RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <meid>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
De weergave van het Japans van de resultaten hieronder is gespeld in een vorm van
waapuro-spelling. De spelling komt overeen met de originele spelling in
hiragana in het Japans. De verschillen met de
Hepburn-spelling van de overige resultaten zijn eenvoudig:
spelling |
uitspraak |
uu |
lang aangehouden /oe/ (Hepburn spelling: ū) |
ou |
lang aangehouden /o/ (Hepburn spelling: ō) |
(soms, als in 酔う you "dronken zijn") uitspraak: /o/ + /oe/ |
ei |
lang aangehouden /ee/ (dit is identiek in Hepburn spelling) |
ha |
/ha/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling) |
alleen voor het partikel は: uitspraak /wa/ |
he |
/he/ (identiek aan Nederlands en Hepburn spelling |
alleen voor het partikel へ: uitspraak /e/ |
[verberg]
お手伝いotetsudai (1) hulp; bijstand; (2) help(st)er; hulpje; knecht; meid; dienstmeisje; [fig.] waterdrager
お手伝いさんotetsudaisan dienstmeisje; meid; werkster; hulpje; helpster; bediende
ギャルgyaru griet; meisje; meid; chick
フィアンセfianse verloofde; aanstaande; bruid; bruidegom; fiancé; fiancee; [inform.; volkst.] vrijer; [veroud.] beminde; galant; [vulg.] meid; [gew.] mens; [gew.] vent; [gew.] toekomende
メイドmeido meid; dienstmeisje; werkster; hulp in de huishouding
メードmeedo meid; dienstmeisje; werkster; hulp in de huishouding
下働きshitabataraki (1) klusjes; [i.h.b.] huishoudhulp; (2) ondergeschikte bediende; klusjesman; huishoudster; hulpje; dienaar; dienares; huisknecht; knecht; dienstmeid; huismeid; dienstbode; meid; werkster
人使いhitozukai (1) manier waarop men z'n mensen behandelt; gebruikt; omgang met de mensen; [i.h.b.] behandeling van werknemers; personeelsbehandeling; personeelsvoering; (2) [veroud.] bediende; knecht; meid
召使meshitsukai dienaar; dienares; bediende; dienstbode; dienstknecht; dienstmeisje; dienstmeid; huisbediende; huisknecht; huismeid; knecht; meid; huishoudhulp; [form.] dienstmaagd
売春婦baishyunfu prostituee; hoer; publieke; ontuchtige; slechte vrouw; lichtekooi; snol; slet; sloerie; del; poes; madelief; straatmadelief; meretrix; venuspriesteres; priesteres van Venus; nymphe du pavé; veile vrouw; deern; [fig.] Jezabel; [euf.] assistente; [euf.] hostess; [euf.] masseuse; [euf.] straatmeid; [euf.] nachtloopster; [iron.; euf.] respectueuse; [scherts.] liefdezuster; [pregn.] meisje (van plezier); fille de joie; [pregn.] meid; [uitdr.] één van 't gilde; [uitdr.] meisje van lichte; losse; twijfelachtige zeden; [uitdr.] meisje van de lichte cavalerie; [uitdr.] meisjes van de vlakte; [uitdr.; niet alg.] meisjes van het vrolijke hart; [iron.uitdr.] zusters des gemenen levens; [Sur.N.] motjo; [volkst.; veroud.] stinkerd; [gew.] drevelgat; [gew.] poddel; [gew.] modde; [studentent.] bok; [Barg.] kalle; [Barg.] temeier; [Barg.] gondel; [Barg.] karpertje; [Barg.] blauwe begijn; [Barg.] kat; [Barg.] (doorgefourneerd) lommerdbriefje; [Barg.] zoetelel; [Barg.] stinkniese; [Barg.] Turkse tafelschel; [Barg.] zwaantje; [Barg.; veroud.] secreet; [Barg.; scheldw.] tor; [veroud.; arch.] venusdier; [veroud.; arch.] venusnimf; [veroud.] wafelmeisje; [veroud.] nimf; [veroud.] baanmeid; [veroud.] mot; [scheldw.] maintenee; [scheldw.] pisbak; [scheldw.] emmer; [scheldw.; vulg.] spermaspons
女中jochuu meid; huismeid; dienstmeisje; hulp in de huishouding; werkster; helpster; dienstbode; kamenier; kamenierster; kamerjuffer; [form.] dienstmaagd; [veroud.] hit; [寝室の] kamermeisje
女onna (1) vrouw; (2) meid; dienstbode; (3) liefje; geliefde; minnares; maîtresse
姉さん ; 姐さんneesan (1) (grote) zus; (2) juffrouw; jongedame; meid; juffie; meis(je) [aanspreekvorm zonder naam]; (3) juffrouw [tegen serveerster; dienster e.d.]; (4) geisha; dienster enz. met hogere anciënniteit
娘musume (1) dochter; meisje; meid; [bij joden; volkst.] kalle; (2) juffrouw; ongehuwde vrouw; [arch.] jongejuffrouw; juffer; juffertje; griet; deern; deerne; wicht; [veroud.] mamzel
婚約者konyakushya (1) verloofde; aanstaande; fiancé; [inform.; volkst.] vrijer; [veroud.] beminde; [veroud.] galant; [gew.] toekomende; [gew.] vent; [germ.] bruidegeom; (2) verloofde; aanstaande; fiancee; [vulg.] meid; [veroud.] beminde; [gew.] toekomende; [germ.] bruid
嬢jou (1) meisje; meid; deerne; juffrouw; jongedame; [veroud.] juffer; juffertje; (2) mejuffrouw; juffrouw; (a) dochter; jongedame; juffrouw
小間使komazukai meid; dienstmeisje; tafelmeisje; werkster; kamermeisje; [i.h.b.] kamenier; kamerjuffer; [form.] dienstmaagd; [form.] fille de chambre; [veroud.] binnenmeid
尼っ子amakko [bel.] wicht; meid; griet; kind; deerne; deern