
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
shitashii・親しい
bn. intiem; familiair; vriendschappelijk. ¶ 親しい友 intieme vriend. ¶ 親しく intiem; (自分で) persoonlijk; in eigen persoon; met eigen oogen. ¶ 親しみ vriendschap; intimiteit; hartelijke gevoelens. ¶ 親む vriendschap sluiten met; op vriendschappelijken voet komen met; intiem worden.
jibun・自分
unw. zelf ¶ 自分の eigen. ¶ 自分で zelf; persoonlijk; in eigen persoon. ¶ 自分勝手 egoïsme; zelfzucht; eigenzinnigheid. ¶ 自分勝手に naar zijn eigen inzicht; (俗) op zijn eigen houtje. ¶ 自分きめの zelfbewust. ¶ 自分免許の met zichzelf ingenomen; zichzelf den titel gevend van; zich noemend. ¶ 自分の量見 eigen inzicht; discretie. ¶ 自分用 eigen gebruik. jiga も見よ.
SUPPLEMENT (trefwoord)
jibun de・自分で
(frase) zelf; persoonlijk; in eigen persoon; eigenhandig. ¶ 夕飯は自分で作りました。 Yūhan wa jibun de tsukurimashita. Ik heb zelf avondeten gemaakt. ¶ 彼女が自分で書いたはずはない。 Kanojo wa jibun de kaita hazu wa nai. Ze kan het niet zelf geschreven hebben. ¶ それは、自分で作ったの? Sore wa, jibun de tsukutta no? Heb je het zelf gemaakt? NB De constructie met 自分で is een van de weinige in het Japans die een meervoudsvorm vraagt. ¶ なぜ、彼らが自分たちの家庭から離れていくのか。 Naze, karera ga jibuntachi no katei kara hanarete iku no ka. Waarom is het dat ze hun eigen familie verlaten? (blog) (TTC) (yamasv)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <in eigen persoon>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
己onore (1) zichzelf; zich; (2) ik; ikzelf; zelf [bescheiden tegenhanger van ware 我]; (3) [min.] jij; [min.; veroud.] gij; (4) zelf; in z'n eentje; in eigen persoon; vanzelf; uit zichzelf; (5) hela [heftige toeroep]; (6) komaan [kreet waarmee men zichzelf aanspoort]
直々jikijiki persoonlijk; zelf; niet door een ander; in eigen persoon; rechtstreeks; direct
自らmizukara (1) het zelf; de eigen persoon; (2) persoonlijk; zelf; in eigen persoon; zichzelf; eigen; bij zichzelf; op zijn eigen
自分でjibunde alleen; zelf; in z'n eentje; in eigen persoon; persoonlijk; hoogstpersoonlijk; [Fr.] en personne; [Fr.; afk.] e.p.; [Lat.] in persona
親しくshitashiku (1) vriendschappelijk; vriendelijk; gemoedelijk; (2) persoonlijk; hoogstpersoonlijk; in eigen persoon; in persona; zelf; (3) [~見る] met eigen ogen
Tijd: 0.48 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 5 treffers (zoekopdracht: 'in eigen persoon', strategie: exact).
2005-2023