
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
kakeru・かける
(掛ける, 懸ける) (1) [吊す] ophangen; hangen. (2) [計量する] wegen. (3) [かけ渡す] bouwen; leggen; slaan. (4) [果す] opleggen; heffen. (5) [心配を] veroorzaken; bezorgen. (6) [金, 時間を] besteden. (7) [錠を] sluiten. (8) [乘ずる] vermenigvuldigen. (9) [注ぎかける] besprenkelen. i.w. (10) [腰を] gaan zitten. t.w. (11) [火を放す] in brand steken. (12) [掛金を] afbetalen. (13) [交尾さす] laten paren. (14) [著せる] aankleeden; bekleeden met. (15) [上へ廣げる] overdekken met; overspreiden. (16) [鑑定に] onderwerpen aan. ¶ 電話線をかける telefoon aanleggen. ¶ 刷毛をかける afborstelen. ¶ 四を三にかける vier met drie vermenigvuldigen. ¶ 電報をかける telegram zenden; telegrafeeren. ¶ 電話を掛ける telefoneeren; opbellen. ¶ 醫者にかける dokter consulteeren. ¶ 氣に掛ける ter harte nemen. ¶ 問を掛ける vraag richten tot. ¶ 思を掛ける verliefd worden op. ¶ 讀み掛ける beginnen te lezen. ¶ 火に掛ける op het vuur zetten.
SUPPLEMENT (trefwoord)
unazuku・頷く
(iw) (1) een bevestigende of instemmende knik met het hoofd geven; instemmen (met). (2) het hoofd laten hangen. (3) (frase) …のも頷ける ...no mo unazukeru het is begrijpelijk dat...; het is geen wonder dat. ¶ 寂しい子供時代を慰めてくれた存在が櫻子ちゃんだったのかな…と思うと、あれだけ妹を溺愛するのも頷ける。Sabisii kodomo jidai wo nagusamete kureta sonzai ga Sakurako-chan datta no ka na ... to omou to, aredake imōto wo dekiaisuru no mo unazukeru. Als ik erover nadenk dat het Sakurako was die zijn eenzame kindertijd verzachtte... dan is het geen wonder dat hij zijn zus zo verafgoodde. (twitter)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <hangen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ぶら下げるburasageru hangen; neerhangen; ophangen; behangen; laten bungelen; [een emmer enz.] dragen
下げる ; 提げるsageru (1) lager maken; doen zakken; neerlaten; laten zakken; [m.b.t. hoofd] buigen; (2) hangen; ophangen; neerhangen; laten hangen; [i.h.b.] uithangen; [m.b.t. wapen; zwaard e.d.] dragen; (3) [m.b.t. tafel] afruimen; afnemen; leegruimen; opruimen; vrijmaken; (4) meer naar achteren zetten; achteruitzetten; achteruit plaatsen; achteruit doen; [m.b.t. wagen] achteruitrijden; (5) [m.b.t. spaargeld enz.] opnemen; (laten) afschrijven; (6) [m.b.t. niveau; graad; waarde e.d.] verlagen; laten zakken; doen dalen; doen afnemen; verminderen; naar beneden halen; reduceren; neerhalen; [i.h.b.] depreciëren; [i.h.b.] degraderen; [i.h.b.] declasseren
半減hangen halvering; reductie met vijftig percent
吊すtsurusu [de was; kroonluchter enz.] ophangen (aan); hangen
吊るtsuru (1) ophangen; hangen; [m.b.t. zwaard] gorden; [m.b.t. legplank] bevestigen; [i.c.m. -ている] dragen; [i.c.m. 首を] zich ophangen; [i.c.m. 首を] zich verhangen; (2) [sumō-jargon] optillen; (3) [m.b.t. wenkbrauwen e.d.] rijzen
打ち煙るuchikeburu (1) [煙; 霞; もやが] hangen; (2) vaag zichtbaar zijn; doorschemeren; (3) een subtiele pracht vertonen
掛けるkakeru (1) ophangen; hangen; behangen; [鉤に〜] vasthaken; [十字架に〜] slaan; [審議に〜] aanhangig maken; (2) zetten tegen; plaatsen tegen; (3) bedekken; afdekken; spreiden over; overspreiden; overdekken; leggen op; [火に〜] op het vuur zetten; (4) [ケーブルを〜] leggen; [橋を〜] aanleggen; slaan; bouwen; installeren; (5) gaan zitten; plaatsnemen; zich neerzetten; (6) besprenkelen; gieten over; uitgieten over; begieten; bestrooien; [火を〜] in brand steken; [サラダにドレッシングを〜] aanmaken; (7) [眼鏡を] opzetten; [ショールを〜] omdoen; bekleden met; aankleden; (8) [ボタンを〜] dichtdoen; vastmaken; [錠を〜] sluiten; grendelen; vergrendelen; (9) [電話を〜] telefoneren; bellen; opbellen; een telefoontje plegen; [電報を〜] telegraferen; (10) wegen; het gewicht vaststellen; (11) vermenigvuldigen; (12) [望みを〜] een wens doen; z'n hoop vestigen op; [問いを〜] richten; [思いを〜] verliefd worden op; [人に…の疑いを〜] aankijken op; (13) [税を〜] opleggen; heffen; [面倒を] berokkenen; veroorzaken; bezorgen; aandoen; [心配を〜] met bezorgdheid vervullen; bezorgdheid teweegbrengen; zorgwekkend zijn; zorgen baren; verontrusten; troebleren; (14) [機械を〜] aanzetten; [目覚し時計を〜] zetten; [ミシンを〜] met; op de machine naaien; [アイロンを〜] strijken; [レコード; CDを〜] opzetten; afdraaien; [時計のねじを〜] opwinden; (15) [暇; 金を〜] besteden aan; (16) [賞金を〜] uitloven; (17) [診療に〜] onder medische behandeling plaatsen; onderwerpen aan; laten opnemen; [裁判に] voor het gerecht brengen; voor de rechter brengen; voorbrengen; laten voorkomen; consulteren; (18) [雌牛を雄牛に〜] stieren; naar; onder de stier brengen; laten paren; laten bollen; (19) [心に〜] denken aan; in acht nemen; in gedachten houden; voor ogen houden; rekening houden met; zich aantrekken; ter harte nemen; indachtig zijn; gedachtig zijn; onthouden
漂うtadayou (1) drijven; zweven; dobberen; (2) ronddrijven; rondzweven; ronddobberen; ronddwalen; ronddolen; rondhangen; rondwaren; rondzwerven; rondzwalken; op drift raken; (3) [香り; 雰囲気が] hangen; (4) een onzeker bestaan hebben; (5) wankelen; onstabiel zijn; (6) terugdeinzen; terugschrikken
還俗するgenzokusuru terugkeren tot de lekenstaat; lekenstand; de geestelijke stand; monnikenstand; priesterstand verlaten; de kap over de haag smijten; hangen
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 5 treffers, warandict: 9 treffers (zoekopdracht: 'hangen', strategie: exact).
2005-2023