
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
onna・女
zn. vrouw v.; meid (下婢) v. ¶ 女になる huwbaren leeftijd bereiken. ¶ 女に迷ふ dol verliefd zijn op een vrouw. ¶ 女の vrouwelijk. ¶ 女の世界 de vrouwenwereld. ¶ 女道樂 lichtmisserij; hoerenjagerij. ¶ 女形 acteur, die vrouwerollen speelt. ¶ 女嫌ひ vrouwenhater. ¶ 女狂 lichtmisserij; hoerenlooperij; verslaafdheid aan de vrouwen. ¶ 女食ひ souteneur. ¶ 女臭い vrouwelijk; verwijfd. ¶ 女兄弟 zusters. ¶ 女給仕 kellnerin; kamermeisje. ¶ 女の子 meisje. ¶ 女らしい vrouwelijk. ¶ 女政治 vrouwenregeering. ¶ 女役者 actrice; tooneelspeelster. ¶ 女坂 gemakkelijke helling. ¶ 女好き liefhebber van de vrouwen.
otoko・男
zn. (1) [男子] man m.; volwassen man (大人) m. (下僕) bediende m.; knecht m.; mannelijkheid (男子の意氣) v. (2) [情夫] minnaar m. ¶ 男の mannelijk. ¶ 男盛り bloei van de mannelijke kracht; kracht van het leven. ¶ 男になる (女が) climacterische leeftijd bereiken. ¶ 今度の赤ちゃんは男ですか女ですか is het een jongen of een meisje? ¶ 男知らず maagdelijk.
yaridoki・遣時
(遣り時) zn. huwbare leeftijd m.
toki・時
zn. (1) [時間] tijd m.; uur o. (2) [瞬間] oogenblik m. (3) [時期] tijd m.; gelegenheid v. (4) [場合] geval o. (5) [時代] periode v.; tijdperk. (6) [季節] seizoen o. (7) [期限] termijn m.(8) [文法の] tijd m. ¶ 十の時 op tienjarigen leeftijd. ¶ 時に應じて al naar het uitkomt. ¶ 時に合ふ gelegenheid afwachten. ¶ 時を待つ tijd besteden. ¶ 時を誤らずに來る stipt op tijd komen. ¶ 時外れの ontijdig; ongelegen. ¶ 時の toenmalig; van dien tijd. ¶ 時に toen; als; wanneer. ¶ 丁度よい時に juist bij tijds. ¶ 私が子供の時に toen ik nog een kindwas; in mijn jeugd. ¶ 時には in geval van; gesteld, dat ...... ¶ 時としては soms; van tijd tottijd.
itazura・いたづら
(いたずら, 悪戯, 惡戲, 徒, 徒ら) zn. (1) [惡戲] ondeugendheid v.; kwajongensstreek m. (2) [徒爲] nutteloosheid v. (3) [淫蕩] geiligheid v.; gemeenigheid v.; wulpschheid v. ¶ いたづらな (惡戲な) ondeugend; kwajongensachtig; (徒爲な) nutteloos; noodeloos; (淫蕩な) geil; onzedelijk. ¶ いたづらに (面白半分に) voor de grap; uit gekheid; zoo maar; (徒爲に) vergeefs; nutteloos. ¶ いたづらをする (わるさする) gekheid maken; kwajongensstreek uithalen; stoeien; spelen. ¶ いたづら者 ondeugd; vrouw van losse zeden (不品行な女) ¶ 徒になる op niets uitloopen. ¶ いたづら盛り de ondeugende leeftijd. ¶ いたづら兒 ondeugd; kwajongen.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <leeftijd>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
エイジeiji (1) leeftijd; (2) tijdperk
寿命jumyou (1) leven; (2) levensduur; duur; levenstijd; leeftijd; mensenleeftijd; [i.h.b.] levensverwachting
寿ju (1) leeftijd; levensjaren; jaren; (a) lang leven; langdurig bestaan; (b) leven; levensjaren; (c) jubileum; jubelfeest
年端toshiha leeftijd; jaren
年輩nenpai (1) leeftijd; (2) rijpe leeftijd; bedaagde leeftijd; (3) oudere leeftijd
年頃toshigoro (1) leeftijd; ouderdom; (2) huwbare leeftijd; (3) puberteit; adolescentie; jongelingsjaren; jongemeisjesjaren; (4) sedert enkele jaren
年toshi (1) jaar; [lit.t.] zonnekring; (2) jaren; leeftijd
春秋shyunjuu (1) lente en herfst; (2) jaar; jaarperiode; (3) tijd; tijden; (4) leeftijd; levensjaren; [meton.] lentes; (5) geschiedboek; geschiedenisboek; annalen; (6) Lente- en Herfstannalen; Chūnqiū; (7) [Ch.gesch.] periode van Lente en Herfst (ca. 770-403 v.Chr.)
歳sai (1) [astron.; zonnekalender] zonnejaar; astronomisch jaar; (2) [astron.; maankalender] maanjaar; (3) [maatwoord voor jaren en leeftijden]; (a) jaar; tijd; (b) leeftijd; ouderdom; (c) [landb.] jaaroogst; jaaropbrengst; (d) [astron.] Jupiter
生年shyounen levensjaar; leeftijd
生年seinen (1) geboortejaar; (2) levensjaar; leeftijd
生涯shyougai (1) leven; levensloop; levenstijd; leeftijd; (2) zo lang het leven duurt; voor het leven; z'n leven lang; tot in lengte van dagen
齢yowai leeftijd; [gew.] ouderdom
Tijd: 0.58 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 13 treffers (zoekopdracht: 'leeftijd', strategie: exact).
2005-2021