日蘭辭典+

21 resultaten voor ‘jaar’
日蘭辭典 (trefwoord)
ashikake足掛け
zn. (1) [自轉車、オルガン等の] pedaal o. (2) [電車等の] trede v.; treeplank v. ¶ 足掛三年 in het derde jaar; meer dan twee jaar.
ataridoshi當年
(當たり年) zn. goed jaar o.; gezegend jaar o.; jaar van goeden oogst; Noot: Niet verwarren met ‘tōnen’ (當年・當年 (zie aldaar).
ato
(1) [以] vz. na; bw. later. ¶ 四五日あと na vier of vijf dagen; vier of vijf dagen later. (2) [以前] bn. verleden. (3) [殘り] zn. rest v. ¶ 十年前 tien jaar geleden. ¶ あと月 verleden maand. ¶ later. ¶ から daarna. ¶ の achterst. ¶ に殘る achterblijven. ¶ の祭 mosterd na den maaltijd. ¶ achterwaarts; achteruit. ¶ は in de toekomst; in het vervolg; voortaan; verder. ¶ は言はずとも知れて居る de rest begrijp je wel, zonder dat ik het vertel. ¶ afstammeling. ¶ 相続人、opvolger. (4) [結果] zn. gevolg o. ato (跡)も見よ.
de
vz. (1) [時間の場合] in; over; op. (2) [場所の場合] in; op; te. (3) [手段の場合] door; door middel van; per; met. (4) [年齡の場合] op. (5) [材料の場合] van. (6) [乘物の場合] per; met. (7) [價格の場合] voor; tegen. (8) [原因の場合] door; in verband met; naar aanleiding van; wegens. (9) [用語の場合] in. ¶ 一箇月で出來ます het is over een maand klaar. ¶ 銀座で逢ふ in de Ginza elkaar ontmoeten. ¶ 東京in Tokyo. ¶ バタビヤで op Batavia. ¶ の前で voor. ¶ の外で buiten. ¶ ひきで door protectie. ¶ 手紙per brief. ¶ 時間で借りる per uur huren. ¶ 斤で賣る per pond verkoopen. ¶ 廿歳で op zijn twintigste jaar. ¶ 作る van hout maken. ¶ 汽車で per spoor; met den trein. ¶ 一圓で賣る voor een yen verkoopen. tegen een yen verkoopen. ¶ 氣で缺席する wegens ziekte afwezig zijn. ¶ 肺病で死ぬ aan tering sterven. ¶ 蘭語in het Hollandsch.
kyō今日
bw. vandaag; heden; zn. de dag van heden m.; deze dag. ¶ 今日は何日ですか de hoeveelste is het vandaag? ¶ 今日から voortaan; in ’t vervolg. ¶ 今年の今日 vandaag voor een jaar. ¶ 今日今日なし een verzuimde gelegenheid komt niet terug.
ue
zn. (1) [頂] top m. (2) [] bovenste gedeelte v.; bovenkant m. ¶ このない喜び grootste vreugde. ¶ いやがにも tot overmaat. ¶ 下からまで van onder tot boven. ¶ の bovenst; hoogst. ¶ の文 bovenstaande zin. ¶ 五つからの子供 kinderen van vijf jaaren ouder. ¶ 丘の huis op den heuvel. ¶ 其の bovendien; daarenboven. ¶ naar boven. ¶ op; bovenop; na (後に). ¶ onder invloed van drank. ¶ 歸京の toen ik in Tokyo terug kwam. ¶ 再考ので bij nadere overweging. ¶ かくなるは nu het zoover gekomen is. ¶ ……のに出る overtreffen; meer zijn dan. ¶ 一番は八つです het oudste kind is acht. ¶ にはある niets is volmaakt; alles is voor verbetering vatbaar.
SUPPLEMENT (trefwoord)
battariばったり
(bw, to-bw) (1) plotsklaps; opeens; plotseling. ¶ 雨がばったりやんだ。 Ame ga battari yanda. De regen stopte opeens. (yamasv) (2) stoppen of eindigen na lange tijd ¶ 彼は長年毎日のようにこのカフェに来ていたが、先月からばったり来なくなった。 Kare wa naganen mainichi no yō ni kono kafe ni kite ita ga, sengetsu battari konaku natta. Jarenlang kwam hij vrijwel elke dag naar dit [het] café, maar sinds vorige maand niet meer. (yamasv) (3) iemand onverwacht ontmoeten; iemand tegen het lijf lopen. ¶ 高校の先生と今日10年ぶりにばったり会った。 Kōkō no sensei to kyō jūnenburi ni battari atta. Ik kwam vandaag opeens na tien jaar een docent van de middelbare school tegen. (yamasv) (4) opeens neervallen; in elkaar storten. ¶ 彼はばったり倒れて、二度と立ち上がらなかった。 Kare wa battari taorete, nido to tachiagaranakatta. Hij viel opeens om en kwam niet meer overeind. (yamasv) (5) met een smak; met een plof. (ばったりと)
zus, zuster

[de, zussen; zusters] (1.a.a) [oudere zus(ter); mijn [onze] zus(ter)] ane (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons oudere zuster (niet erend, niet beleefd); over een oudere zuster in algemene zin). ¶ 回転いいAne wa atama no kaiten ga ii. Mijn zus is vlot van begrip. 料理先生にして習いました。 Ryōri wa ane wo sensei ni shite naraimashita. Mijn zus heeft me koken geleerd. (TTC) (1.a.b.) [oudere zus; jongedame; aanspreekvorm serveerster] 姉さん anesan (algemeen of neutraal beleefd).

(1.b) [oudere zus(ter), uw [hun] zus(ter); aanspreekvorm serveerster] 姉さん neesan; お姉さん oneesan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons oudere zuster; binnen wij-groep over of naar de eigen oudere zuster; in algemene zin); おちゃん oneechan (idem, maar meer familiair of vertroetelend). NB met name onder en naar kinderen worden deze vormen ook gebruikt om in algemene zin naar oudere zussen te verwijzen. ¶ メアリーは遊園地で一人で泣いている男の子を見つけて、やさしくをかけた。「ねえぼくどうしたの? 迷子になっちゃったの? おちゃんが迷子センターに連れてってあげようか?」 Mearii wa yūenchi de hitori de naite iru otoko no ko wo mitsukete, yasashiku koe wo kaketa. ‘Nee, boku, dōshita no? Meigo ni nattyatta no? Oneechan ga meigo-sentā ni tsurete tte ageyō ka?’ In het pretpark vond Mary een huilend jongetje. Met zachte stem sprak ze: ‘Hee, jongetje, wat is er aan de hand? Ben je je ouders kwijt? Zal ik [lett. de oude zus] je naar de informatiebalie brengen [lett. zoekgeraakte-kinderen-afdeling]?’ (TTC)

(2.a) [jongere zusje/zuster, mijn [onze] zuster/zusje] imōto (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons jongere zuster (niet erend, niet beleefd); over een jongere zuster in algemene zin). ¶ の咲子ですと年子で、受験生ですImōto no Sakiko desu. Boku to toshigo de, ima jukensei desu. Dit is mijn zusje Sakiko. Ze minder dan een jaar jonger dan ik en studeert nu voor haar toelatingsexamens. ¶ をパーティーに連れて行きます。 Imōto wo paatii ni tsurete ikimasu. Ik neem mijn zus mee naar het feestje. (TTC) NB in een wij-groep noemen oudere broers en zussen hun jongere zuster alleen bij naam (dit vloeit voort uit de hiërarchie), omgekeerd spreken jongere broers en zussen hun oudere zussen normaal gesproken als姉さん oneesan aan. (Miura)

(2.b) [jongere zusje/zus(ter), uw [hun] zusje/zus(ter)] さん imōtosan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons jongere zuster, of in algemene zin). ¶ 今度さんを連れていらっしゃい。 Kondo wa imōtosan wo tsurete irasshai. Neem de volgende keer je zus mee. ¶ さんによろしくね。 Imōtosan ni yoroshiku ne. Doe de groetjes aan je zus. (TTC)

(3) [zusters, zussen, zusjes] shimai; [oudere zus en jongere broer] 姉弟 kyōdai;[oudere broer en jongere zus] 兄妹 kyōdai; [broer en zus] 兄姉 kyōdai; [broers of broer en zus] 兄弟 kyōdai.

(4) [verpleegster] 看護婦 kangofu; [verpleger m/v] 看護士 kangoshi.

(5) [non] 修道女 shūdōjo; 修道尼 shūdōni; 尼僧 nisō.

draak
(de, draken) (1) [mythologisch wezen] [] ryū [tatsu]; ドラゴン doragon (verwijst specifiek naar een draak in Westerse mythen en fictie). ¶ ヨーロッパの yoroppa no ryū De [Een] Europese draak. ¶ ずっとが見たかったのですが、は現実の生物ではないのですWatashi wa zutto ryū ga mitakatta no desu ga, ryū wa genjitsu no seibutsu de wa nai no desu. Het was altijd een wens van mij geweest om eens een draak te zien, maar draken zijn nu eenmaal geen echt bestaande wezens. ¶ しかも初陣あのドラゴン退治Shikamo uijin ga ano doragon taiji! Intussen is onze eerste missie het verslaan van die draak! (TTC) (2) [hagedissengeslacht vliegende draakjes] トビトカゲ tobitokage-zoku (Draco genus). (3) [gewoon vliegend draakje] ジャワトビトカゲ jawatobitokage (Draco volans). (4) [onuitstaanbaar persoon] 我慢ならない人 gaman naranai hito. (5) [zeilboot] ドラゴン doragon. ¶ ドラゴンクラスの帆船 doragon-kurasu no hobune een zeilschip van de draakklasse. (6) [sterrenbeeld] ryūza. (7) [astrologie] 辰 tatsu (NB In het Japans wordt ‘draaktatsu altijd met 辰 geschreven wanneer het om het teken van de zodiak gaat). ¶ 辰年 tatsudoshi Het jaar van de Draak.
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:The Tanaka Corpusとかく
¶ とかくするうちに年が明けた intussen begint een nieuw jaar; inmiddels
is een nieuw jaar begonnen.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <jaar>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
イヤーiyaa -jaar
クラスkurasu (1) [onderw.] leerjaar; klas; jaar; (2) categorie; klasse; soort; (3) [maatwoord voor klassen]
年度nendo (1) jaar; jaartermijn; [i.h.b.] boekjaar; [i.h.b.] dienstjaar; [i.h.b.] begrotingsjaar; [i.h.b.] belastingjaar; (2) jaar; [i.h.b.] schooljaar; [i.h.b.] academisch jaar; [i.h.b.] collegejaar; [i.h.b.] studiejaar; [fig.] lichting
年次nenji [~の] jaarlijks; jaar-
年間nenkan (1) jaar; jaarkring; (2) [Meiji-; Shōwa- enz.] periode; jaren; tijd; era; tijdperk
toshi (1) jaar; [lit.t.] zonnekring; (2) jaren; leeftijd
nen (1) jaar; (2) leerjaar; [in hoger onderwijs] studiejaar; [meton.] klas; [meton.] jaar; (3) leertijd [afkorting van nenki 年季]
hoshi (1) ster; [lit.t.] star; (2) [meton.] jaar; tijd; (3) sterretje; [i.h.b.] asterisk; bolletje; (4) stip; vlekje; stippel; spikkel; plekje; [i.h.b.] bles; [i.h.b.] leukoom; oogparel; leucoma; (5) gesternte; gestarnte; iemands ster [die volgens de astrologie zijn lot bepaalt]; (6) roos; doelwit; (7) dader; schuldige; verdachte; (8) score (in een sumō-toernooi); [i.h.b.] winst- of verliespunt; (9) ster; star; coryfee
春秋shyunjuu (1) lente en herfst; (2) jaar; jaarperiode; (3) tijd; tijden; (4) leeftijd; levensjaren; [meton.] lentes; (5) geschiedboek; geschiedenisboek; annalen; (6) Lente- en Herfstannalen; Chūnqiū; (7) [Ch.gesch.] periode van Lente en Herfst (ca. 770-403 v.Chr.)
sai (1) [astron.; zonnekalender] zonnejaar; astronomisch jaar; (2) [astron.; maankalender] maanjaar; (3) [maatwoord voor jaren en leeftijden]; (a) jaar; tijd; (b) leeftijd; ouderdom; (c) [landb.] jaaroogst; jaaropbrengst; (d) [astron.] Jupiter
ki (1) Ki; (a) regel; bepaling; (b) registreren; (c) jaar; tijdperk; (d) kroniek; (e) [geol.] periode; geologisch tijdperk; (f) Nihonshoki; (g) provincie Kii
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.56 sec. jiten.nl: 10 treffers, warandict: 11 treffers (zoekopdracht: 'jaar', strategie: exact). 
2005-2023