RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <groot>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
でかdeka (1) [Barg.; volkst.] agent (in burger); stille; speurder; rechercheur; smeris; flik; klabak; rus; juut; tuut; kip; (2) iets groots; groot ding; grote zaak; (3) groterd; reus; (4) groot; omvangrijk; (5) groots; erg; enorm; immens; heel; (6) verwaand; opgeblazen; hoogmoedig; trots
グランドgurando (1) terrein; veld; piste; speelplaats; (2) sportveld; speelveld; honkbalveld; voetbalveld; (3) stadion; (4) groot-; grand
グレートgureeto groot; geweldig
マクロmakuro (1) [comp.] macro; (2) macro; [econ.] macro-economisch; (3) macro-; groot-
一大ichidai groot; zeer belangrijk; gewichtig
上背があるuwazeigaaru groot; rijzig van gestalte zijn
偉大idai (1) grootheid; grootsheid; grandeur; luister; (2) groot; groots; machtig; majesteitelijk; imposant; enorm
偉大なidaina groot; groots; machtig; majesteitelijk; imposant; enorm
壮sou (1) levensbloei; kracht; bloei van z'n leven; manbaarheid; volle mannelijke leeftijd; zomer des levens; (2) kwiek; kloek; manhaftig; (3) maatwoord voor de keren dat moxibustie wordt toegepast; [i.h.b.] dosis moksa; (a) levensbloei; (man in de) kracht; bloei van z'n leven; (b) dapper; manhaftig; kloek; (c) schitterend; groot
大いooi (1) groot; (2) geweldig; enorm; buitengewoon; ontzaglijk; fantastisch; prima; (3) [~…] hoofd-; top-; hoogste in rang; eerstaanwezend …; (4) [~…] senior; oudere; met hogere anciënniteit
大いなるooinaru (1) groot; (2) geweldig; enorm; buitengewoon; ontzaglijk; fantastisch; prima
大きいookii groot; omvangrijk; machtig; indrukwekkend; imposant; groots; schitterend; gigantisch; immens; kolossaal; enorm; reusachtig; [m.b.t. stem] luid; hard klinkend
大きなookina groot; omvangrijk; beduidend; machtig; indrukwekkend; imposant; groots; schitterend; gigantisch; immens; kolossaal; enorm; reusachtig; [m.b.t. stem] luid; hard klinkend
大のdaino (1) groot; (2) volwassen; volgroeid; (3) enorm; geweldig; buitengewoon
大仏daibutsu groot; reusachtig boeddhabeeld; Grote Boeddha
大幅oohaba (1) dubbele breedte; wijdte; (2) [Jap.snit] stuk stof van 72 cm breed; [i.h.a.] stuk stof van 140 cm breed; (3) dubbelbreed; dubbelwijd; (4) groot; omvangrijk; aanzienlijk; ruim; fors; beduidend; aanmerkelijk; substantieel
大当たりooatari (1) voltreffer; schot in de roos; prachtschot; het winnen van de pot; jackpot; enorme winst; (2) groot; geweldig; waanzinnig; enorm; daverend succes; succès fou; kassucces; klapper; blockbuster; (3) recordoogst; topoogst; topjaar; [econ.] bonanza
大盛況daiseikyou groot; denderend succes
大穴ooana (1) groot; gapend gat; (2) groot tekort; deficit; zwaar verlies; (3) [paardenrennen; keirin] verrassende wending; [i.h.b.] grote speelwinst na een gok op een kansloos deelnemer; dark horse; (4) Odds Against [= thriller (1965) van Dick Francis]; [vert.] Alles tegen (1987)
大金taikin grote; hele som geld; groot; geweldig bedrag
大食漢taishyokukan groot; gulzig eter; gulzigaard; vraat; veelvraat; schranzer; slokop; gourmand; schrok; iem. die heel wat aankan; [inform.] vreetzak; [inform.] vreter; [scherts.] dure kostganger; [fig.] holle darm
大oo groot; kolossaal; omvangrijk; breed; [m.b.t. regen] zwaar; [m.b.t. stem] luid
大tai (a) groot; uitgebreid; ruim; (b) eminent; uitstekend; (c) hooggeplaatst; (d) belangrijk; verantwoordelijk; moeilijk; (e) buitengewoon; bijzonder; enorm; (f) globaal; (g) fundamenteel
大dai (1) groot; [m.b.t. kledingmaten] large; omvangrijk; belangrijk; vooraanstaand; [fig.] zwaar; ernstig; erg; [m.b.t. vriendschap] dik; (2) [m.b.t. zonnekalender] ~ met 31 dagen; (3) zo groot als; ter grootte van ~; -groot; (4) senior; de oudere; major; (5) universiteit [verkorting van daigaku 大学]
弘gu (a) uitgestrekt; groot; (b) (zich) verbreiden
弘kou (a) uitgestrekt; groot; (b) verdraagzaamheid; (c) (zich) verbreiden
景kei (1) uitzicht; gezicht; landschap; tafereel; schouwspel; (2) [ton.] deel van een bedrijf; scène; toneel; episode; (3) [maatwoord voor scènes]; (a) uitzicht; schouwspel; (b) toestand; situatie; (c) groot; fortuinlijk; (d) iets extra's geven; (e) bewonderen; respecteren
礼服reifuku vormelijke kleding; groot; ceremonieel tenue; groot gala; groot toilet; galakleding; galakostuum; gekleed kostuum; gala-uniform; [i.h.b.] avondkledij; avondkleding; avondtoilet; [男子用] rokkostuum
礼装reisou officiële dracht; groot; ceremonieel; officieel tenue; groot gala; galakleding; galakostuum; gala-uniform; volledig uniform; fulldress; staatsiekleed; avondkledij; avondtoilet
立派rippa (1) uitstekend; voortreffelijk; excellent; prachtig; schitterend; magnifiek; grandioos; prima; illuster; [m.b.t. gebouw] weids; [m.b.t. plechtigheid] groots; fijn; heerlijk; uitmuntend; [m.b.t. geleerde] groot; briljant; [m.b.t. verschijning] statig; indrukwekkend; imposant; (2) achtbaar; fatsoenlijk; voornaam; [m.b.t. houding] waardig; achtenswaardig; respectabel; prijzenswaardig; loffelijk; [m.b.t. zaak] schoon; (3) hoogstaand; verheven; nobel; (4) [m.b.t. spel] eerlijk; [m.b.t. behandeling] rechtvaardig; fair; sportief; (5) [m.b.t. reden] afdoend; [m.b.t. grond] voldoende; [m.b.t. echtgenote] wettig; rechtmatig
立派なrippana (1) uitstekend; voortreffelijk; excellent; prachtig; schitterend; magnifiek; grandioos; prima; illuster; [m.b.t. gebouw] weids; [m.b.t. plechtigheid] groots; fijn; heerlijk; uitmuntend; [m.b.t. geleerde] groot; briljant; [m.b.t. verschijning] statig; indrukwekkend; imposant; (2) achtbaar; fatsoenlijk; voornaam; [m.b.t. houding] waardig; achtenswaardig; respectabel; prijzenswaardig; loffelijk; [m.b.t. zaak] schoon; (3) hoogstaand; verheven; nobel; (4) [m.b.t. spel] eerlijk; [m.b.t. behandeling] rechtvaardig; fair; sportief; (5) [m.b.t. reden] afdoend; [m.b.t. grond] voldoende; [m.b.t. echtgenote] wettig; rechtmatig
育つsodatsu (1) opgroeien; groeien; groot; volwassen worden; wassen; tot wasdom komen; [veroud.] opwassen; (2) zich ontwikkelen; zich ontplooien; uitgroeien
該博gaihaku groot; uitgebreid; veelomvattend; encyclopedisch; extensief; diepgaand; erudiet
該博なgaihakuna groot; uitgebreid; veelomvattend; encyclopedisch; extensief; diepgaand; erudiet; van eruditie getuigend
重大juudai zwaar; ernstig; belangrijk; serieus; groot; zwaarwegend; gewichtig; van levensbelang; kritiek; cruciaal; aanzienlijk; aanmerkelijk; erg
重大問題juudaimondai groot; belangrijk; ernstig; serieus probleem; ernstige zaak; zaak van groot gewicht; hamvraag; de grote vraag
高いtakai (1) hoog; [背が〜] groot; lang; rijzig; scheutig; (2) hoog; schel; schril; schetterig; snerpend; hard; luid; doordringend; (3) alom bekend; welbekend; (4) hooggeplaatst; aanzienlijk; voornaam; (5) verheven; hooggestemd; nobel; edel; hoogstaand; (6) hooghartig; laatdunkend; superieur; trots; [fig.] opgeblazen; uit de hoogte; (7) hoog in prijs; duur; prijzig; kostbaar; duurkoop; aan de prijs; hoog genoteerd; expensief; [gew.] kostelijk; [Barg.] jouker; [Barg.] branderig