RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <levendig>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
いなせinase (1) energiek; levendig; vurig; bezield; vigoureus; onstuimig; vol bravoure; (2) stijlvol; keurig; elegant; chic; zwierig
きびきびしたkibikibishita energiek; kwiek; vief; monter; levendig; parmantig; kordaat; pittig; vinnig; spits; [Belg.N.] spitant
はきはきhakihaki (1) helder; duidelijk; doorzichtig; klaar; limpide; (2) helder; kort en bondig; gevat; fijnzinnig; pittig; (3) levendig; monter; fris; kwiek; vlot
アクティブakutibu (1) activist; (2) actief; levendig; bedrijvig; dynamisch
エネルギッシュenerugisshyu energiek; vol energie; energetisch; vurig; actief; vitaal; levendig; daadkrachtig; krachtdadig; voortvarend
今めかしいimamekashii (1) modieus; eigentijds; trendy; (2) bruisend; druk; levendig; (3) lichtzinnig; wuft; frivool; (4) gemaakt; gekunsteld; geaffecteerd; bestudeerd
元気genki (1) energie; vitaliteit; levenskracht; fut; pit; pittigheid; veerkracht; kracht; (2) geestkracht; wilskracht; energieke vastbeslotenheid; (3) gezondheid; welzijn; kracht; energie; (4) moed; dapperheid; flinkheid; onverschrokkenheid; vermetelheid; vuur; kloekheid; (5) vrolijkheid; opgeruimdheid; blijheid; lichte stemming; (6) energiek; levendig; vol levenskracht; vol fut; pittig; veerkrachtig; krachtig; (7) vol van geestkracht; vol van wilskracht; vastbesloten; vastberaden; vast van wil; kordaat; (8) gezond; niet ziek; verkerend in een toestand van fysiek en psychisch welbevinden; verkerend in een toestand van volkomen welzijn; (9) moedig; dapper; onverschrokken; koen; flink; vermetel; vol vuur; kloek; (10) vrolijk; opgeruimd; in lichte stemming; blij
元気なgenkina (1) energiek; levendig; levenslustig; pittig; krachtig; veerkrachtig; (2) vastbesloten; vastberaden; wilskrachtig; kordaat; (3) gezond; kloek; stevig; welvarend; (4) moedig; dapper; onverschrokken; koen; flink; vermetel; (5) vrolijk; opgeruimd; blij
勇ましいisamashii (1) dapper; moedig; heldhaftig; koen; onverschrokken; flink; (2) levendig; actief; energiek; (3) prikkelend; stimulerend; aansporend
勢いのいいikioinoii krachtig; geanimeerd; levendig; energiek; vigoureus
勢いよくikioiyoku krachtig; levendig; met kracht; energiek; con brio
威勢のいいiseinoii levendig; vurig; ondernemend; energiek; pittig; vol energie; vuur; animo; pit; actief; vitaal; kwiek; flink; [Belg.N.] vinnig; flitsend; enthousiast; geestdriftig
威勢よくiseiyoku levendig; vurig; ondernemend; energiek; vigoureus; pittig; vol energie; vuur; animo; pit; actief; vitaal; kwiek; flink; monter; [Belg.N.] vinnig; flitsend; enthousiast; geestdriftig; fiks; op fikse; flinke wijze
有り有りariari (1) [~と] duidelijk; goed waarneembaar; (2) [~と] levendig; scherp; helder
活発kappatsu levendig; lustig; kwiek; vief; energiek; actief; bedrijvig; geanimeerd; bezield; vlot
活発にkappatsuni levendig; lustig; kwiek; vief; energiek; actief; geanimeerd; bezield; vlot
淋漓rinri (1) druppend; druppelend; druipend; overlopend; druipnat; kledder; kleddernat; kletsnat; (2) energiek; vitaal; monter; levendig
溌剌hatsuratsu levendig; lustig; kwiek; dartel; monter; bezield
溌剌としたhatsuratsutoshita levendig; lustig; kwiek; dartel; monter; bezield
熱いatsui (1) heet; (2) koortsig; (3) [fig.] heet; vurig; gloedvol; brandend; ijverig; hartstochtelijk; geestdriftig; gepassioneerd; enthousiast; verhit; opgewonden; (4) hot; zeer populair; [~関心; 視線] levendig
爽やかsawayaka (1) fris; verfrissend; verkwikkend; hartsterkend; hartversterkend; opwekkend; tintelend; pittig; (2) duidelijk; klaar; helderklinkend; sonoor; [m.b.t. iems. woorden] vlot; vloeiend; levendig; (3) aangenaam; hartverwarmend; joviaal; gul
爽やかなsawayakana (1) fris; verfrissend; verkwikkend; hartsterkend; hartversterkend; opwekkend; tintelend; pittig; (2) duidelijk; klaar; helderklinkend; sonoor; [~言葉] vlot; vloeiend; levendig; (3) aangenaam; hartverwarmend; joviaal; gul
生き生きikiiki levendig; springlevend; lustig; kwiek; vief; energiek; dartel; bezield; geanimeerd
生き生きしたikiikishita levendig; springlevend; kwiek; lustig; bezield
生き生きと ; 活き活きとikiikito (1) levendig; springlevend; op levendige wijze; fris; lustig; kwiek; vief; energiek; dartel; bezield; geanimeerd; (2) vrolijk; dartel; opgeruimd; blij; in lichte stemming; uitgelaten
発々hatsuhatsu (1) [風が] fiks; stevig; flink; stijf; vinnig; (2) [魚が] levendig; dartel; uitgelaten; speels
盛んsakan (1) bloeiend; goed gedijend; florerend; goedlopend; tierend; florissant; welvarend; (2) populair; veel verbreid; in trek; in zwang; (3) gezond; flink; welvarend; kloek; [m.b.t. oudere personen] kras; (4) enthousiast; geestdriftig; flink; volop; uitbundig; levendig; actief; bedrijvig; levendig; fiks; krachtig
血ketsu (1) [Oosterse geneesk.] lichaamsvocht; [i.h.b.] bloed; (a) bloed; (b) bloedband; (c) hevig; verwoed; (d) levendig; vief
賑やかnigiyaka (1) bruisend; druk; bedrijvig; levendig; woelig; turbulent; bezig; geanimeerd; (2) uitbundig; uitgelaten; vrolijk; lustig; opgewekt; jolig
賑やかなnigiyakana (1) bruisend; druk; bedrijvig; levendig; woelig; turbulent; bezig; geanimeerd; (2) uitbundig; uitgelaten; vrolijk; lustig; opgewekt; jolig
躍如yakujo levendig; levensecht; duidelijk; levensgetrouw; treffend; aanschouwelijk; getrouw naar het leven
躍如たるyakujotaru levendig; levensecht; duidelijk; levensgetrouw; treffend; aanschouwelijk; naar het leven getrouw
躍如としてyakujotoshite levendig; levensecht; duidelijk; levensgetrouw; treffend; aanschouwelijk; getrouw naar het leven
軽快keikai (1) licht; gezwind; lichtvoetig; kwiek; soepel; behendig; (2) luchtig; luchthartig; monter; speels; levendig; lustig; swingend; vrolijk; opgewekt; (3) [muz.] leggiero; (4) aan de beterende hand
陽気youki (1) vrolijkheid; opgewektheid; opgeruimdheid; blijgeestigheid; blijmoedigheid; welgemoedheid; levendigheid; dartelheid; viefheid; jovialiteit; joligheid; (2) weer; weder; weersgesteldheid; (3) vrolijk; opgewekt; lustig; dartel; levendig; levenslustig; vief; joviaal; opgeruimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedgemutst; jolig; zonnig; blijgeestig; blijmoedig; welgemoed; goedsmoeds
陽気なyoukina vrolijk; opgewekt; lustig; dartel; levendig; levenslustig; vief; joviaal; opgeruimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedgemutst; jolig; zonnig; blijgeestig; blijmoedig; welgemoed
髣髴houfutsu (1) nagenoeg identiek; erg gelijkend; treffend; frappant; (2) bijna tastbaar; onloochenbaar; onmiskenbaar; haarscherp; levendig; (3) vaag; onduidelijk; onscherp; wazig; onomlijnd
鮮やかazayaka (1) klaar; scherp; helder; hel; duidelijk; intens; geprononceerd; fel; levendig; sprekend; sterk uitkomend; schel; knal-; hard-; (2) bedreven; handig; kundig; deskundig; vakkundig; capabel; bekwaam; vaardig; behendig; slim; kunstig; prima; (3) prachtig; fraai; mooi; knap; schitterend; stralend; briljant; (4) vers; fris; fleurig
鮮明senmei helder; klaar; duidelijk; scherp; hel; fel; levendig
鮮明なsenmeina helder; klaar; duidelijk; scherp; hel; fel; levendig
鮮明にsenmeini helder; klaar; duidelijk; scherp; hel; fel; levendig
鮮烈senretsu levendig
鮮麗senrei hel; fel; levendig; luisterrijk; schitterend; prachtig; stralend
鮮麗なsenreina hel; fel; levendig; luisterrijk; schitterend; prachtig; stralend