
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <hevig>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ハードhaado (1) hard; (2) vinnig; hevig; zwaar; (3) hard; zwaar; moeilijk; lastig; (4) [comp.] hardware; apparatuur; (5) Hurd
ヘヴィhevuxi (1) inspanning; krachtinspanning; effort; [sportt.] sprintje; (2) zwaar; veel wegend; (3) zwaar; hevig; erg; aanzienlijk; lastig; moeilijk; (4) intens; inspannend
健ken (a) gezond; kloek; (b) hevig; enorm
凄まじいsusamajii (1) ontzaglijk; verschrikkelijk; vreselijk; ontzagwekkend; ontzettend; afschuwelijk; afgrijselijk; gruwelijk; (2) geweldig; enorm; heel erg; buitengewoon; hevig; formidabel; (3) verbluffend; ongelofelijk; verbazingwekkend; verbazend
切実にsetsujitsuni hevig; ernstig; fel; intens; scherp; acuut
劇geki (1) toneelkunst; kunst van de opvoering van toneelstukken; acteerkunst; kunst van het toneelspelen; (2) drama; toneel; toneelspel; toneelstuk; theaterstuk; theater; (3) hevig; enorm; fel; (a) hevig; druk; sterk; (b) spel; drama; (c) schouwburg
強いtsuyoi (1) sterk; krachtig; stout; stevig; impressief; [m.b.t. klap] hard; [m.b.t. houding] ferm; [m.b.t. verzet] duchtig; geducht; hevig; [m.b.t. band] hecht; [m.b.t. gevoel] intens; [m.b.t. geur] scherp; [m.b.t. uitspraak] kras; [m.b.t. geest; geloof enz.] kloek; [m.b.t. bries] stijf; [m.b.t. drank] zwaar; (2) bestand (tegen); gehard tegen; -bestendig; goed tegen [drank; alcohol enz.] kunnen [direct voorafgegaan door ni に]; (3) sterk (in); goed (in); kundig (in); bekwaam (in); bedreven (in)
強烈kyouretsu zwaar; hard; hevig; sterk; intens; krachtig
思いっ切りomoikkiri (1) heftig; hevig; krachtig; energiek; (2) afschuwelijk; afgrijselijk; vreselijk; verschrikkelijk; ontzettend; gruwelijk; (3) naar hartelust; zonder zich te beperken; (4) met alle macht; uit alle macht; (5) grondig; door en door; compleet; volledig
思い切り ; 思いきりomoikiri (1) berusting; gelatenheid; geestestoestand waarbij men alle hoop opgegeven heeft; het afzien van iets; (2) besluit; beslissing; voornemen; (3) heftig; hevig; krachtig; energiek; (4) afschuwelijk; afgrijselijk; vreselijk; verschrikkelijk; ontzettend; gruwelijk; (5) naar hartelust; zonder zich te beperken; (6) met alle macht; uit alle macht; (7) grondig; door en door; compleet; volledig
急性kyuusei acuut; dringend; kritisch; ernstig; hevig; intens
恐ろしいosoroshii (1) vreselijk; verschrikkelijk; angstwekkend; afgrijselijk; afgrijslijk; affreus; gruwelijk; ontzettend; beestachtig; beestig; (2) hevig; geweldig; woest; wild; (3) erg; geweldig; ontzaglijk; ontzagwekkend
手痛いteitai (1) hevig; zwaar; serieus; geducht; duchtig; (2) pijnlijk; schrijnend; nadelig; schadelijk; nefast
散々sanzan (1) enorm; erg; hevig; uiterst; geweldig; ontzettend; ontzaglijk; ontstellend; (2) vreselijk; verschrikkelijk; afschuwelijk; gruwelijk; afgrijselijk; wreed; ellendig; bitter; meedogenloos; ongenadig; niets ontziend; (3) vergruisd; verbrijzeld; in kleine stukjes uiteengevallen; totaal verwoest; (4) enorm; vreselijk; geweldig; erg; zeer; ontzettend; diepgaand; ernstig; grondig; door en door
暴れるabareru zich agressief gedragen; hevig; wild tekeergaan; flink huishouden; amok maken; [Barg.; volkst.] rauzen
染み染み ; 沁み沁みshimijimi [m.b.t. spijt; leedwezen] diep; [m.b.t. berouw] hevig; [m.b.t. aanvoelen] scherp; intens; zeer sterk; zwaar; ernstig; doorvoelend; doorvoeld; met gevoel; gevoelvol; [m.b.t. luisteren; (be)kijken enz.] goed; door en door; aandachtig
渇望katsubou [fig.] dorst; hunkering; hevig; vurig; sterk verlangen; begeerte; zucht; smacht
渇望するkatsubousuru dorsten; hevig; vurig; sterk verlangen; hunkeren; snakken; smachten
激geki (1) super-; mega-; kei-; buitengewoon …; enorm …; extreem …; (a) hevig; heftig; geweldig; (b) aanmoedigen; (c) hoog oplopen; intenser worden
激しい ; 烈しい ; 劇しいhageshii (1) hevig; streng [b.v. kou]; scherp; vinnig; intens; zwaar [b.v. storm]; geducht; hard; stevig [b.v. ruzie]; flink; duchtig; fel [b.v. temperament]; fiks; kras; (2) onstuimig; heftig; geweldig; vehement; vurig; stormachtig; fervent; razend; hartstochtelijk [b.v. liefde]; verwoed; verhit [b.v. strijd]; van je welste; hels
激しくhageshiku hard; intensief; sterk; stevig; zwaar; flink; fiks; krachtig; hevig; heftig; fel; vurig; vinnig; woest; onstuimig; stormachtig; verwoed; razend; fanatiek; hartstochtelijk; wild; intens; verhit; geducht; duchtig; vehement; geweldig; hels; erg; verschrikkelijk; vreselijk; dat het een aard had; als een gek; van je welste
激烈gekiretsu (1) hevigheid; heftigheid; felheid; verbetenheid; barheid; vinnigheid; verwoedheid; vurigheid; onstuimigheid; woestheid; furie; geweld; wildheid; intensiteit; (2) hevig; heftig; geweldig; fel; verbeten; bar; vinnig; verwoed; vurig; onstuimig; woest; furieus; wild; intens; extreem; zeer krachtig; violent; verschrikkelijk
激闘gekitou hevige; zware; harde strijd; hevig; zwaar; hard gevecht
激闘するgekitousuru hevig; fel vechten; zwaar; hard strijden; verwoed strijd leveren
熱情的netsujouteki gepassioneerd; vurig; ijverig; bezield; hartstochtelijk; heftig; fervent; gloeiend; gloedvol; hevig; verwoed
熱烈netsuretsu vurig; ijverig; gloedvol; fervent; hevig; hartstochtelijk; gepassioneerd; enthousiast; geestdriftig
熾烈shiretsu fel; hevig; zwaar; hard; vinnig; heftig; scherp; bits
猛mou (1) energiek; heftig; onstuimig; (2) woest; fel; (a) wild; ruw; ruig; (b) fel; hevig; geweldig; verwoed
猛しtakeshi (1) dapper; moedig; stoutmoedig; onverschrokken; (2) energiek; hevig; woest; (3) bemoedigd; gerustgesteld; (4) uitstekend; schitterend; (5) [~き事] uiterste; al het mogelijke; maximum
猛烈mouretsu hevig; heftig; intens; sterk; zwaar; hard; geweldig; krachtig; stormachtig; wild; fel; verwoed; vurig; verhit; verschrikkelijk; vreselijk; ontzettend; ontzaglijk
猛烈なmouretsuna hevig; heftig; intens; sterk; zwaar; hard; geweldig; krachtig; stormachtig; wild; fel; verwoed; vurig; verhit; verschrikkelijk; vreselijk; ontzettend; ontzaglijk
猛烈にmouretsuni (1) hevig; heftig; verwoed; intens; uiterst; geweldig; keihard; hard; zwaar; krachtig; fel; vinnig; vurig; energiek; zeer fanatiek; furieus; onwijs; buitengewoon; als een bezetene; dat het een aard heeft; als geen ander; als de bliksem; als een gek; dolle; uit alle macht; (2) vreselijk; verschrikkelijk; ontzettend; afschuwelijk; geweldig; erg; ontstellend
獰猛doumou (1) felheid; hevigheid; heftigheid; verwoedheid; woestheid; wildheid; vinnigheid; grimmigheid; (2) fel; hevig; heftig; woest; verwoed; wild; vinnig; grimmig
甚いitai (1) hevig; krachtig; fel; heftig; ferm; (2) prachtig; gaaf; prima; super; (3) […~] enorm …; buitengewoon …
甚くitaku (1) zeer; erg; fel; hevig; intens; enorm; geweldig; bijzonder; buitengewoon; ongemeen; (2) [~…ず] niet erg; niet zo; niet al te; niet bijster
甚だしいhanahadashii zwaar; enorm; geweldig; van je welste; grof [bv. vergissing]; schromelijk; flagrant; intens; fel; bar; vehement; hevig; hard; streng [bv. koude]; ernstig; kapitaal; extreem; razend
痛tsuu (1) pijn hebben; pijn doen; -algie; (2) psychisch lijden; (3) hevig; intens
痛切tsuusetsu scherp; doordringend; bijtend; vinnig; hevig; fel; ernstig; serieus
痛切なtsuusetsuna scherp; doordringend; bijtend; vinnig; hevig; fel; ernstig; serieus
痛切にtsuusetsuni scherp; vinnig; hevig; fel
荒々しいaraarashii (1) wild; woest; ruw; geweldig; onstuimig; heftig; hevig; stormachtig; (2) boers; onverfijnd; lomp; onbehouwen
荒々しくaraarashiku (1) wild; woest; ruw; geweldig; heftig; hevig; stormachtig; (2) boers; onverfijnd; lomp; onbehouwen
荒立つaradatsu (1) hevig; woest worden; hoog oplopen; [波が] hoog rijzen; (2) verergeren; ingewikkelder worden; gecompliceerd worden; (3) woeden; razen; zich woest gedragen; hevig tekeergaan
血ketsu (1) [Oosterse geneesk.] lichaamsvocht; [i.h.b.] bloed; (a) bloed; (b) bloedband; (c) hevig; verwoed; (d) levendig; vief
酷koku (1) hard; cru; wreed; zwaar; streng; scherp; fel; vinnig; (a) streng; wreed; erg; (b) hevig; fel
酷いhidoi (1) wreed; hard; verschrikkelijk; gruwelijk; enorm; ontzettend; vreselijk; onmenselijk; slecht; gemeen; duivels; donders; heidens; verduiveld; verduveld; verdomd; deksels; drommels; [気分が] bedonderd; (2) erg; guur; [~寒さ] bitter; bar; zwaar; flink; hevig; geweldig; [~発言] straf; van je welste; [~批評] scherp
酷評するkokuhyousuru scherp; fel; heftig; hevig; vernietigend; vinnig (be)kritiseren; scherp hekelen; gispen; afbreken; afkraken; afkammen; kraken; [fig.] geselen; [fig.] op de korrel nemen; [fig.] schieten op; [fig.] tegen ~ aan schoppen
鋭い ; 尖いsurudoi (1) scherp; scherpsnijdend; spits; puntig; scherpgepunt; scherpgekant; (2) [fig.] scherp; [m.b.t. woorden; kritiek; opinie; opmerking enz.] grievend; stekelig; striemend; vinnig; spits; bits; vlijmscherp; bijtend; fel; heftig; schril; pinnig; priemend; schrijnend; poignant; cassant; navrant; [m.b.t. pijn] stekend; vlijmend; snijdend; hevig; (3) scherp; scherpzinnig; snedig; spits; kien; pienter; schrander; vernuftig; fijnzinnig; doordringend; ad rem
非常hijou (1) nood; noodgeval; emergency; uitzonderlijkheid; ; (2) buitengewoon; bijzonder; ongewoon; ongemeen; buitengemeen; extreem; immens; enorm; grandioos; verschrikkelijk; ; (3) (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
非常にhijouni (heel) erg; heel; zeer; buitengewoon; buitengemeen; hevig; enorm; ongemeen; ongewoon; geweldig; ontzaglijk; intens; vehement; extreem; bijzonder; uitzonderlijk; mateloos; danig; hoogst; zeerst; uiterst; in hoge mate; ontzettend; razend; verschrikkelijk; vreselijk; bot; bar; ~ tot-en-met; reuze ~; machtig; uitermate; bovenmate; buitenmate; hooglijk; deerlijk; grotelijks; schromelijk; [scherts.] angstig [klein enz.]; [inform.] ontiegelijk; [inform.] hartstikke; [inform.] onwijs; [inform.] stierlijk; dol-; [inform.] oer-; over-; steen-; [inform.] kei-
高度koudo (1) hoogte; (2) sterkte; kracht; krachtigheid; intensiteit; (3) hoge mate; grote mate; hoog peil; (4) sterk; krachtig; intens; hevig; in hoge graad; in hoge mate; (5) geavanceerd; hoog ontwikkeld; gesofisticeerd; gesofistikeerd; (6) in hoge mate; in grote mate; in hoge graad; in een hoog peil
Tijd: 0.47 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 51 treffers (zoekopdracht: 'hevig', strategie: exact).
2005-2023