RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <helpen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
与するkumisuru (1) iemands partij kiezen; trekken; nemen; partij kiezen voor; de kant kiezen van; gemene zaak maken met; aan iemands kant gaan staan; zich aansluiten bij; zich scharen aan de zijde van; het eens zijn met; bijvallen; [Belg.N.] bijtreden; (2) deelnemen aan; meedoen met; meewerken aan; betrokken zijn bij; (3) bijstaan; helpen; steunen; steun verlenen
世話するsewasuru (1) zorgen voor; zorg dragen voor; omkijken naar; omzien naar; hoeden; onder zijn hoede nemen; behartigen; verzorgen; passen op; letten op; toezien op; zich ontfermen over; zich bekommeren om; zich bemoeien met; helpen; (2) iem. helpen aan; iem. ~ aan de hand doen; iem. ~ in handen spelen; iem. laten kennismaken met; een ~ voor iem. vinden
乗せる; のせるnoseru (1) [op een vervoermiddel (de bus enz.)] zetten; plaatsen; [van bagage] laden; bevrachten; opladen; [een lifter enz.] oppikken; [iem. op de bus enz.] helpen; [i.h.b.] meevoeren; [passagiers enz.] meenemen; [i.h.b.] een lift geven; aan boord nemen; opnemen; (2) [op tafel enz.] zetten; plaatsen; stellen; leggen; [op de planken enz.] brengen; (3) iem. [door vleierij enz.] voor zich winnen; iem. aan zijn kant krijgen; iem. op zijn hand krijgen; iem. impalmen; iem. inpakken; iem. erin laten lopen; iem. erin laten trappen; iem. overhalen; iem. zover krijgen; (4) iem. [in het werk; complot enz.] betrekken; iem. laten deelnemen aan; iem. laten meedoen; (5) in de maat (laten) zijn met; in harmonie (laten) zijn met; (laten) harmoniëren; (6) [een boodschap enz.] overbrengen [langs telegrafische weg enz.]; transmitteren (via); transporteren (via); overvoeren (per)
介kai (a) ertussen komen; (b) helpen; assistentie; (c) pantser; harnas; (d) stug; ferm handhaven; (e) alleen; (f) gering
作動させるsadousaseru doen werken; doen draaien; doen lopen; doen functioneren; starten; in beweging zetten; brengen; aan de gang brengen; helpen; in werking brengen; zetten; stellen; activeren; actueren; aandrijven; drijven
利するrisuru (1) [~が] baten; baat geven; batig zijn; nuttig zijn; van nut zijn; voordelig zijn; voordeel aanbrengen; tot voordeel strekken; [~に] baat vinden bij; voordeel halen uit; gebaat worden door; profijt hebben van; (2) te baat nemen; ten nutte maken; gebruikmaken; benutten; profiteren; (3) begunstigen; helpen; bevoordelen
加担するkatansuru (1) helpen; ondersteunen; bijstaan; steunen; schragen; assisteren; steun verlenen; samenwerken; (2) meewerken; deelnemen; betrokken zijn; zich engageren; partij kiezen; zich aan de zijde scharen; opkomen voor; (3) samenspannen; samenzweren; complotteren
助けになるtasukeninaru tot hulp zijn; tot steun zijn; behulpzaam zijn; dienstig zijn; helpen; [form.] gerieven
助けるtasukeru (1) redden; verlossen; ontzetten; uit de nood; brand helpen; [i.h.b.] sparen; (2) helpen; bijstaan; assisteren; steunen; behulpzaam zijn; (3) bevorderen; bijdragen (tot); stimuleren; bevorderlijk zijn voor
助成するjoseisuru bevorderen; begunstigen; steunen; helpen; vooruithelpen; stimuleren; in de hand werken; ondersteunen; behartigen; subsidiëren; sponsoren; promoten; pousseren
去勢するkyoseisuru (1) castreren; snijden; lubben; ontmannen; emasculeren; steriliseren; onvruchtbaar maken; [euf.] helpen; (2) steriliseren; onvruchtbaar maken; ontvrouwen; [euf.] helpen; (3) [fig.] verzwakken; krachteloos maken; ontzenuwen; ontkrachten; de vitaliteit ontnemen; futloos maken
台無しにする ; 台無にする ; 台なしにするdainashinisuru er een potje van maken; verbroddelen; verknoeien; bederven; verbruien; verknallen; doen mislukken; verprutsen; om zeep brengen; helpen; verpesten; vermassacreren; [inform.] verknollen; [inform.] vermodderen; [inform.] verpoedelen; [Belg.N.] verbrodden; [volkst.] verkankelemienen; [vulg.] verkloten; [gew.] verfotsen; [gew.] verneuken; [gew.] veronnutten; [gew.] verpeuteren; [gew.] verprossen
役に立つyakunitatsu nuttig zijn; van pas komen; bruikbaar zijn; van nut zijn; handig zijn; van dienst zijn; dienstig zijn; dienen (tot); verstrekken (tot); baten; batig zijn; uithalen; baat geven; ten goede komen aan; helpen; gunstig zijn; bevorderlijk zijn; voordelig (in het gebruik) zijn; resultaat opleveren; effect hebben; probaat zijn; te stade komen; nut opleveren; nut afwerpen; nutten
役立つyakudatsu nuttig zijn; van pas komen; bruikbaar zijn; van nut zijn; handig zijn; van dienst zijn; dienstig zijn; behulpzaam zijn; dienen (tot); verstrekken (tot); baten; baat geven; uithalen; ten goede komen aan; helpen; gunstig zijn; bevorderlijk zijn; voordelig (in het gebruik) zijn; resultaat opleveren; effect hebben; probaat zijn; te stade komen; nut opleveren; nut afwerpen; nutten
御世話する ; お世話するosewasuru (1) helpen; bijstaan; ondersteunen; een helpende hand bieden; (2) een dienst verlenen; een dienst bewijzen; bemiddelen; bemiddeling verlenen; interveniëren; (3) zorg dragen voor; zorgen voor; toezien op; moeite doen voor; onder zijn hoede hebben
応援するouensuru (1) helpen; steunen; (2) aanmoedigen; bemoedigen; aanvuren; opwekken
手助けするtedasukesuru helpen; een handje helpen; bijstaan; z'n hulp aanbieden; gerieven; van dienst zijn
扶助するfujosuru steunen; helpen; bijstaan; ondersteunen; bedelen
援助するenjosuru helpen; bijstaan; ondersteunen; hulp; steun verlenen; assisteren; behulpzaam zijn
支援するshiensuru steunen; ondersteunen; bijstaan; helpen; [fig.] op de been houden; [fig.] stutten; [fig.] schragen
救助するkyuujosuru redden; helpen; bevrijden; ontzetten; ondersteunen
救恤するkyuujutsusuru ondersteunen; steun; hulp bieden; bijstand verlenen; steunen; helpen
救済するkyuusaisuru ondersteunen; steunen; steun; hulp verlenen; helpen; te hulp komen; bijstaan
救護するkyuugosuru redden; ontzetten; helpen; steunen; hulp; steun verlenen
祐yuu helpen; hulp; [i.h.b.] goddelijke redding
補ho (1) [wisk.] complementair; aanvullend; (2) assistent-; hulp-; … op proef; (a) aanvullen; (b) helpen; assistentie; (c) in een ambt aanstellen
補佐するhosasuru assisteren; helpen; bijstaan; [i.h.b.] adviseren; raad geven
補助するhojosuru (1) helpen; bijstaan; assisteren; steunen; (2) subsidiëren; ondersteunen; tegemoetkomen; [Belg.N.] betoelagen
載せるnoseru (1) [op een vervoermiddel (de bus enz.)] zetten; plaatsen; [van bagage] laden; bevrachten; opladen; [een lifter enz.] oppikken; [iem. op de bus enz.] helpen; [i.h.b.] meevoeren; [passagiers enz.] meenemen; [i.h.b.] een lift geven; aan boord nemen; opnemen; (2) [op tafel enz.] zetten; plaatsen; stellen; leggen; [op de planken enz.] brengen; (3) iem. [door vleierij enz.] voor zich winnen; iem. aan zijn kant krijgen; iem. op zijn hand krijgen; iem. impalmen; iem. inpakken; iem. erin laten lopen; iem. erin laten trappen; iem. overhalen; iem. zover krijgen; (4) iem. [in het werk; complot enz.] betrekken; iem. laten deelnemen aan; iem. laten meedoen; (5) in de maat (laten) zijn met; in harmonie (laten) zijn met; (laten) harmoniëren; (6) [een boodschap enz.] overbrengen [langs telegrafische weg enz.]; transmitteren (via); transporteren (via); overvoeren (per); (7) [een advertentie in de krant enz.] zetten; plaatsen; opnemen; publiceren; optekenen; vermelden; te boek stellen