日蘭辭典+

12 resultaten voor ‘huilen’
日蘭辭典 (trefwoord)
namida
(涙) zn. traan m. ¶ 流す tranen storten; schreien; weenen. ¶ を誘ふ tot tranen roeren; tranen in de oogen brengen. ¶ を呑む tranen inhouden. ¶ ぐむ in tranen. ¶ なき人 ongevoelig mensch; hardvochtig mensch. ¶ 脆い sentimenteel; spoedig geneigd tot tranen. ¶ を拭く tranen drogen. ¶ 雨 zacht regentje. ¶ 金 troostgeld.
usobuku嘯く
(嘘ぶく, うそぶく) i.w. loeien; brullen; huilen; fluiten ¶ 空嘯いて met ergerlijke onverschilligheid; met een gezicht of men zich er niets van aantrekt.
dasu出す

t.w. (1) [突出] uitstrekken; uitsteken. (2) [取出] uithalen; voor den dag halen. (3) [を] aanwenden; inspannen. (4) [發送] verzenden; sturen. (5) [發行] uitgeven. (6) [食事を] opdienen; serveeren. (7) [解雇] ontslaan. (8) [差出] inzenden. (9) [拂ふ] betalen. (10) [開業] beginnen. (11) [產出] voortbrengen. (12) [口に] zeggen. (13) [供給] aanschaffen. ¶ 出す bladeren krijgen. ¶ 質物を出す pand terughalen. ¶ 狂言をだす comedie opvoeren. ¶ 寄附出す bijdrage schenken. ¶ 國旗を出す nationale vlag uitsteken. ¶ 切符をを出しなさい verzoeke uw kaartjes te vertoonen. ¶ 降り出す beginnen te regenen. ¶ 泣き出す beginnen te huilen.

SUPPLEMENT (trefwoord)
zus, zuster

[de, zussen; zusters] (1.a.a) [oudere zus(ter); mijn [onze] zus(ter)] ane (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons oudere zuster (niet erend, niet beleefd); over een oudere zuster in algemene zin). ¶ 回転いいAne wa atama no kaiten ga ii. Mijn zus is vlot van begrip. 料理先生にして習いました。 Ryōri wa ane wo sensei ni shite naraimashita. Mijn zus heeft me koken geleerd. (TTC) (1.a.b.) [oudere zus; jongedame; aanspreekvorm serveerster] 姉さん anesan (algemeen of neutraal beleefd).

(1.b) [oudere zus(ter), uw [hun] zus(ter); aanspreekvorm serveerster] 姉さん neesan; お姉さん oneesan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons oudere zuster; binnen wij-groep over of naar de eigen oudere zuster; in algemene zin); おちゃん oneechan (idem, maar meer familiair of vertroetelend). NB met name onder en naar kinderen worden deze vormen ook gebruikt om in algemene zin naar oudere zussen te verwijzen. ¶ メアリーは遊園地で一人で泣いている男の子を見つけて、やさしくをかけた。「ねえぼくどうしたの? 迷子になっちゃったの? おちゃんが迷子センターに連れてってあげようか?」 Mearii wa yūenchi de hitori de naite iru otoko no ko wo mitsukete, yasashiku koe wo kaketa. ‘Nee, boku, dōshita no? Meigo ni nattyatta no? Oneechan ga meigo-sentā ni tsurete tte ageyō ka?’ In het pretpark vond Mary een huilend jongetje. Met zachte stem sprak ze: ‘Hee, jongetje, wat is er aan de hand? Ben je je ouders kwijt? Zal ik [lett. de oude zus] je naar de informatiebalie brengen [lett. zoekgeraakte-kinderen-afdeling]?’ (TTC)

(2.a) [jongere zusje/zuster, mijn [onze] zuster/zusje] imōto (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons jongere zuster (niet erend, niet beleefd); over een jongere zuster in algemene zin). ¶ の咲子ですと年子で、受験生ですImōto no Sakiko desu. Boku to toshigo de, ima jukensei desu. Dit is mijn zusje Sakiko. Ze minder dan een jaar jonger dan ik en studeert nu voor haar toelatingsexamens. ¶ をパーティーに連れて行きます。 Imōto wo paatii ni tsurete ikimasu. Ik neem mijn zus mee naar het feestje. (TTC) NB in een wij-groep noemen oudere broers en zussen hun jongere zuster alleen bij naam (dit vloeit voort uit de hiërarchie), omgekeerd spreken jongere broers en zussen hun oudere zussen normaal gesproken als姉さん oneesan aan. (Miura)

(2.b) [jongere zusje/zus(ter), uw [hun] zusje/zus(ter)] さん imōtosan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons jongere zuster, of in algemene zin). ¶ 今度さんを連れていらっしゃい。 Kondo wa imōtosan wo tsurete irasshai. Neem de volgende keer je zus mee. ¶ さんによろしくね。 Imōtosan ni yoroshiku ne. Doe de groetjes aan je zus. (TTC)

(3) [zusters, zussen, zusjes] shimai; [oudere zus en jongere broer] 姉弟 kyōdai;[oudere broer en jongere zus] 兄妹 kyōdai; [broer en zus] 兄姉 kyōdai; [broers of broer en zus] 兄弟 kyōdai.

(4) [verpleegster] 看護婦 kangofu; [verpleger m/v] 看護士 kangoshi.

(5) [non] 修道女 shūdōjo; 修道尼 shūdōni; 尼僧 nisō.

RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <huilen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
吠える ; 吼える ; 咆えるhoeru (1) blaffen; aanblaffen; bassen; bauwen; blekken; [m.b.t. leeuw e.d.] brullen; briesen; [m.b.t. wolf e.d.] huilen; [m.b.t. rundvee e.d.] bulken; aanslaan [van jachthond bv.]; [jachtt.] hals geven; (2) [m.b.t. mens als onderwerp] gillen; brullen; bulderen; schreeuwen; joelen; (3) [m.b.t. wind e.d.] huilen; gieren; razen; loeien
吹き荒ぶfukisusabu (1) fel blazen; zeer hard waaien; woeden; stormen; razen; hevig tekeergaan; bulderen; loeien; huilen; (2) recreatief blazen; spelen op
哀哭するaikokusuru weeklagen; jammeren; klagen; lamenteren; kermen; janken; huilen
唸るunaru (1) [m.b.t. mensen] kermen; kreunen; steunen; jammeren; weeklagen; (2) [m.b.t. dieren] grommen; brommen; brullen; gonzen; loeien; huilen
嘯くusobuku (1) gelaten zeggen; met het grootste gemak beweren dat; schaamteloos; arrogant stellen dat; (2) opscheppen; pochen; snoeven; bluffen; overdrijven; (3) zwaar uitblazen; [i.h.b.] fluiten; (4) declameren; voordragen; opzeggen; (5) [dierk.] huilen; janken
打ち泣くuchinaku huilen; uithuilen; schreien; uitschreien
泣き喚くnakiwameku janken; huilen; schreien; krijten; ach en wee roepen
泣く ; 哭くnaku (1) huilen; schreien; janken; gieren; [form.] wenen; [form.] krijten; [inform.] blèren; [inform.] blerken; [pejor.] grienen; [i.h.b.] in tranen zijn; [Barg.; volkst.] piemelen; [Barg.] glimmen; [Barg.] planjeren; (2) verdriet hebben; treurig zijn; (3) erop toegeven; [i.h.b.] een gevraagde koopprijs verminderen; afkomen
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.56 sec. jiten.nl: 4 treffers, warandict: 8 treffers (zoekopdracht: 'huilen', strategie: exact). 
2005-2023