日蘭辭典+

54 resultaten voor ‘groot’
日蘭辭典 (trefwoord)
ōkii大きい
bn. groot.
amaru餘る
(余る) i.w. (1) [殘る] overblijven; te boven gaan; overschieten; resteeren. (2) [目に餘る] te groot om te overzien (餘り大きい); niet om aan te zien (餘りひどい). ¶ 力に餘る boven zijn krachten; boven zijn macht. ¶ 手に餘る niet te bedwingen; niet aankunnen; niet opgewassen zijn tegen.
amata數多
(数多) zn. groot aantal o. ¶ 數多の zeer veel; talrijk. ¶ 數囘 menigmaal; zeer dikwijls; herhaaldelijk.
yao八百
telw. achthonderd; een groot aantal.
baka馬鹿
zn. (1) [人] zot m.; dwaas m.; domkop m. (2) [罵言] ezel m.; uil m.; idioot m; (3) [馬鹿な事] dwaasheid v.; domheid v.; onzin m.; nonsens v. ¶ 馬鹿kletspraat. ¶ 馬鹿な眞似 zotternij. ¶ 馬鹿げた dwaas; onzinnig; onbenullig. ¶ 馬鹿な、馬鹿dwaas. ¶ 馬鹿に belachelijk; buitengewoon; zeer. ¶ 馬鹿大きい ontzaggelijk groot. ¶ 馬鹿正直 overdreven eerlijkheid. ¶ 馬鹿を言ふ nonsens praten. ¶ 馬鹿にする voor den gek houden; erin laten loopen.
kazoku家族
zn. familie v.; gezin o. ¶ 家族huiselijk. ¶ 家族のやうに扱ふ behandelen alsof hij van de familie was. ¶ 彼は家族多い hij heeft een groot gezin.
idai偉大
zn. grootheid v. ¶ 偉大なる groot; grootsch; schitterend.
daidaiteki大々的
bw. op groote schaal; bn. zeer groot.
tōtō滔々
bw. vloeiend; stroomend; in stroomen; welsprekend; met grooten woordenvloed.
ōichiza大一座
taisō大層
(大層) bw. zeer; bijzonder; heel; erg. ¶ 大層な veel; groot.
mottainai勿體ない
(勿体ない) bn. (1) [不敬] oneerbiedig. (2) [過分] te goed; te mooi; meer dan men verdient. zn. (3) [無駄] zonde; bn. oneconomisch. ¶ 神佛に對して勿體ない heilig schennend. ¶ そんなを戴いては勿體ない het geschenk is veel te mooi voor mij. ¶ こんなに廣い地所を遊ばして置くとは勿體ない het is zonde zoo’n groot stuk land ongebruikt te laten liggen.
kōsō宏壯
(宏壮) bn. groot; prachtig; grootsch.
daijinbutsu大人物

zn. groot man m.

daijōfu大丈夫

zn. groot man m.; man van eer; man van zijn woord.

SUPPLEMENT (trefwoord)
sugoi凄い
(すごい、スゴイ) bn. (1) afschrikwekkend; benauwend; gruwelijk; huiveringwekkend. ¶ すごいにらむ sugoi me de niramu met een ijselijke blik aanstaren; met een schrikaanjagende blik aankijken. (2) ongewoon; verbazend; opmerkelijk; bewonderenswaardig; geweldig; excellent; fameus; fantastisch; ongelooflijk; ongehoord; verbluffend. ¶ すごい腕前 sugoi udemae opvallend bekwaam. ¶ はすごい知識を持ったです。すなわち、生き字引ですKare wa sugoi chishiki wo motta hito desu. Sunawachi, ikijibiki desu. Hij beschikt over ongelooflijke kennis. Hij is een levende encyclopedie. (TTC) ¶ 姉さんはすごい美人だ。 Kare no neesan wa sogoi bijin da. Zijn zus is een opmerkelijke schoonheid. (TTC) (tevens als uitroep van bewondering of emotie) ¶ へー、キーボード見ないで文字打てるんだ。スゴイわねー。♀ Hèè? kiiboodo minaide moji uterun da. Sugoi wa nèè. Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg! (TTC) (3) (zowel in negatieve als positieve zin) in ongewone mate; excessief; extreem; vreselijk; bovenmatig; ontstellend; ontzettend; uiterst; verdomd; zeer; erg; groot (aantal). 半時間ほどすごい土砂降りだった。Hanjikan hodo sugoi doshaburi datta. Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen; Het was een ontzettende stortbui van een half uur. (TTC) bw. ¶ 今日はすごく暑いKyō wa sugoku atsui. Het is vandaag vreselijk warm. (TTC) ¶ が光に対してすごく敏感なのですMe ga hikari ni taishite sugoku binkan na no desu. Mijn ogen zijn enorm gevoelig voor licht. (TTC)
SUPPLEMENT (trefwoord)
succes

(znw, het)

seikoo 成功 (algemeen gebruikt); shusse 出世 (succes in levensloop of carrière); jooshubi 上首尾 (goed resultaat); ooatari 大当たり (doel treffen, scoren); kookekka 好結果 (goed resultaat); hitto ヒット (hit in muziek, sport).

¶ Het experiment was een succes. Jikken wa seikoo datta. 実験成功だった。(TTP)
¶ Ik wens je succes. Go-seikoo wo inorimasu.成功を祈ります。(TTP)
¶ Het was een groot succes. Daiseikoo datta.成功だった。(TTP)
¶ Satoo behaalde succes op eigen kracht, niet geholpen door zijn goede afkomst. Satou-san wa iegara de naku jitsuryoku de shusse shimashita. 佐籐さんは家柄でなく実力出世しました。(TTP)
¶ Ik heb het project met succes afgerond Chooryaku, jooshubi ni owarimashita 調略、上首尾に終わりました (Twitter)
¶ Een onverwacht succes Sooteigai no kookekka 想定外の好結果 (twitter)
¶ Het is een verrassend succes, nietwaar? Bikkuri no kookekka da naa びっくりの好結果だなぁ (twitter)
¶ Een succesnummber van Inna dat ook in Japan een zekere mate van erkenning geniet. Nihon de mo ninchido no aru Inna no hitto kyoku. 日本でも認知度のあるInnaのヒット。(Twitter)

In seikoo is de /ei/ niet die van “beide,” maar de /ee/ in “geef”.

[Dit lemma gebruikt oo-spelling.]

RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <groot>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
でかdeka (1) [Barg.; volkst.] agent (in burger); stille; speurder; rechercheur; smeris; flik; klabak; rus; juut; tuut; kip; (2) iets groots; groot ding; grote zaak; (3) groterd; reus; (4) groot; omvangrijk; (5) groots; erg; enorm; immens; heel; (6) verwaand; opgeblazen; hoogmoedig; trots
グランドgurando (1) terrein; veld; piste; speelplaats; (2) sportveld; speelveld; honkbalveld; voetbalveld; (3) stadion; (4) groot-; grand
グレートgureeto groot; geweldig
マクロmakuro (1) [comp.] macro; (2) macro; [econ.] macro-economisch; (3) macro-; groot-
一大ichidai groot; zeer belangrijk; gewichtig
上背があるuwazeigaaru groot; rijzig van gestalte zijn
偉大idai (1) grootheid; grootsheid; grandeur; luister; (2) groot; groots; machtig; majesteitelijk; imposant; enorm
偉大なidaina groot; groots; machtig; majesteitelijk; imposant; enorm
sou (1) levensbloei; kracht; bloei van z'n leven; manbaarheid; volle mannelijke leeftijd; zomer des levens; (2) kwiek; kloek; manhaftig; (3) maatwoord voor de keren dat moxibustie wordt toegepast; [i.h.b.] dosis moksa; (a) levensbloei; (man in de) kracht; bloei van z'n leven; (b) dapper; manhaftig; kloek; (c) schitterend; groot
大いooi (1) groot; (2) geweldig; enorm; buitengewoon; ontzaglijk; fantastisch; prima; (3) [~…] hoofd-; top-; hoogste in rang; eerstaanwezend …; (4) [~…] senior; oudere; met hogere anciënniteit
大いなるooinaru (1) groot; (2) geweldig; enorm; buitengewoon; ontzaglijk; fantastisch; prima
大きいookii groot; omvangrijk; machtig; indrukwekkend; imposant; groots; schitterend; gigantisch; immens; kolossaal; enorm; reusachtig; [m.b.t. stem] luid; hard klinkend
大きなookina groot; omvangrijk; beduidend; machtig; indrukwekkend; imposant; groots; schitterend; gigantisch; immens; kolossaal; enorm; reusachtig; [m.b.t. stem] luid; hard klinkend
大のdaino (1) groot; (2) volwassen; volgroeid; (3) enorm; geweldig; buitengewoon
大仏daibutsu groot; reusachtig boeddhabeeld; Grote Boeddha
大幅oohaba (1) dubbele breedte; wijdte; (2) [Jap.snit] stuk stof van 72 cm breed; [i.h.a.] stuk stof van 140 cm breed; (3) dubbelbreed; dubbelwijd; (4) groot; omvangrijk; aanzienlijk; ruim; fors; beduidend; aanmerkelijk; substantieel
大当たりooatari (1) voltreffer; schot in de roos; prachtschot; het winnen van de pot; jackpot; enorme winst; (2) groot; geweldig; waanzinnig; enorm; daverend succes; succès fou; kassucces; klapper; blockbuster; (3) recordoogst; topoogst; topjaar; [econ.] bonanza
大盛況daiseikyou groot; denderend succes
大穴ooana (1) groot; gapend gat; (2) groot tekort; deficit; zwaar verlies; (3) [paardenrennen; keirin] verrassende wending; [i.h.b.] grote speelwinst na een gok op een kansloos deelnemer; dark horse; (4) Odds Against [= thriller (1965) van Dick Francis]; [vert.] Alles tegen (1987)
大金taikin grote; hele som geld; groot; geweldig bedrag
大食漢taishyokukan groot; gulzig eter; gulzigaard; vraat; veelvraat; schranzer; slokop; gourmand; schrok; iem. die heel wat aankan; [inform.] vreetzak; [inform.] vreter; [scherts.] dure kostganger; [fig.] holle darm
oo groot; kolossaal; omvangrijk; breed; [m.b.t. regen] zwaar; [m.b.t. stem] luid
tai (a) groot; uitgebreid; ruim; (b) eminent; uitstekend; (c) hooggeplaatst; (d) belangrijk; verantwoordelijk; moeilijk; (e) buitengewoon; bijzonder; enorm; (f) globaal; (g) fundamenteel
dai (1) groot; [m.b.t. kledingmaten] large; omvangrijk; belangrijk; vooraanstaand; [fig.] zwaar; ernstig; erg; [m.b.t. vriendschap] dik; (2) [m.b.t. zonnekalender] ~ met 31 dagen; (3) zo groot als; ter grootte van ~; -groot; (4) senior; de oudere; major; (5) universiteit [verkorting van daigaku 大学]
gu (a) uitgestrekt; groot; (b) (zich) verbreiden
kou (a) uitgestrekt; groot; (b) verdraagzaamheid; (c) (zich) verbreiden
kei (1) uitzicht; gezicht; landschap; tafereel; schouwspel; (2) [ton.] deel van een bedrijf; scène; toneel; episode; (3) [maatwoord voor scènes]; (a) uitzicht; schouwspel; (b) toestand; situatie; (c) groot; fortuinlijk; (d) iets extra's geven; (e) bewonderen; respecteren
礼服reifuku vormelijke kleding; groot; ceremonieel tenue; groot gala; groot toilet; galakleding; galakostuum; gekleed kostuum; gala-uniform; [i.h.b.] avondkledij; avondkleding; avondtoilet; [男子用] rokkostuum
礼装reisou officiële dracht; groot; ceremonieel; officieel tenue; groot gala; galakleding; galakostuum; gala-uniform; volledig uniform; fulldress; staatsiekleed; avondkledij; avondtoilet
立派rippa (1) uitstekend; voortreffelijk; excellent; prachtig; schitterend; magnifiek; grandioos; prima; illuster; [m.b.t. gebouw] weids; [m.b.t. plechtigheid] groots; fijn; heerlijk; uitmuntend; [m.b.t. geleerde] groot; briljant; [m.b.t. verschijning] statig; indrukwekkend; imposant; (2) achtbaar; fatsoenlijk; voornaam; [m.b.t. houding] waardig; achtenswaardig; respectabel; prijzenswaardig; loffelijk; [m.b.t. zaak] schoon; (3) hoogstaand; verheven; nobel; (4) [m.b.t. spel] eerlijk; [m.b.t. behandeling] rechtvaardig; fair; sportief; (5) [m.b.t. reden] afdoend; [m.b.t. grond] voldoende; [m.b.t. echtgenote] wettig; rechtmatig
立派なrippana (1) uitstekend; voortreffelijk; excellent; prachtig; schitterend; magnifiek; grandioos; prima; illuster; [m.b.t. gebouw] weids; [m.b.t. plechtigheid] groots; fijn; heerlijk; uitmuntend; [m.b.t. geleerde] groot; briljant; [m.b.t. verschijning] statig; indrukwekkend; imposant; (2) achtbaar; fatsoenlijk; voornaam; [m.b.t. houding] waardig; achtenswaardig; respectabel; prijzenswaardig; loffelijk; [m.b.t. zaak] schoon; (3) hoogstaand; verheven; nobel; (4) [m.b.t. spel] eerlijk; [m.b.t. behandeling] rechtvaardig; fair; sportief; (5) [m.b.t. reden] afdoend; [m.b.t. grond] voldoende; [m.b.t. echtgenote] wettig; rechtmatig
育つsodatsu (1) opgroeien; groeien; groot; volwassen worden; wassen; tot wasdom komen; [veroud.] opwassen; (2) zich ontwikkelen; zich ontplooien; uitgroeien
該博gaihaku groot; uitgebreid; veelomvattend; encyclopedisch; extensief; diepgaand; erudiet
該博なgaihakuna groot; uitgebreid; veelomvattend; encyclopedisch; extensief; diepgaand; erudiet; van eruditie getuigend
重大juudai zwaar; ernstig; belangrijk; serieus; groot; zwaarwegend; gewichtig; van levensbelang; kritiek; cruciaal; aanzienlijk; aanmerkelijk; erg
重大問題juudaimondai groot; belangrijk; ernstig; serieus probleem; ernstige zaak; zaak van groot gewicht; hamvraag; de grote vraag
高いtakai (1) hoog; [背が〜] groot; lang; rijzig; scheutig; (2) hoog; schel; schril; schetterig; snerpend; hard; luid; doordringend; (3) alom bekend; welbekend; (4) hooggeplaatst; aanzienlijk; voornaam; (5) verheven; hooggestemd; nobel; edel; hoogstaand; (6) hooghartig; laatdunkend; superieur; trots; [fig.] opgeblazen; uit de hoogte; (7) hoog in prijs; duur; prijzig; kostbaar; duurkoop; aan de prijs; hoog genoteerd; expensief; [gew.] kostelijk; [Barg.] jouker; [Barg.] branderig
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 17 treffers, warandict: 37 treffers (zoekopdracht: 'groot', strategie: exact). 
2005-2023