日蘭辭典+

34 resultaten voor ‘meisje’
日蘭辭典 (trefwoord)
shōjo少女
(乙女) zn. meisje o.
kodomo子供
zn. kind o.; jongen (男) m.; meisje (女) o. ¶ 子供の時 kinderjaren; kindsheid; prille jeugd. ¶ 子供らしい kinderachtig. ¶ 子供の如き kinderlijk. ¶ 子供を産む een kind krijgen; bevallen. ¶ 子供なき kinderloos. ¶ 子供だまし iets om kinderen zoet te houden; kinderachtig troostmiddel. ¶ 子供好き liefde voor kinderen.
onna
zn. vrouw v.; meid (下婢) v. ¶ になる huwbaren leeftijd bereiken. ¶ に迷ふ dol verliefd zijn op een vrouw. ¶ vrouwelijk. ¶ の世界 de vrouwenwereld. ¶ 道樂 lichtmisserij; hoerenjagerij. ¶ acteur, die vrouwerollen speelt. ¶ 嫌ひ vrouwenhater. ¶ 狂 lichtmisserij; hoerenlooperij; verslaafdheid aan de vrouwen. ¶ 食ひ souteneur. ¶ 臭い vrouwelijk; verwijfd. ¶ 兄弟 zusters. ¶ 給仕 kellnerin; kamermeisje. ¶ の子 meisje. ¶ らしい vrouwelijk. ¶ 政治 vrouwenregeering. ¶ 役者 actrice; tooneelspeelster. ¶ gemakkelijke helling. ¶ 好き liefhebber van de vrouwen.
otoko
zn. (1) [子] man m.; volwassen man (大人) m. (下僕) bediende m.; knecht m.; mannelijkheid (子の意氣) v. (2) [情夫] minnaar m. ¶ の mannelijk. ¶ 盛り bloei van de mannelijke kracht; kracht van het leven. ¶ になる (が) climacterische leeftijd bereiken. ¶ 今度赤ちゃんですかですか is het een jongen of een meisje? ¶ 知らず maagdelijk.
yamadashi山出し
zn. boerenpummel m.; meisje van buiten (女). ¶ 山出しの van buiten; versch uit de bergen.
kirei na綺麗な
bn. (1) [立派な] fraai; mooi; keurig. (2) [清潔な] zindelijk; schoon. (3) [潔白な] rein; onschuldig. (4) [完全な] volledig. ¶ 綺麗な mooi meisje. ¶ 綺麗な schoon water; helder water. ¶ 綺麗に mooi; netjes; volledig; geheel. ¶ 綺麗にする verfraaien; mooi maken; schoonmaken; reinigen.
nēsan姉さん
zn. zuster v.; meisje o.; juffrouw v.
musume
zn. dochter v.; meisje o.
otome乙女
SUPPLEMENT (trefwoord)
vader, papa

(znw., de vaderen [vaders]; de papa’s)

(1) [mannelijke ouder van een of meer kinderen] chichi ; chichioya 親. ¶ Doordat haar ouders gescheiden waren had het meisje weinig contact met haar vader. Ryōshin ga zakkonshita tame, sono shōjo wa hotondo chichioya to no sesshoku ga nakatta. 両親が離婚したためその少女はほとんど親との接触がなかった。 (TTC)

(2a) [titel binnen het gezin] otōsan お父さん; otōsamaさま; papa パパ. ¶ Papa, ik wil naar huis. Otōsan, hayaku kaeritai. お父さん早く帰りたい。(TV) ¶ Papa, mijn ballon vliegt weg. Papa, fūsen, tondetchatta. パパ、風船、飛んでっちゃった。 (TV)

(2b) [kindertaal: pappie] otōchanちゃん; papa パパ.

(2c) [afkorting: pa, paps] otō.

(3) [nederig beleefd, gebruikt tegen derden voor eigen vader] chichi ; chichioya 親. ¶ Vergeet u alstublieft niet om volgende week bij mijn vader langs te gaan. Raishū, wasurezu ni chichi ni atte kudasai. 来週、忘れずにに会って下さい。(TTC) NB Met name kinderen maar ook anderen zeggen gewoon otōsan お父さん voor hun eigen vader tegen derden in plaats van het nederig beleefde chichi .

(4) [informeel, tegen derden] oyaji [親仁,親爺,老爺,オヤジ] (NB alleen door mannen gebruikt, ‘ouwe man’). ¶ Mijn ouwe man werkt aan de tuin ieder moment dat ’ie tijd heeft. Oyaji wa aima-aima ni niwajiri wo suru. おやじは合間合間に庭いじりをする。(TTC)

(5) [beleefd, over iemands anders vader] otōsan お父さん; otōsamaさま.

(6) [voorvader(en)] sosen 祖先; fuso 祖.

(7) [uitvinder, grondlegger] kaiso 開祖; sōshisha 創始者.

(8) [katholieke priester] shinpu.

(9) [de Heilige Vader, de Paus] rōma kyōkō ローマ教皇.

(10) [Onze Hemelse Vader, God] kamisama 神様; tentei 天帝.

(11) [Vader des Vaderlands] kokumin no chichi 国民の; kokufu.

RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <meisje>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
あんこanko (1) [sumojargon] dikbuikige sumoworstelaar; (2) dochter; meisje; (3) jongen; jongeman
お姉さんoneesan (1) oudere zuster; oudere zus [honorifieke term (sonkeigo 尊敬語) voor ane 姉]; (2) dienster; dienstmeisje; serveerster; serveuse; (3) meisje; meiske; (4) juffrouw!; mejuffrouw! [als aanspreekvorm (yobikake 呼び掛け)]
お嬢ojou (1) meisje; ongetrouwde dame [honorifieke term (sonkeigo 尊敬語)]; (2) dochter [honorifieke term (sonkeigo 尊敬語)]
お嬢さんojousan (1) meisje; ongetrouwde dame [honorifieke term (sonkeigo 尊敬語)]; (2) dochter [honorifieke term (sonkeigo 尊敬語)]; (3) [als aanspreekvorm] juffrouw!; jonge dame!; mademoiselle! [honorifieke term (sonkeigo 尊敬語)]
お嬢ちゃんojouchan (1) dochtertje; meisje; (2) meisje; meis; [gew.] meiske; meisken
ガールgaaru (1) meisje; (2) [plantk.] guar; guarplant; guarstruik; Cyamopsis tetragonoloba (psoralioides); (3) Gard
ギャルgyaru griet; meisje; meid; chick
三女sanjo (1) drie dochters; meisjes; (2) drie dames; vrouwen; (3) derde dochter; meisje; (4) [conf.] vrouw op wie de shichikyo sanjū 七去三従-geboden van toepassing zijn
女の子onnanoko (1) jong meisje; meisje; (2) dochter; (3) vrouwelijke baby
女児joji (1) meisje; (2) meisjesbaby; dochtertje
女児menago meisje; dochter
女子onnago (1) dochter; (2) meisje; jongedame; juffrouw
女子joshi (1) meisje; [attr.] meisjes-; (2) vrouw; [attr.] vrouwelijk ~; [attr.] vrouwen-; [attr.] dames-
姫 ; 媛hime (1) meisje; (2) freule; lady; prinses; (3) [Kansai-dialect] meisje van plezier; (4) rijststijfsel; rijstlijm; (5) klein ~; lief ~; schattig ~
musume (1) dochter; meisje; meid; [bij joden; volkst.] kalle; (2) juffrouw; ongehuwde vrouw; [arch.] jongejuffrouw; juffer; juffertje; griet; deern; deerne; wicht; [veroud.] mamzel
jou (1) meisje; meid; deerne; juffrouw; jongedame; [veroud.] juffer; juffertje; (2) mejuffrouw; juffrouw; (a) dochter; jongedame; juffrouw
子供kodomo (1) kind; jongen; meisje; [meton.] jonge harten; (2) baby; zuigeling; (3) nakomeling; zoon; dochter; kroost; afstammeling
子女shijo (1) zonen en dochters; jongens en meisjes; kinderen; (2) meisje; dochter
子等kora (1) kinderen; nakomelingen; (2) [vleinaam en aanspreekwoord] kind; meisje
少女shyoujo meisje; kleine meid; [hypocoristisch] meiske; [arch.] deerne; [Ind.N.] keet
幼年younen (1) jonge; vroege leeftijd; kinderjaren; kindertijd; kinderleeftijd; kindsheid; jeugd; [男性の] jongenstijd; jongensjaren; [女性の] meisjesjaren; (2) kind; [男性の] jongen; [女性の] meisje
愛人aijin (1) minnaar; geliefde; lief; beminde; liefste; amant; vrijer; liefde; vlam; vriend; [inform.] kloris; [w.g.; gew.] vent; [scherts.] trekpleister; [gew.; veroud.] pol; (2) minnares; maîtresse; geliefde; lief; meisje; beminde; vrijster; liefste; liefde; vlam; vriendin; belle; [iron.] dulcinea; [Barg.; volkst.] mokkel; [scherts.] trekpleister; [lit.t.; veroud.] gebiedster; [veroud.] boelin; [euf.] chère amie
童部warawabe (1) kind; jongetje; meisje; kinderen; (2) m'n vrouwtje; (3) knechtje; hulpje; meidje; (4) tempeldienaartje; (5) straatjochie; straatbengel; straatvlegel; boefje
iro (1) kleur; (2) verf; kleur; kleurstof; pigment; (3) gelaatskleur; gelaatsuitdrukking; voorkomen; uiterlijk; look; houding; (4) liefde; liefdesaffaire; romance; liefdesavontuur; idylle; (5) wellust; lust; vleselijk verlangen; seksuele begeerte; sexuele passie; zinnelijk plezier; sensueel genot; (6) liefje; vrijer; meisje; jongen; liefste; geliefde; minnaar; minnares; maîtresse; (7) schoonheid; beminnelijkheid; schattigheid; vrouwelijke charmes; aantrekkelijkheid; (8) verfraaiing; versiering; decoratie; ornament; opschik; tooi; (9) soort; aard; type; klasse; (10) [maatwoord voor kleuren]
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 10 treffers, warandict: 24 treffers (zoekopdracht: 'meisje', strategie: exact). 
2005-2023