
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
SUPPLEMENT (trefwoord)
shaberu・喋る
(-r stam) (1) babbelen; kletsen; (niet serieus, vrijblijvend) praten; roddelen. ¶ 日本人と遭遇して日本語めっちゃしゃべった。 Nihonjin to sōgōshite nihongo mettcha shabetta. Toevallig een Japanner ontmoet, we hebben tijdenlang gebabbeld. (twitter) (2) informatie doorvertellen die niet voor anderen bestemd is; zich iets laten ontvallen; zich verspreken; roddelen. ¶ しゃべってしまった shabette shimatta ik versprak me (twitter) ¶ 眠すぎて真実しゃべってしまった Nemusugite shinjitsu shabette shimatta Ik was te slaperig en liet me ontvallen hoe het werkelijk in elkaar zit. (twitter) ¶ あ、ごめんなさい。聞かれてもいない余計なことをしゃべってしまったと思って、ツイート消しちゃった。 A, gomen nasai. Kikarete mo inai yokei na koto wo shabette shimatta to omotte, twiito keshichatta. O, neem me niet kwalijk. Omdat ik dacht dat ik nodeloos uitweidde over dingen die me niet eens gevraagd waren had ik de tweet verwijderd. (twitter) (3) praten over iets. ¶ テレビでは、我が国の将来の問題を誰かが深刻な顔をしてしゃべっている。 Terebi de wa, wagakuni no shōrai no mondai wo dare ka ga shinkoku na kao wo shite shabette iru. Op TV is iemand met een ernstige blik over de problemen van ons land aan het praten. (4) (in) een taal praten; een taal spreken. (TTC) ¶ 彼らは英語をしゃべっていますか。 Karera wa eigo wo shabette imasu ka. Spreken ze Engels? (TTC) ¶ 彼はとうとう中国語をしゃべるようになりました。 Kare wa tōtō chūgokugo wo shaberu yō ni narimashita. Hij is eindelijk Chinees gaan praten. (twitter)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <kletsen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
へらへらherahera (1) [~(と)笑う] onnozel; schaapachtig lachen; (2) [~しゃべる] babbelen; kwebbelen; kletsen; lullen; tateren; zwetsen; bazelen; zwammen; (3) [~と燃え上がる] flakkerend oplaaien
取り沙汰するtorizatasuru kletsen; praatjes; geruchten rondstrooien; roddelen
喋るshyaberu spreken; praten; babbelen; kletsen; keuvelen; snappen; snateren; kwebbelen; [fig.] kleppen; [inform.] lullen; [fig.] kakelen; [Barg.] poekelen; [Barg.] dibberen; [i.h.b.] (verder) vertellen; [i.h.b.] verklappen; [i.h.b.] er uitflappen; [i.h.b.] zich laten ontvallen
噂するuwasasuru kletsen; praatjes rondstrooien; roddelen; kletspraat verkopen
囀るsaezuru (1) kwetteren; tjilpen; tjirpen; sjilpen; kwelen; trillen; zingen; schetteren; piepen; (2) kletsen; babbelen; kwebbelen; snateren; kwekken; klepperen; kleppen; klessebessen; ratelen; rammelen; rebbelen; [fig.] kakelen; [Belg.N.] tateren; [inform.] wauwelen; [Barg.] poekelen
御喋りするoshyaberisuru (gemoedelijk) praten; keuvelen; kouten; babbelen; kletsen; leuteren; kwekken; klessebessen
談笑するdanshyousuru babbelen; keuvelen; kletsen; een gemoedelijk; vrolijk gesprek voeren; [lit.t.] kouten; causeren
Tijd: 0.55 sec. jiten.nl: 5 treffers, warandict: 7 treffers (zoekopdracht: 'kletsen', strategie: exact).
2005-2023