日蘭辭典+

17 resultaten voor ‘handhaven’
日蘭辭典 (trefwoord)
ji-suru持する
t.w. houden; handhaven; in acht nemen. ¶ 固く持する pal staan. ¶ 五戒を持する de vijf geboden in acht nemen.
heiwa平和
zn. vrede m. ¶ 平和な vredig. ¶ 平和を維持する den vrede handhaven. ¶ 武裝の平和 gewapende vrede. ¶ 平和的侵入 vreedzame penetratie. ¶ 平和條約 vredesverdrag. ¶ 絶對平和主義 pacifisme; beginsel van vrede-tot-elken-prijs.
shuchō主張
zn. (1) [唱道] pleidooi o.; voorspraak v.; bepleiting v. (2) [持論] opinie o.; meening v. (3) [權利などの] aanspraak v.; bewering v.; handhaving v. (4) [固持] halsstarrigheid v.; volharding v. ¶ 主張する bepleiten; aanspraak maken. ¶ 自説を主張する eigen meening verdedigen; zijn standpunt handhaven. ¶ 無罪を主張する onschuld bepleiten. ¶ 權利を主張する een recht eischen. ¶ 主張者 pleiter; eischer.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <handhaven>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
保つtamotsu handhaven; behouden; bewaren; houden; aanhouden; onderhouden; ophouden; in stand houden; intact houden
保全するhozensuru ongeschonden bewaren; integraal behouden; intact houden; in stand houden; handhaven; conserveren; vrijwaren
保持するhojisuru handhaven; in stand houden; behouden; bewaren; mainteneren; onderhouden; aanhouden
ho (1) [Chin.gesch.] bǎo [= "bescherming"; administratieve eenheid]; (2) [ritsuryō] ho [= administratieve eenheid van vijf families (ko 戸)]; (3) [Jap.gesch.] ho [= administratief onderdeel van Heian-kyō ter grootte van vier buurten (chō 町)]; (4) [Jap.gesch.] ho [= kadastraal perceel in staatsbezit]; (5) [Jap.gesch.] ho [= administratieve eenheid van tien kō 甲 in koloniaal Taiwan]; (a) beschermen; onderhouden; verzorgen; (b) bewaren; handhaven; behouden; (c) instaan voor; garanderen; (d) employé; (e) buurtschap; (f) verzekering
堅持するkenjisuru [m.b.t. principe; doctrine; gewoonte; inzichten] vasthouden aan; het houden bij; zich streng houden aan; aanhangen; toegedaan zijn; trouw blijven aan; gehecht blijven aan; blijven bij; verdedigen; opkomen voor; handhaven; staande houden; volhouden
守るmamoru (1) zich houden aan; [約束を] houden; vasthouden aan [節操を]; handhaven; staande houden; [名誉を] ophouden; hooghouden; gestand doen; trouw blijven aan; in acht nemen; nakomen; betrachten; naleven; eerbiedigen; [規則を] observeren; [言い付けを] opvolgen; (2) verdedigen; beschermen; hoeden; behoeden; beschutten; bewaren; behouden; vrijwaren; protegeren; defenderen; bewaken; beveiligen; (3) [sportt.] dekken; [i.h.b. bij honkbal] verdedigen
shyu (1) [ritsuryō] shu [= het karakter 守 dat op een officieel document staat tussen de hoge ambtstitel en lage hofrang van de ondertekenaar]; (a) beschermen; vrijwaren; hoeder; (b) letten op; bewaren; handhaven; (c) gouverneur
持ち切るmochikiru (1) blijven dragen; (2) alles dragen; (3) behouden; in stand houden; handhaven; doen; laten voortduren; (4) voortduren; aanhouden; (5) hét onderwerp van gesprek zijn; er de hele tijd over praten; over niets anders praten dan
持ち続けるmochitsuzukeru blijven behouden; handhaven; bewaren; aanhouden; onderhouden; ophouden
持続するjizokusuru (1) voortduren; continueren; in stand blijven; aanhouden; duren; (2) doorgaan met; voortgaan met; gaande houden; voortzetten; [Belg.N.] verderzetten; (3) handhaven; doen; laten voortduren; in stand houden; aanhouden; continueren; laten blijven; onderhouden; bestendigen
止めるtodomeru (1) stoppen; tot staan brengen; tegenhouden; onderscheppen; intercepteren; ophouden; beletten verder te gaan; [原級に] doen zittenblijven; (2) laten blijven; laten logeren; verblijf doen houden; (3) achterlaten; nalaten; [記録に] optekenen; vastleggen; registreren; vasthouden; onthouden; bewaren; prenten; (4) handhaven; houden; in stand houden; [原形を] behouden; (5) […に~] beperken; limiteren; binnen de perken houden; in bedwang houden; (6) [心を] concentreren; fixeren; (7) het erbij laten; afbreken; een voortijdig einde maken aan; discontinueren; (8) de genadeslag geven
確保するkakuhosuru (1) stevig vasthouden; [座席を] vrijhouden; (2) handhaven; in stand houden; verzekeren; bewaren; veiligstellen
維持するijisuru handhaven; behouden; in stand houden; conserveren; ophouden; bewaren; onderhouden; aan de gang houden; gaande houden; doen voortgaan; doen voortduren
通す ; 徹す ; 透すtoosu (1) doorlaten; laten passeren; voorbij laten; langs laten lopen; langs laten gaan; langs laten komen; langs laten trekken; doen heendringen door; laten overgaan; [i.h.b.] laten slagen; geleiden; overbrengen; transmitteren; [法案を] aannemen; erdoor krijgen; goedkeuren; (2) inlaten; binnenlaten; laten doordringen; inbrengen; [糸を] insteken; doorhalen; doorsteken; penetreren; [糸に] rijgen; aaneenrijgen; (3) doorvoeren; doorzetten; doordrijven; [政策を] doortrekken; doordrammen; [inform.] doordouwen; handhaven; volhouden; standvastig blijven in; doen gelden; (4) blijven; doorgaan met; volharden in; door-; aanhoudend ~; aan één stuk ~; ten einde toe ~ [aangesloten op de ren'yōkei]
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.47 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 14 treffers (zoekopdracht: 'handhaven', strategie: exact). 
2005-2023