
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
honte・本手
zn. (1) [正法] de juiste methode v. (2) [奥の手] troefkaart (切札) v.
michi・道、路
zn. (1) [道路] weg m. (2) [方法] middel o.; uitweg m.; methode v. (3) [道程] afstand m. (4) [道德] zedelijk beginsel o.; de rechte weg. ¶ 道で onderweg. ¶ 外に途がない geen andere keuze hebben; er niets anders op weten. ¶ 道に從ふ het rechte pad volgen; de deugd betrachten. ¶ 道を教へる den weg wijzen. ¶ 途を拓く een weg banen. ¶ 其の道の者 een man van het vak; een deskundige; een specialiteit. ¶ 道ならぬ onzedelijk. ¶ 道案内 gids. ¶ 路傍に langs den weg.
ryōhō・療法
zn. geneeswijze v.; methode van behandeling; therapie v. ¶ 外科療法 chirurgische behandeling; opertie (手術).
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <methode>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
でde (1) […~] [duidt de plaats van handeling aan] in; te; op; (2) […~] [duidt een tijd; leeftijd aan] om; in; op; (3) […~] [duidt een collectief onderwerp aan]; (4) […~] [duidt een limiet; maatstaf aan] à; (5) […~] [duidt een gesteldheid aan] in; op z'n; met; al …de; (6) […~] [duidt een middel; methode; grondstof aan] met; per; door; door middel van; via; middels; (7) […~] [duidt een oorzaak; reden aan] door; wegens; vanwege; uit
にてnite (1) […~] [duidt een plaats aan] in; te; op; (2) […~] [duidt een tijd; leeftijd aan] om; in; (3) […~] [duidt een middel; methode; grondstof aan] met; per; door; door middel van; via; middels; (4) […~] [duidt een oorzaak; reden aan] door; wegens; vanwege; uit; (5) […~] [duidt een hoedanigheid; omstandigheid aan] als
オランダ流orandaryuu (1) [外科の] Nederlandse manier; methode; (2) [lett.] Orandaryū [= ben. voor de haiku-dichters rond Saikaku 西鶴]
プロセスpurosesu (1) proces; ontwikkeling; verloop; (2) procédé; methode
メソッドmesoddo methode; werkwijze; procedure; leerwijze
モードmoodo (1) mode; (2) wijze; manier; methode; (3) [muz.] toonaard; toonsoort; toongeslacht; toonladder; (4) [wisk.; statistiek] modus; (5) modus; conditie; gesteldheid; (6) gestreepte plaid; reisdeken; (7) Maud; Maude
仕方shikata (1) manier; wijze; methode; het hoe; werkwijze; (2) gebaar; geste
仕様shiyou (1) manier; wijze; methode; (2) gebruiksaanwijzing; handleiding; gedetailleerde beschrijving; bestek
伝den (1) overlevering; toegeschreven aan …; (2) biografie; levensbeschrijving; (3) manier; methode; (4) [ritsuryō] postplaats; relais; (a) doorgeven; overgeleverd worden; (b) verbreiding; (c) overlevering; vertelling; (d) commentaar; (e) levensbeschrijving; (f) relais
具合guai (1) staat; toestand; situatie; (2) gezondheidstoestand; (3) gelegenheid; goede gelegenheid; gepastheid; geschiktheid; (4) fatsoen; goede manieren; (5) manier; methode; wijze van doen; wijze van handelen
定石jouseki (1) [go; shōgi] beste zet voor beide partijen; vaste zet; standaardzet; (2) beste strategie; methode; beproefde tactiek; standaardprocedure; het boekje
工夫kufuu (1) vinding; ontdekking; uitvinding; (2) plan; schema; (3) middel; methode; (4) goed idee
式shiki (1) stijl; wijze; manier; vorm; trant; systeem; methode; (2) ceremonie; plechtigheid; (3) [wisk.; chem.] formule; [wisk.] uitdrukking; [wisk.; chem.] vergelijking
手口teguchi (1) methode; werkwijze; manier; middel; techniek; truc; modus operandi; manoeuvre; (2) koper; verkoper bij een transactie
手順tejun (1) volgorde; orde; (2) plan; schikking; regeling; voorzorgen; (3) procédé; methode; procedure; werkwijze
方式houshiki (1) methode; systeem; (2) manier; wijze; modus; formule; aanpak; opzet; procedure; formaliteit; (3) vorm; (4) [maatwoord voor methodes; manieren]
方法houhou (1) methode; wijze; weg; procedé; manier; [Lat.] modus; middel; het hoe; trant; maatregel; beleid; stap; (2) [maatwoord voor methodes]
方hou (1) richting; kant; zijde; ~ heen; -waarts; [mijner-; jouwer-; enz] -zijds; (2) vlak; (competentie)gebied; terrein; domein; (3) veeleer ~; aan de ~ kant; eerder ~ (dan ~); wat beter; verkieslijker enz. is [verwijst vaak naar het voorkeursalternatief]; (4) kwadraat; tweede macht; vierkant; (5) methode; manier; wijze
法nori (1) wet; voorschrift; (2) rede; moraal; (3) methode; manier; (4) [boeddh.] dharma; (5) afstand; traject; (6) maat; afmeting; (7) [bouwk.] helling; hellingshoek; hellingsgraad
法hou (1) wet; regel; (2) manier; methode; (3) etiquette; vormen; (4) het is niet gerechtvaardigd (dat ~); het is onbillijk (dat ~); het is onredelijk (dat ~); het is niet eerlijk (dat ~); men heeft niet het recht ~ [steeds in de constructie hō wa nai 法はない]; (5) dharma; [i.h.b.] leer van Boeddha; boeddhisme; (6) [wisk.] modulus; [i.h.b.] deler; (7) [taalk.] wijs; [Lat.] modus
術sube middel; methode; wijze; manier; werkwijze; kunst
途方tohou (1) middel; methode; weg; stappen; maatregelen; aanpak; (2) rede; logica
道 ; 路 ; 途 ; 径michi (1) weg; baan; route; straat; (2) reis; reisroute; koers; tocht; (3) zeden; juist gedrag; ware pad; pad der deugd; plicht; gerechtigheid; (4) leer; juiste weg [van het boeddhistische geloof enz.]; (5) methode; middel; stap; uitweg; manier; kunst; (6) onderwerp; materie; terrein; branche; vakgebied; (7) loop; gang; proces
遣り方yarikata manier (van doen); wijze (van doen); wijs; methode; aanpak; koers
遣り様yariyou manier van doen; wijze waarop men te werk gaat; handelwijze; methode; hoe men het doet; aanpak
Tijd: 0.51 sec. jiten.nl: 8 treffers, warandict: 25 treffers (zoekopdracht: 'methode', strategie: exact).
2005-2023