
蘭
典
日蘭辭典+
(1.a) (persoonlijk voornaamwoord; onderwerpsvorm) [ik] 私 [わたし] watashi (algemeen beleefd); 私 watakushi (formeel); 僕 boku (informeel; meest door jongens en mannen gebruikt, zelden door meisjes); あたし [私] atashi (informeel; meest door vrouwen gebruikt; soms door mannen in snelle spraak); 俺 ore (informeel; meest door mannen gebruikt). NB ‘ik’ wordt vaak niet uitgedrukt in het Japans, context en richtinggevende werkwoorden zijn vaak voldoende. De onderwerpsvorm ‘ik’ wordt in het Japans expliciet uitgedrukt via de achtervoegsels は wa en が ga, maar in spreektaal, of informele schrijftaal (briefjes, internet, mobiel), worden deze ook vaak weggelaten. Tevens kan het partikel も mo, dat ‘ook’ betekent, de plaats van は wa en が ga innemen. ¶ オランダ語が話せますか。 ええ。話せます。Orandago ga hanasemasu ka. Ee. Hanasemasu. Spreek je Nederlands? Ja, ik spreek Nederlands. NB Door de structuur van vraag en antwoord in het voorafgaande voorbeeld is duidelijk wat op wie betrekking heeft en daarom laat men in het Japans ‘ik’ (en ‘je’) weg. Antwoorden met wel een expliciet ‘ik’ zijn dan niet neutraal en dragen extra betekenis. Bijvoorbeeld: ええ。わたしは、話せます。 Ee. Watashi wa, hanasemasu. Dat zou vertaald kunnen worden als: ‘Andere mensen spreken geen Nederlands, maar ik wel’. ¶ 滝沢はフランス語が話せるけど、健、お前は? 僕も話せるよ。 Takizawa wa Furansugo ga hanaseru kedo, Ken, omae wa? Boku mo hanaseru yo. Takizawa spreekt Frans. En jij, Ken? Ik ook hoor. [Ik spreek het ook hoor.] (BEJD) NB In het antwoord van Ken kan een Japanse vorm voor ‘ik’ niet weggelaten worden, door de nadruk die het heeft.
(1.b) (bezitsvorm) [mijn, m’n, van mij] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) gevolgd door の no, dus 私の watashi no, 僕の boku no etc. Afhankelijk van de context kan ‘mijn’ onuitgesproken blijven. ¶ 私の子供達はもうすぐ春休みです。 Watashi no kodomotachi wa mō sugu haruyasumi desu. Mijn kinderen hebben bijna voorjaarsvakantie. (TTC)
(1.c) (voorwerpsvorm) [mij, me] dezelfde voornaamwoorden in (1.a) maar dan vaak gevolgd door を [w]o of に ni. Afhankelijk van de context kan ‘mij’ onuitgesproken blijven. Niet alle Nederlandse voorwerpsvormen hebben in het Japans grammaticaal equivalente vormen. ¶ 俺を哀れに思って助けてくれたのさ。 Ore wo aware ni omotte tasukete kureta no sa. Hij had medelijden met mij en hielp me daarom uit de brand. (informeel, mannelijke spreker). ¶ 両親が私にはがきを送ってくれた。 Ryōshin ga watashi ni hagaki wo okutte kureta. M’n ouders hebben me een ansichtkaart gestuurd. (TTC)
(2) (znw.) [het ik; het ego; het zelf] 自我 jiga; 我 [われ] ware; 我 ga; 私 watashi. ¶ 日本人の自我 Nihonjin no jiga Het Japanse zelf [Het Japanse ik].
※ N.B. De omschrijving die van de Stadt geeft voor 私 watakushi is opvallend onvolledig, ook de context van de jaren 1920 in aanmerking genomen. 私 is een van de woorden die in het Japans gebruikt worden op een manier die aardig overeenkomt met ons persoonlijk voornaamwoord ‘ik’. Andere voorbeelden zijn bijvoorbeeld 僕 boku, 俺 ore, こちら kochira. Keuze van een van deze woorden hangt af van de situatie en vooral het beleefdheidsniveau.
Net als in het Nederlands, kan zo’n vorm verrassing uitdrukken. ¶ これは、私の車じゃないか! Kore wa, watashi no kuruma ja nai ka! ‘Hee, is dit niet mijn auto!’ ¶ 田中さんじゃないか!久しぶり。 Tanaka-san ja nai ka! Hisashiburi. ‘Hee, Tanaka. Lang geleden dat ik je heb gezien!’ ‘Als dat Tanaka niet is! Lang geleden man!’
Het kan ook gebruikt worden voor een aansporing of uitnodiging, wat ook op die manier niet onbekend is in het Nederlands. ¶ 飲みに行こうじゃないか。 Nomi ni ikō ja nai ka. ‘Laten we iets gaan drinken.’ Letterlijker: ‘Zullen we niet iets gaan drinken?’ ¶ ゲームで遊ぼうじゃないか。 Geemu de asobō ja nai ka. ‘Laten we gaan gamen.’ (yamasv) (TTC)
[de, zussen; zusters] (1.a.a) [oudere zus(ter); mijn [onze] zus(ter)] 姉 ane (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons oudere zuster (niet erend, niet beleefd); over een oudere zuster in algemene zin). ¶ 姉は頭の回転がいい。 Ane wa atama no kaiten ga ii. Mijn zus is vlot van begrip. 料理は姉を先生にして習いました。 Ryōri wa ane wo sensei ni shite naraimashita. Mijn zus heeft me koken geleerd. (TTC) (1.a.b.) [oudere zus; jongedame; aanspreekvorm serveerster] 姉さん anesan (algemeen of neutraal beleefd).
(1.b) [oudere zus(ter), uw [hun] zus(ter); aanspreekvorm serveerster] 姉さん neesan; お姉さん oneesan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons oudere zuster; binnen wij-groep over of naar de eigen oudere zuster; in algemene zin); お姉ちゃん oneechan (idem, maar meer familiair of vertroetelend). NB met name onder en naar kinderen worden deze vormen ook gebruikt om in algemene zin naar oudere zussen te verwijzen. ¶ メアリーは遊園地で一人で泣いている男の子を見つけて、やさしく声をかけた。「ねえ、ぼく、どうしたの? 迷子になっちゃったの? お姉ちゃんが迷子センターに連れてってあげようか?」 Mearii wa yūenchi de hitori de naite iru otoko no ko wo mitsukete, yasashiku koe wo kaketa. ‘Nee, boku, dōshita no? Meigo ni nattyatta no? Oneechan ga meigo-sentā ni tsurete tte ageyō ka?’ In het pretpark vond Mary een huilend jongetje. Met zachte stem sprak ze: ‘Hee, jongetje, wat is er aan de hand? Ben je je ouders kwijt? Zal ik [lett. de oude zus] je naar de informatiebalie brengen [lett. zoekgeraakte-kinderen-afdeling]?’ (TTC)
(2.a) [jongere zusje/zuster, mijn [onze] zuster/zusje] 妹 imōto (beleefheid: geen of nederig; richting: geschikt voor benoemen van de eigen zuster tegen tweede persoon; over een derde persoons jongere zuster (niet erend, niet beleefd); over een jongere zuster in algemene zin). ¶ 妹の咲子です。俺と年子で、今受験生です。 Imōto no Sakiko desu. Boku to toshigo de, ima jukensei desu. Dit is mijn zusje Sakiko. Ze minder dan een jaar jonger dan ik en studeert nu voor haar toelatingsexamens. ¶ 妹をパーティーに連れて行きます。 Imōto wo paatii ni tsurete ikimasu. Ik neem mijn zus mee naar het feestje. (TTC) NB in een wij-groep noemen oudere broers en zussen hun jongere zuster alleen bij naam (dit vloeit voort uit de hiërarchie), omgekeerd spreken jongere broers en zussen hun oudere zussen normaal gesproken als お姉さん oneesan aan. (Miura)
(2.b) [jongere zusje/zus(ter), uw [hun] zusje/zus(ter)] 妹さん imōtosan (beleefdheid: erend of algemeen beleefd; richting: over tweede of derde persoons jongere zuster, of in algemene zin). ¶ 今度は妹さんを連れていらっしゃい。 Kondo wa imōtosan wo tsurete irasshai. Neem de volgende keer je zus mee. ¶ 妹さんによろしくね。 Imōtosan ni yoroshiku ne. Doe de groetjes aan je zus. (TTC)
(3) [zusters, zussen, zusjes] 姉妹 shimai; [oudere zus en jongere broer] 姉弟 kyōdai;[oudere broer en jongere zus] 兄妹 kyōdai; [broer en zus] 兄姉 kyōdai; [broers of broer en zus] 兄弟 kyōdai.
(4) [verpleegster] 看護婦 kangofu; [verpleger m/v] 看護士 kangoshi.
(5) [non] 修道女 shūdōjo; 修道尼 shūdōni; 尼僧 nisō.
Mazu zatto kō yū tachi no otoko ga sonkei wo uke, sore ni jōjite ifuku wo hoshiimama ni suru to yū no ga tsune de aru. Shikaru ni Kamijō de haba ga kikasete iru, boku no kabe tonari no otoko wa sukoburu omomuki wo koto ni shite ita.
Wel, het was normaal dat zo’n soort man respect kreeg en zich daarvan bediende om naar wens zijn invloed uit te oefenen. Echter, als ik het heb over de man die mijn buurman was in Kamijou en daar zijn invloed deed gelden, die had een uitzonderlijke stijl.
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 19 treffers, warandict: 16 treffers (zoekopdracht: 'mijn', strategie: exact).