
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
kanō・嘉納
zn. aanneming v.; goedkeuring v. ¶ 嘉納する sanctioneeren; goedkeuren.
kaketsu・可決
zn. aanneming v.; goedkeuring v. ¶ 可決する aannemen; goedkeuren. ¶ 豫算は可決せられたり de begrooting is goedgekeurd.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <goedkeuren>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
オーケーする ; OKするookeesuru [提案に] z'n fiat geven; verlenen; goedkeuren; akkoord gaan met; fiatteren
了承するryoushyousuru (1) begrip hebben voor; erkennen; accepteren; aanvaarden; instemmen; toestemmen; goedkeuren; permitteren; (2) nota nemen van
了解するryoukaisuru (1) begrijpen; verstaan; snappen; bevatten; vatten; (2) het eens worden; zich met elkaar verstaan; elkaar vinden; tot overeenstemming komen; (3) toestaan; toestemmen in; instemmen met; goedkeuren; akkoord gaan met; bewilligen; consenteren
協賛するkyousansuru (1) instemmen met; toestemmen; goedkeuren; z'n goedkeuring; toestemming geven; akkoord gaan; steunen; steun verlenen; meewerken met; kracht bijzetten; samenwerken; de handen ineenslaan; (2) [旧帝国議会が] goedkeuren; goedvinden; sanctioneren; bekrachtigen
受諾するjudakusuru (1) aanvaarden; aannemen; accepteren; (2) instemmen met; inwilligen; goedkeuren
可決するkaketsusuru aannemen; goedkeuren
同意するdouisuru akkoord gaan met; het eens zijn met; over; dezelfde mening toegedaan zijn; beamen; onderschrijven; instemmen met; toestemmen in; toestaan; goedkeuren; goedvinden; inwilligen
容認するyouninsuru (1) goedkeuren; goedvinden; toestemmen in; akkoord gaan met; toelaten; (2) toegeven; erkennen; aanvaarden
心得るkokoroeru (1) begrijpen; verstaan; inzien; bevatten; snappen; doorzien; kunnen volgen; (2) te weten komen; vernemen; kennis nemen van; ergens achter komen; (3) beschouwen als; houden voor; veronderstellen ~ te zijn; bezien als; aanzien als; (4) goedkeuren; instemmen met; toestemmen; toestemming geven voor; akkoord gaan met; akkoord zijn met; het eens zijn met
承知するshyouchisuru (1) begrijpen; weten; kennen; beseffen; inzien; onderkennen; snappen; verstaan; zich bewust zijn van; (2) instemmen (met); akkoord gaan; toestemmen (in); inwilligen; ingaan op; (3) toestaan; toelaten; goedkeuren; zijn fiat; goedkeuring geven aan; accepteren; over zijn kant laten gaan; [inform.] pikken
承認するshyouninsuru (1) erkennen; bekrachtigen; homologeren; ratificeren; (2) goedkeuren; goedvinden; toestemmen (in); instemmen (met); akkoord gaan met; fiatteren; onderschrijven; zijn goedkeuring; toestemming; fiat geven; sanctie verlenen (aan); sanctioneren; [veroud.] approberen; [m.b.t. wetsontwerp] aannemen
承諾するshyoudakusuru toestemmen; toestaan; goedkeuren; instemmen met; inwilligen; aanvaarden
決裁するkessaisuru bekrachtigen; goedkeuren; sanctioneren; wettigen
許可するkyokasuru (1) toestemmen; (2) goedkeuren; (3) bekrachtigen; (4) een licentie geven voor; machtigen; autoriseren; (5) toelaten
許諾するkyodakusuru toestaan; toestemmen; z'n goedkeuring geven; goedkeuren; akkoord gaan; instemmen; inwilligen; toelaten; vergunnen; veroorloven; z'n fiat geven
認めるmitomeru (1) opmerken; zien; bespeuren; bekennen; waarnemen; in de gaten hebben; getuige zijn van; (2) [schuldig enz.] bevinden; vinden; achten; menen; oordelen; beschouwen; aanzien; houden voor; van mening zijn dat; (3) toegeven; erkennen; inzien; aanvaarden; accepteren; aannemen; honoreren; goedkeuren; toelaten; toestaan; sanctioneren; (4) erkennen; waarderen; appreciëren
認可するninkasuru (1) goedkeuren; toelaten; permitteren; vergunnen; (2) autoriseren; machtigen; sanctioneren; fiatteren
賛同するsandousuru goedkeuren; akkoord gaan met; toestemmen in; steunen; goedvinden; onderschrijven; zich aansluiten bij; [Belg.N.] bijtreden
賛成するsanseisuru (1) goedkeuren; goedvinden; ervoor zijn; pro zijn; instemmen (met); toestemmen (in); bijvallen; akkoord gaan (met); beamen; [m.b.t. mening] delen; het eens zijn (met); ook vinden (dat); voorstander zijn van; zich aansluiten (bij); meegaan; meestemmen; onderschrijven; [uitdr.] amen zeggen op; [uitdr.] ja zeggen tegen; bewilligen (in); z'n goedkeuring geven; [Belg.N.] bijtreden; zich akkoord verklaren; zich verenigen met; approuveren; adhereren; [veroud.] approberen; [fig.] toejuichen; steunen; support geven; gelijk geven; (2) [pol.] voorstemmen; [pol.] pro stemmen
通す ; 徹す ; 透すtoosu (1) doorlaten; laten passeren; voorbij laten; langs laten lopen; langs laten gaan; langs laten komen; langs laten trekken; doen heendringen door; laten overgaan; [i.h.b.] laten slagen; geleiden; overbrengen; transmitteren; [法案を] aannemen; erdoor krijgen; goedkeuren; (2) inlaten; binnenlaten; laten doordringen; inbrengen; [糸を] insteken; doorhalen; doorsteken; penetreren; [糸に] rijgen; aaneenrijgen; (3) doorvoeren; doorzetten; doordrijven; [政策を] doortrekken; doordrammen; [inform.] doordouwen; handhaven; volhouden; standvastig blijven in; doen gelden; (4) blijven; doorgaan met; volharden in; door-; aanhoudend ~; aan één stuk ~; ten einde toe ~ [aangesloten op de ren'yōkei]
Tijd: 0.46 sec. jiten.nl: 2 treffers, warandict: 20 treffers (zoekopdracht: 'goedkeuren', strategie: exact).
2005-2023