoptiekind; geadopteerd kind; stiefkind; (3) rente; interest; intrest
家来kerai (1) vazal; leenman; leenhouder; (2) volgeling; getrouwe; [verzameln.] gevolg
左右sayuu (1) links en rechts; links of rechts; [i.h.b.] beide kanten; [i.h.b.] beide zijden; [i.h.b.] beide richtingen; [i.h.b.] weerskanten; weerszijden; [i.h.b.] omstandigheden; [i.h.b.] z'n zij(de); (2) entourage; gevolg; begeleiders; geleide; (3) iems. zijde; (4) het geven van een ontwijkend antwoord; het (eromheen) draaien
成果seika resultaat; uitslag; uitkomst; gevolg; opbrengst; vrucht
所感shyokan (1) [boeddh.] effect; gevolg; uitkomst van een daad; (2) verwerving; verkrijging; (3) gedachte; indruk; impressie; mening
所為sei (1) gevolg; consequentie; resultaat; uitvloeisel; voortvloeisel; effect; (2) schuld; verantwoordelijkheid (voor iets slechts); (3) door; wegens; vanwege; tengevolge van; te wijten aan; toe te schrijven aan; toe te kennen aan; veroorzaakt door; doordat; [arch.] doordien [in de constructie no sei de のせいで]
手下teka ondergeschikte; bediende; dienaar; volgeling; loopjongen; [魔術師; 学者の] famulus; [verzameln.] gevolg
手下teshita ondergeschikte; bediende; dienaar; volgeling; loopjongen; [魔術師; 学者の] famulus; [verzameln.] gevolg
果ka (1) gevolg; consequentie; resultaat; effect; vergelding; [boeddh.] phala; (2) verlichting; inzicht; (3) vrucht; fruit; (4) [maatwoord voor fruitsoorten]
系kei (1) [wisk.] gevolg; [w.g.] corollarium; (2) -stelsel; (3) van … afkomst; van … herkomst; (4) [m.b.t. politiek; ideeëngoed] van … signatuur; van … strekking; (5) [m.b.t. universiteit] groep … wetenschappen; (6) [econ.] behorend tot de keten …
結果kekka (1) resultaat; uitslag; uitkomst; positieve uitkomst; opbrengst; vrucht; (2) gevolg; uitvloeisel; consequentie; resultaat; (3) werking; uitwerking; effect; resultaat; (4) einde; slot; afloop; ontknoping
結論ketsuron (1) conclusie; gevolgtrekking; slotsom; bevinding; (2) gevolg; resultaat
至りitari (1) climax; hoogtepunt; toppunt; uiterste; (2) uitkomst; gevolg; resultaat; (3) aandacht; bezorgdheid; (4) eersteklas-; top-; (5) kritiek
親衛隊shineitai (1) keizerlijke; koninklijke; presidentiële wacht; lijfwacht; (2) entourage; aanhang; gevolg; (3) [Dui.gesch.] Schutzstaffel; [afk.] SS; [verzameln.] SS'ers
随行員zuikouin begeleider; volgeling; attaché; [verzameln.] gevolg; entourage; suite
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 5 treffers, warandict: 24 treffers (zoekopdracht: 'gevolg', strategie: exact).
2005-2023