日蘭辭典+

78 resultaten voor ‘ik’
SUPPLEMENT (titelwoord)
ik, mijn, mij

(1.a) (persoonlijk voornaamwoord; onderwerpsvorm) [ik] [わたし] watashi (algemeen beleefd); watakushi (formeel); boku (informeel; meest door jongens en mannen gebruikt, zelden door meisjes); あたし [] atashi (informeel; meest door vrouwen gebruikt; soms door mannen in snelle spraak); ore (informeel; meest door mannen gebruikt). NB ‘ik’ wordt vaak niet uitgedrukt in het Japans, context en richtinggevende werkwoorden zijn vaak voldoende. De onderwerpsvorm ‘ik’ wordt in het Japans expliciet uitgedrukt via de achtervoegsels は wa en が ga, maar in spreektaal, of informele schrijftaal (briefjes, internet, mobiel), worden deze ook vaak weggelaten. Tevens kan het partikel も mo, dat ‘ook’ betekent, de plaats van は wa en が ga innemen. ¶ オランダ語が話せますか。 ええ。話せます。Orandago ga hanasemasu ka. Ee. Hanasemasu. Spreek je Nederlands? Ja, ik spreek Nederlands. NB Door de structuur van vraag en antwoord in het voorafgaande voorbeeld is duidelijk wat op wie betrekking heeft en daarom laat men in het Japans ‘ik’ (en ‘je’) weg. Antwoorden met wel een expliciet ‘ik’ zijn dan niet neutraal en dragen extra betekenis. Bijvoorbeeld: ええわたしは、話せます。 Ee. Watashi wa, hanasemasu. Dat zou vertaald kunnen worden als: ‘Andere mensen spreken geen Nederlands, maar ik wel’. ¶ 滝沢はフランス語が話せるけど、健、お前は? も話せるよ。 Takizawa wa Furansugo ga hanaseru kedo, Ken, omae wa? Boku mo hanaseru yo. Takizawa spreekt Frans. En jij, Ken? Ik ook hoor. [Ik spreek het ook hoor.] (BEJD) NB In het antwoord van Ken kan een Japanse vorm voor ‘ik’ niet weggelaten worden, door de nadruk die het heeft.

(1.b) (bezitsvorm) [mijn, m’n, van mij] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) gevolgd door の no, dus 私の watashi no, 僕の boku no etc. Afhankelijk van de context kan ‘mijn’ onuitgesproken blijven. ¶ 私の子供達はもうすぐ春休みですWatashi no kodomotachi wa mō sugu haruyasumi desu. Mijn kinderen hebben bijna voorjaarsvakantie. (TTC)

(1.c) (voorwerpsvorm) [mij, me] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) maar dan vaak gevolgd door を [w]o of に ni. Afhankelijk van de context kan ‘mij’ onuitgesproken blijven. Niet alle Nederlandse voorwerpsvormen hebben in het Japans grammaticaal equivalente vormen. ¶ 哀れに思って助けてくれたのさ。 Ore wo aware ni omotte tasukete kureta no sa. Hij had medelijden met mij en hielp me daarom uit de brand. (informeel, mannelijke spreker). ¶ 両親にはがきを送ってくれた。 Ryōshin ga watashi ni hagaki wo okutte kureta. M’n ouders hebben me een ansichtkaart gestuurd. (TTC)

(2) (znw.) [het ik; het ego; het zelf] 自我 jiga; 我 [われ] ware; 我 ga; watashi. ¶ 日本人の自我 Nihonjin no jiga Het Japanse zelf [Het Japanse ik].

日蘭辭典 (trefwoord)
watakushi
zn. (1) [祕密] geheim o. (2) [不公平] partijdigheid v.; vooroordeel o.; onbillijkheid v. (3) [利] eigenbaat m. ¶ privé aangelegenheden; particuliere belangen. ¶ なき onpartijdig; belangeloos; onbaatzuchtig. ¶ persoonlijk; eigen; privé; particulier. ¶ に in ’t geheim; achterbaks. ¶ する zich toeëigenen; verduisteren. ※ cf [[watakushiwatashi‚ atashi]]
watashi
watakushi を見よ.
boku
zn. knecht m.; vnw. ik.
ore
vmw. ik. ¶ me; mij. ¶ mijn. ¶ mij; me.
temae手前
vmw. (1) [自分] ik. (2) [汝] gij; jij. zn. (3) [此方] deze kant m.; bw. hier. ¶ 手前叔父で御座います hij is mijn oom. ¶ 手前の知ったことぢやない het gaat je niets aan. ¶ 手前 aan deze kant van de rivier.
aru有る
(在る) i.w. (1) [存在] zijn; bestaan; voorkomen. (2) [所在] zijn; liggen; gelegen zijn. (3) [發生] gebeuren; plaats grijpen; plaats vinden; geschieden. (4) [機會が] zich voordoen. (5) [所有] t.w. hebben; bezitten. (6) [容量] meten; wegen; bevatten. ¶ 其の家は今ありますか bestaat dat huis nog? is dat huis er nog? ¶ 日本は支那の東に在り Japan ligt ten oosten van China. ¶ 此家には庭がある dit huis heeft een tuin. ¶ は金がない ik heb geen geld. ¶ 長さ三尺ある het meet drie voet; het is drie voet lang. ¶ 此處に激戰があった hier had een hevige veldslag plaats. ¶ 機會があれば als de gelegenheid zich voordoet.
aruiwa或は
(或いは) vw. of......of; bw. misschien; mogelijk; mogelijkerwijze. ¶ 僕か或は兄か of ik, of mijn broer. ¶ 或は然からん mogelijk is het zoo. ¶ 論者或は言はん mogelijk zal iemand mij tegenwerpen......
aida
zn. (1) [隔] ruimte v.; tusschenruimte v.; afstand m. (2) [時間] verloop o. ¶ をあける ruimte openlaten. (3) [の] vz. gedurende; vw. terwijl; onderwijl. ¶ 其intusschen. ¶ に立つ tusschenin staan. ¶ 七人のに分ける tusschen (又は onder) zeven menschen verdeelen. ¶ のは zoo lang als. ¶ 留守gedurende mijn afwezigheid; terwijl ik uit was. ¶ 君と僕の tusschen ons beiden. ¶ 此 kort geleden; onlangs. ¶ 御座候 aangezien.
de
vw. en; wel ...... ; dus; toen. ¶ では行かなかった en toen ben ik niet gegaan. ¶ で何様しようと云ふのか wel, wat denk je nu te gaan doen?
ii善、好、良、宜い
bn. (1) [良い] goed. (2) [美い] mooi; fraai. (3) [香、] lekker; aangenaam. (4) [比較して] beter; verkieselijk. i.w. (5) [許可] mogen. telw. (6) [十分] genoeg. ¶ いい事を話して上げよう ik heb je goed nieuws te vertellen. ¶ 彼女は仲々姿がいい zij is een mooi meisje. ¶ 天氣がいい het is mooi weer; het is lekker weer. ¶ 此の花は香が良い deze bloem ruikt lekker. ¶ 氣持ちが好い ik voel mij lekker; ik ben goed geluimd. ¶ 今朝は氣持ちが少し良い ik voel me wat beter van morgen. ¶ は梨子より林檎の方が好い ik houd meer van appels dan van peren. ¶ 彼が早く癒ればいい ik hoop, dat hij gauw beter wordt. ¶ 君は何時行ってもいい ge moogt gaan, wanneer ge wilt. ¶ 笑ったっていいぢゃないか waarom zou ik niet lachen?; mag ik soms niet lachen? ¶ 何かそれに良い藥はありませんか is daar een geneesmiddel tegen?; is er een middel, dat daar goed voor is? ¶ 明日は來なくてもいい je behoeft morgen niet te komen; niet noodig, dat je morgen komt. pp それは無くてもいい het is niet noodig; ik heb het niet noodig. ¶ それでいい laat maar; het is al genoeg.
kochira此方
(こちら) zn. (1) [此處] deze plaats v. (2) [此方] deze kant m. vnw. (3) [これ] dit. zn. (4) [當方] onze kant m.; vnw. wij.
shiru知る
t.w. weten; kennen; i.w. op de hoogte zijn van; t.w. (解る) begrijpen; inzien. ¶ 知る限りでは voor zoover ik weet; ¶ 手紙知る uit een brief te weten komen.
himitsu祕密
(秘密) zn. geheim o. ¶ 祕密geheim; vertrouwelijk; confidentieel; ¶ 祕密に in het geheim; clandestien; stilletjes. ¶ 祕密を洩す een geheim verklappen. ¶ 信書の祕密 briefgeheim. ¶ 祕密會議 zitting met gesloten deuren. ¶ 祕密命令 verzegelde orders. ¶ 祕密文書 geheime brief; vertrouwelijke brief. ¶ 祕密結社 geheim genootschap. ¶ 祕密教 geheime leer; occultisme. ¶ 極く祕密に聞かされたのだ het is mij in het diepste geheim verteld. ¶ 祕密を明した hij nam mij alleen in het vertrouwen.
斯う
(こう) bw. zoo; op deze wijze; aldus. ¶ の考へは斯うです zoo denk ik erover.
kanjō勘定
zn. rekening v.; afrekening (決算) v. ¶ 勘定する berekenen; rekening opmaken. ¶ 決算する afrekenen; betalen. ¶ 勘定はいくら hoeveel is het bij elkaar? ¶ 勘定をして下さい mag ik mijn rekening hebben? ¶ 勘定をしませう ik zal wel betalen. ¶ 勘定違ひ misrekening. ¶ 勘定違ひをする zich verrekenen. ¶ 勘定書 rekening. ¶ 勘定saldo.
daikō乃公

vnw. ik (尊大自稱の).

SUPPLEMENT (trefwoord)
watakushi‚ watashi‚ atashi
vnw. (1) ik; mijzelf. ¶ 私の mijn. ¶ 私のもの van mij. ¶ 私に [voor, aan, bij, etc.] mij. (2) privé; persoonlijk; partijdig; zelfzuchtig.
※ N.B. De omschrijving die van de Stadt geeft voor 私 watakushi is opvallend onvolledig, ook de context van de jaren 1920 in aanmerking genomen. 私 is een van de woorden die in het Japans gebruikt worden op een manier die aardig overeenkomt met ons persoonlijk voornaamwoord ‘ik’. Andere voorbeelden zijn bijvoorbeeld boku, ore, こちら kochira. Keuze van een van deze woorden hangt af van de situatie en vooral het beleefdheidsniveau.
ganbatte頑張って
Uitdr. Houd vol! Geef niet op! Zet door! Doorzetten! Volhouden! ¶ なら成功できるよ、がんばって。は見捨てない。 ♂ Jij kunt het echt wel, houd vol. Ik zal je niet in de steek laten. ¶ できるだけがんばってやってみます。Ik zal mijn uiterste best doen. ¶ はその難しい課題をがんばってやった。Hij bleef zijn best doen op die lastige lessen. ¶ 新しい仕事がんばってください。Zet hem op met je nieuwe baan / succes met je nieuwe baan.
yoroshikuよろしく、宜しく
bw. (1) goed; behoorlijk; geschikt; passend (2) [groeten overbrengen] ¶ ご家族によろしくお伝え下さいGokazoku ni yoroshiku otsutae kudasai. Doe alsjeblieft de groeten aan je gezin [familie]. ¶ お父さんによろしく。Otōsan ni yoroshiku. Doe de groeten aan je Pa. (3) [introducties, zorgen voor] ¶ こんにちは。は田中一郎です。よろしくお願いします。♂ Konnichi wa. Boku wa Tanaka Ichirō desu. Yoroshiku onegaishimasu. Hallo! Ik ben Ichiro Tanaka. Leuk jullie te ontmoeten (lett. [behandel] mij behoorlijk). ¶ 息子をよろしくお願いします。 Musuko wo yoroshiku onegaishimasu. Zorg alstublieft goed voor mijn zoon.
atama ga ii頭がいい
(ook kort: 頭いい atama ii) uitdr. adj. intelligent; verstandig; scherpzinnig; slim; schrander; ontwikkeld; begaafd; knap. ¶ 彼女と同じくらい頭がいい。 Kanojo wa kare to onaji kurai atama ga ii. Zij is net zo slim als hij. (TTC) ¶ なるほどは頭がいいかもしれませんが、よく不注意な誤りをします。 Naruhodo kare wa atama ga ii ka mo shiremasen ga, yoku fuchūi na ayamari wo shimasu. Wel, het zou dan wel zo kunnen zijn dan hij slim is, maar hij maakt vaak fouten door niet op te letten. (TTC) ¶ は大学生ではないが大学生より頭いい。 Boku wa daigakusei de wa nai ga daigakusei yori atama ii. Ik studeer niet, maar ik ben slimmer dan een student. (TTC) ¶ 頭がいいかもしれないが、人間的に嫌われる。 Atama ga ii ka mo shirenai ga, ningenteki ni kirawareru. Kan zijn dat hij [ze] slim is, maar op het menselijke vlak roept hij [ze] afkeer op. (blog)
sūnin数人
zn, no-adj. meerdere mensen; een aantal mensen. ¶ 部屋には数人の学生がいた。 Heya ni wa sūnin no gakusei ga ita. Er waren een aantal studenten in de kamer. (TTC) ¶ 彼らうち数人がその法案に反対である。 Karera no uchi sūnin ga sono hōan ni hantai de aru. Een aantal van hen was tegen het wetsvoorstel. (TTC) ¶ 数人の人たちが負傷して横たわっていた。 Sūnin no hitotachi ga fushōshite yokotawatte ita. Meerdere mensen lagen gewond neer. (TTC) ¶ 数人の若い技師が雇われ、彼ら新しいコンピューターの開発に専念した。 Sūnin no wakai gishi ga yatoware, karera wa atarashii konpyūtā no kaihatsu ni sennenshita. Er waren een aantal jonge ingenieurs te werk gesteld, en ze waren totaal toegewijd aan het ontwikkelen van een nieuwe computer. (TTC) ¶ この夏休みに数人の友達と、伊豆半島を歩いて一周するのを楽しみにしています。 Boku wa kono natsuyasumi ni sūnen no tomodatchi to, Izu hantō wo aruite isshūsuru no wo tanoshimi ni shite imasu. Ik kijk er naar uit om deze zomervakantie met een aantal vrienden te voet het schiereiland Izu te gaan verkennen. (TTC)
ingaritsu因果律
(identiek aan 因果法則 inga hōsoku) zn. het principe dat ieder verschijnsel een oorzaak heeft; wet van oorzaak en gevolg; causaliteit. ¶ が知りたいのは、科学の最先端で因果律がどう扱われているか? Watashi ga shiritai no wa, kagaku no saisentan de ingaritsu ga dō atsukawarete iru ka? [vert. lett.:] Wat ik weten wil is, hoe gaat men in de voorhoede van de wetenschap om met causaliteit? (blog) ¶ 十如是(じゅうにょぜ)とは、『法華経』方便品に説かれる因果律をいうJū'nyoze to wa, Hokekyō Hōbenbon ni tokareru ingaritsu to iu. Jū'nyoze (de tien staten of factoren in bepaalde vormen van Boedhisme) is de wet van oorzaak en gevolg die wordt uiteengezet in [het hoofdstuk] ‘Geschikt middel’van de Lotus Sutra. (BCWK) ¶ 因果律を信じ大乗を誹謗せず、ただただ無上道心を起すIngaritsu wo shinji Daijō wo hibōsezu, tadatada mujō dōshin wo okosu mono. Mensen die geloven in de wet van oorzaak en gevolg, geen kwaad spreken van Mahayana Boedhisme en slechts hopen verlichting te bereiken. (BCWK)
nan to ka何とか
(frase) (1) op de een of andere wijze; op een of andere manier; enigerlei wijze; het een of ander; dit of dat; zus of zo. ¶ なんとかそのテストに受かった。 Nan to ka sono tesuto ni ukatta. Op een of andere manier ben ik geslaagd voor de test. ¶ なんとか日曜日までに家賃を払わないといけない。 Nan to ka nichiyōbi made ni yachin wo harawanai to ikenai. Op een of andere manier moet ik uiterlijk zondag de huur betalen. ¶ はなんとか時間までそこに着いた。 Boku wa nan to ka jikan made ni soko ni tsuita. Op een of andere manier lukte het me om er op tijd te komen. ¶ 彼女はなんとかして世間体をつくろった。 Kanojo wa nan to ka shite sekentei wo tsukurotta. Op een of andere wijze wist ze haar gezicht te bewaren. (2) (in plaats van de naam van iets of iemand) zus of zo; je-weet-wel; nog wat; hoe-heet-hij [zij, het]-ook al weer; ding; dinges. ¶ 田中なんとかというから電話がありました。 Tanaka nan to ka to iu hito kara denwa ga arimashita. Er was een telefoontje van een Tanaka-nog-wat voor je. ¶ 事部長のなんとかさんが捜してたよ。 Jinji buchō no nan to ka-san ga sagashite ta yo. De manager van personeelszaken, hoe heet hij ook al weer, was naar je op zoek. (yamasv) (TTC)
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:Aozora Bunko╱Mori Ōgai╱De wilde gans 〈1:1-5〉〈青空文庫〉森鴎外『雁』
古いである。偶然それが明治十三年の出来事だと云うことを記憶している。どうして年をはっきり覚えているかと云うと、その頃は東京大学の鉄門の真向いにあった、上条と云う下宿屋に、このの主人公と一つ隔てた同士になって住んでいたからである。その上条が明治十四年に自火で焼けた時、も焼け出された一人(いちにん)であった。その火事のあった前年の出来事だと云うことを、は覚えているからである。

Het is een oud verhaal. Toevallig herinner ik me dat die affaire in Meiji 13 was. Dat ik me het jaar zo goed herinner komt doordat ik destijds woonde in het pension Kamijou, recht tegenover de IJzeren Poort van de Universiteit van Tokyo, en de hoofdpersoon van dit verhaal de huisgenoot direct naast mij was. Toen Kamijou in Meiji 14 in vlammen opging, was ik een van de mensen die dakloos werden gemaakt. Het is dat ik me herinner dat die affaire plaatsvond het jaar voorafgaand aan die brand.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <ik>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
わいwai (1) [Kansai-regiolect] [♂] ik; (2) je; jij
不肖fushyou (1) dwaas; stom; dom; mal; onnozel; (2) onwaardig; nietswaardig; (3) ongelukkig; onfortuinlijk; onzalig; (4) geduldig; lijdzaam; volhardend; (5) lastig; vervelend; moeilijk; (6) onwillig; aarzelend; weigerachtig; (7) ik; ondergetekende
主体shyutai (1) hoofdonderdeel; hoofdbestanddeel; hoofdcomponent; (2) [fil.] subject; het (beschouwende; onafhankelijke) ik; ikheid
yo (1) ik; (2) mezelf; mijzelf; (3) yo ☳☷ [Ch.: yù (verheugenis); één van de 64 hexagrammen; samengesteld uit de trigrammen donder (bovenaan) en aarde (onderaan)]; (a) geven; (b) vooraf; op voorhand; van tevoren; (c) vrolijker worden; zich verheugen; (d) talmen; treuzelen; (e) ik; (f) [afk.] provincie Iyo 伊予
何と無くnantonaku ergens; ik-weet-niet-waarom; ik weet niet hoe het komt; maar; om de een of andere reden; vaagweg
yo (1) ik; (2) mezelf; mijzelf; (3) meer dan; en nog wat; over de; boven de; ruim; een goeie; (4) rest; overschot; overige; (a) rest; overschot; surplus; (b) wat van voorouders rest; (c) sporen; overblijfselen; herinnering; (d) iets secundairs; bijkomstigs; nevenzaak; (e) ander; vreemd; (f) vrijaf; (g) ik
俺等 ; 己等orera (1) [♂] wij; (2) [♂] ik
ora ik
ore [♂] ik
boku ik; ikke
uchi (1) binnenkant; [の~に] binnen; in; (2) [の~に] tijdens; terwijl; gedurende; [その~に] onderwijl; (3) [の~] onder; te midden van; (4) [~に] inwendig; vanbinnen; in het hart; in het gemoed; innerlijk; intern; (5) keizerlijk paleis; hof; (6) keizer; tenno; mikado; (7) echtgenote; echtgenoot; wederhelft; (8) [boeddh.] ons geloof; het boeddhisme; (9) ik; wij; [~の] mijn; ons
利己主義rikoshyugi (1) egoïsme; eigenzucht; zelfzucht; zelfzuchtigheid; ik-zucht; [w.g.] eigenzucht; zelfheid; (2) egotisme; zelfingenomenheid
卑官hikan (1) lage; lagere ambtenaar; (2) [vanuit het standpunt van een ambtenaar] ik; ± uw onderdanige dienaar
a ik
bou (1) [boeddh.] kloostercel; cel; kluis; (2) gastenverblijf; hospitium; (3) jongetje; mannetje; ventje; joch; jonkske; (4) [Nara; Heian-gesch.] stadskwartier; kwartier; stadswijk; wijk; (5) kroonprinselijk paleis; [meton.] kroonprins; (6) [♂] deze jongen; ik; (7) [liefkozend suffix gevoegd achter persoonsnamen] -je; -ke; (8) [achtervoegsel waarmee een persoonsnaam gevormd wordt van de in het grondwoord genoemde eigenschap] -aard; -ling; (9) [boeddh.] [suffix gevoegd achter de geestelijke naam van monniken; priesters]; (a) wijk; buurt; straten; (b) verblijf; kamer; kloostercel; (c) [boeddh.] geestelijke
ko (1) wees; weeskind; (2) eenzaamheid; (3) [Chin.gesch.] ik; uw onderdanige dienaar [= zelfvernederend voornaamwoord gebezigd door vorsten en edelen]; (4) eenzaam; (a) wees; (b) eenzaam
小僧shyousou (1) jonge monnik; (2) [vanuit het standpunt van een monnik] ik
小官shyoukan (1) lage; lagere ambtenaar; (2) [vanuit het standpunt van een ambtenaar] ik; ± uw onderdanige dienaar
小生shyousei [♂; epistolaire stijl; hum.] ik
己等 ; 俺等oira (1) [♂] ik; (2) [♂] wij
onore (1) zichzelf; zich; (2) ik; ikzelf; zelf [bescheiden tegenhanger van ware 我]; (3) [min.] jij; [min.; veroud.] gij; (4) zelf; in z'n eentje; in eigen persoon; vanzelf; uit zichzelf; (5) hela [heftige toeroep]; (6) komaan [kreet waarmee men zichzelf aanspoort]
ono (1) zelf; zich; zichzelf; (2) ik; (3) [min.] jij; gij; je; ge
当方touhou (1) ik; (2) wij (van onze kant); (3) dezerzijds; onzerzijds
微官bikan (1) lage; lagere ambtenaar; (2) [vanuit het standpunt van een ambtenaar] ik; ± uw onderdanige dienaar
gu (1) dwaasheid; stomheid; domheid; dommigheid; stommiteit; absurditeit; (2) [hum.] ik; (a) dwaas; stom; dom; absurd; (b) voor de gek houden; ridiculiseren; (c) inflexibel; overdreven eerlijk; (d) [hum.] mijn nederig …
愚僧gusou (1) dwaze priester; monnik; (2) ik; uw gehoorzame; nederige; onderdanige dienaar
我が輩 ; 吾が輩wagahai (1) [♂] wij; we; (2) [♂] ik
我等warera (1) wij; (2) ik; (3) jullie
a ik
ga (1) ik; zelf; ego; zelfheid; ik-heid; (2) eigen inzichten; eigen mening; [i.h.b.] eigenbelang; zelfzucht; egoïsme; egotisme; (3) [boeddh.] ātman; eigen wezen
我 ; 吾ware (1) ik; (2) je; jij; [veroud.] ge; gij; (3) zelf; zichzelf
手前 ; 点前 (bet. 3)temae (1) aan deze zijde; aan deze kant; vóór; (2) bekwaamheid; vaardigheid; vakkundigheid; deskundigheid; (3) [m.b.t. theeceremonie] etiquette; protocol; ceremonieel; ceremoniële handelingen; procedure; (4) [ter] wille [van]; -halve; [in het] belang [van]; [uit] consideratie [voor]; [uit] eerbied [voor]; [uit] achting [voor]; [uit] piëteit [jegens]; (5) ik; (6) jij; [Belg.N.] gij; [Belg.N.] ge
手前temee (1) ik; (2) jij; je; [Belg.N.] gij; [Belg.N.] ge
本職honshyoku (1) vast werk; hoofdbezigheid; hoofdberoep; hoofdwerk; hoofdbedrijf; voornaamste bezigheid; (2) [meton.] prof; professional; beroeps; vakman; professioneel beoefenaar; specialist; expert; (3) [politietaal] ik
bou (1) zeker iemand; dinges; die en die; zekere plaats; zeker tijdstip; x [= onbekende; geanonimiseerde persoon; plaats of datum]; (2) [♂; hum.] ik; (a) x; onvernoemde persoon; plaats; datum
此方kochira (1) hier; deze plaats; (2) hierheen; hiernaartoe; naar deze plaats; (3) deze zijde; deze kant; (4) deze persoon; deze heer; deze dame; deze jongeheer; deze jongedame; (5) deze zaak; dit voorwerp; (6) wij; ik; onze kant; mijn kant; de groep waartoe wij behoren; de groep waartoe ik behoor; de betrokken partij waartoe wij behoren; de betrokken partij waartoe ik behoor; (7) u; ge; gij,; (8) uw huis; uw woning
此方kochi (1) hier; (2) ik
此方kotchi (1) hier; deze plaats; (2) deze zijde; deze kant; (3) wij; ik; onze kant; mijn kant; de groep waartoe wij behoren; de groep waartoe ik behoor
此方konata (1) hier; hierheen; (2) jij; je; (3) sedert; sinds; vanaf; (4) tevoren; eerder; (5) hij; zij; deze; (6) ik
私等washira (1) [hum.] ik; (2) wij; we
私等watashira (1) wij; (2) ik
atai [inform.; ♀] ik
atashi [inform.; ♀] ik
watakushi (1) het particuliere; het private; het niet-openbare; het persoonlijke; (2) persoonlijke gevoelens; eigenbaat; ik; me; mij; m'n ; mijn
watashi ik; [volkst.; ♂] deze jongen; [volkst.; ♀] deze meid; me; mij; m'n; mijn
ou (1) oude man; bejaard man; (2) [hon.] vadertje; eerbiedwaardige grijsaard; (3) ik; deze oude grijsaard; (4) [hon.] vadertje …; (a) oude man
okina (1) oude man; bejaard man; opa; (2) [hon.] vadertje; eerbiedwaardige grijsaard; (3) Okina [= titel van een nō-stuk]; (4) ik; deze oude grijsaard
rou (1) veroudering; het ouder worden; ouderdom; hoge leeftijd; (2) oude; bejaarde; [ritsuryō] oudere tussen 61 en 65 jaar; (3) ik; ± deze ouwe jongen; (4) eerbiedwaardige heer …; vadertje …; (a) bejaard zijn; op jaren zijn; (b) ervaren zijn; onderlegd zijn; (c) ervaren staatsman; (d) eerbiedwaardige grijsaard; (e) ik uw oude dienaar; (f) sinds lang bestaand; aloud; (g) Lǎozǐ
自分jibun (1) zelf; zichzelf; zijn eigen persoon(lijkheid); [attr.] eigen; [attr.] persoonlijk; (2) [form.] ik; ikzelf; [attr.] mijn [(♂) persoonlijk voornaamwoord van de eerste persoon mannelijk enkelvoud]
自己中心jikochuushin egocentrisme; ik-gerichtheid; zelfzucht; ik-zucht; egoïsme
自己中心的jikochuushinteki egocentrisch; ik-gericht; zelfzuchtig; ik-zuchtig; egoïstisch; op zichzelf geconcentreerd; altijd met zichzelf bezig
自我jiga (het) zelf; (het) eigen wezen; (het) ik; (het) ego
ji (a) ik; mezelf; (b) eigen; zelf; zichzelf; (c) vanzelf; uit zichzelf; (d) vanaf
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 25 treffers, warandict: 53 treffers (zoekopdracht: 'ik', strategie: exact). 
2005-2023