RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <huis>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
ノー・ブラnoobura (1) bh-loos; beha-loos; zonder bh; (2) merkloos; huismerk; huis-; wit artikel
ノー・ブランドnooburando (1) huismerk; eigen merk; wit artikel; product; (2) zonder merknaam; huis-; loco-; merkloos; generiek; generisch
ハウスhausu (1) huis; woning; (2) plasticfolie-kas; broeikas
ホームhoomu (1) perron [verkorting van プラットホーム]; (2) huis; gezin; (3) tehuis; home; (4) geboortestreek; vaderland; thuis; (5) [honkbal] thuishonk; thuisplaat
一家ikka (1) familie; de gehele familie; (2) huis; huishouden; (3) stijl
一筋 ; 一条hitosuji (1) lijn; streep; striem; straal; streng; (2) familie; geslacht; clan; huis; (3) kunst; vaardigheid; (4) honderd aan een snoer geregen muntstukken; (5) gewone maatregelen; gebruikelijke methode; (6) gewoon; normaal; gebruikelijk; (7) toegewijd; noest; ernstig; ijverig; vlijtig; (8) vlot; ongehinderd; zonder hapering; vloeiend
世話sewa (1) zorg; hoede; behartiging; verzorging; ontferming; oppassing; hulp; (2) goede diensten; bijstand; vriendelijke bemoeienis; [i.h.b.] (welwillende) bemiddeling; [i.h.b.] voorspraak; (3) last; ongerief; ongemak; overlast; (4) leven van alledag; dagelijks leven van de gewone man; het alledaagse; het banale; (5) sewa [genre in de kabuki-toneelkunst of het jōruri-recitatief dat het dagelijks leven van de gewone man tot thematiek heeft]; (6) verstaanbare taal; gewoon taalgebruik; spraakgebruik; huis-; tuin- en keukentaal; Jip-en-Janneketaal; volksmond
住まい ; 住居sumai (1) huis; thuis; woning; verblijf; verblijfplaats; woonplaats; domicilie; vestigingsplaats; woonhuis; behuizing; huizing; onderkomen; [form.] woonstede; [meton.] adres; [meton.] huisadres; (2) leven; bestaan [vaak gebruikt als suffix]
住宅juutaku woning; woonhuis; huis; woningpand; [verzameln.] woonvoorziening; huizing; behuizing
住居juukyo woonplaats; [form.] woonstede; residentie; verblijfplaats; vestigingsplaats; verblijf; behuizing; huis; woning; huizing; thuis
別宅bettaku (1) tweede woning; huis; [i.h.b.] buitenverblijf; (2) deuxième bureau; huis van een maîtresse
宅taku (1) huis; thuis; woning; verblijf(plaats); woonplaats; residentie; [voorafgegaan door -san ~さん] familie ~; (2) mijn man; [i.h.b.] ons gezin [term waarmee een echtgenote haar man aanduidt]; (3) u [steeds voorafgegaan door o お]
宇u (1) [= maatwoord voor gebouwen; daken; tenten]; (a) dakrand; dak; huis; (b) hemel; zwerk; uitspansel
宮kyuu [astron.; astrol.] teken; hemelteken; sterrenbeeld; gesternte; [veroud.] huis
家宅kataku huis; woning; woonst; woonplaats; domicilie
家屋kaoku huis; gebouw
家ie (1) woning; (2) huis; behuizing; thuis; [後ろの] achterhuis; (3) huishouden; familie
家uchi (1) huis; woning; (2) thuis; zijn familie; zijn verwanten
家ka (1) -huis; (2) beoefenaar van sport; beoefenaar van kunst; expert in ~
家ke (1) huis; (2) familie; geslacht; stamhuis
宿りyadori (1) verblijf; onderkomen; onderdak; logies; accommodatie; (2) adres; woonplaats; verblijfplaats; vestigingsplaats; (3) schuilgelegenheid; schuilplaats; toevluchtsoord; beschutting; (4) [astrol.] huis; sterrenbeeld; teken van de dierenriem
宿 ; 屋戸 ; 屋外yado (1) herberg; hotel; logement; hostel; (2) onderkomen; onderdak; verblijf; verblijfplaats; logies; herberging; huisvesting; inwoning; (3) huisdeur; buitendeur; voordeur; portaal; ingang van een huis; deuropening; deurgat; (4) omgeving van de voordeur; [op de] drempel; [op de] stoep; voortuin; (5) huis; woning; domicilie; woonplaats; woonst; behuizing; (6) thuis; eigen huis; eigen haard; home; (7) heer des huizes; huisheer; mijnheer; mijn man [woord waarmee de vrouw des huizes aan haar man refereert]; (8) ouderlijk huis van een dienstbode; ouders van een huisbediende; patroon van een dienstbode; (9) verzamelpunt; trefpunt; ontmoetingspunt; verzamelplaats; ontmoetingsplaats; hol [van ontucht; gok-]; rendez-voushuis; (10) huis van bewaring te Edo; geishahuis
屋内のokunaino binnen-; overdekt; huis-; zaal-; indoor-
屋内okunai (1) binnenste; interieur van een huis; (2) binnen-; huis-; binnenhuis-; indoor-
屋oku (a) huis; verblijf; gebouw; (b) dak
店mise winkel; zaak; handel; bazaar; magazijn; firma; huis
戸ko (1) toegang; toegangsdeur; deur; (2) huis; woning; gezin; (3) [ritsuryō] huishouden; huisgezin; (4) [maatwoord voor huizen; gezinnen]; (a) toegang; deur; (b) huis; gezin; (c) drankverbruik
所toko (1) plaats; plek; (2) huis; thuis; (3) familie; afkomst; (4) moment; (5) geval; (6) […がとこ] ten bedrage van
日常nichijou dagelijks; daags; alledaags; ~ van alledag; huis-; tuin- en keuken-; gewoon
有り触れたarifureta (1) gewoon; gebruikelijk; veel voorkomend; gangbaar; alledaags; huis-; tuin- en keuken-; banaal; (2) afgezaagd; clichématig; cliché; versleten; triviaal
行商gyoushyou (1) het venten; straathandel; huis-aan-huisverkoop; colportage; (2) venter; leurder; marskramer; straatventer; straathandelaar; huis-aan-huisverkoper; colporteur
行商人gyoushyounin rondtrekkend koopman; venter; leurder; straathandelaar; straatventer; huis-aan-huisverkoper; ambulante handelaar; handelsreiziger; kramer; marskramer; colporteur; standwerker; zwemmer
邸宅 ; 第宅teitaku woning; huis; villa; verblijf; optrek; [Belg.N.; niet alg.] woonst; [i.h.b.] herenhuis
院外ingai (1) buiten het Parlement; Huis; buiten de Kamer; (2) buiten het ziekenhuis; instituut; buiten de instelling; extramuraal; extern