日蘭辭典+

20 resultaten voor ‘moeilijkheid’
日蘭辭典 (trefwoord)
mendō面倒
zn. last o.; moeilijkheid v.; ergenis v.; verwikkeling v. ¶ 御面倒ながら het spijt mij u lastig te vallen, maar ...... ¶ 面倒を見る zich moeite getroosten. ¶ 面倒をかける last bezorgen. ¶ 面倒moeilijk; lastig; ingewikkeld. ¶ 面倒くさい ergerlijk; hinderlijk; vervelend.
tatakai
(戦い、闘い、鬪ひ) zn. strijd m.; (合戰) gevecht o.; slag m.; (戰役) oorlog m.; krijg m.; (競爭) wedkamp m.; wedstrijd m. ¶ 戰を始める strijd beginnen; vijandelijkheden openen. ¶ 戰を宣する oorlog verklaren. ¶ 戰をする oorlog voeren. ¶ 戰好きの oorlogzuchtig; strijdlustig. ¶ 戰利あり overwinning behalen. ¶ 戰ふ vechten; strijden; kampen. ¶ 自由に戰ふ strijden voor de vrijheid. ¶ 誘惑と戰ふ strijden tegen de verleiding. ¶ 困難と戰ふ moeilijkheden bestrijden. ¶ 鬪はす laten vechten. ¶ 論を鬪はす argumenteeren; argumenten aanvoeren.
katsu勝つ
t.w. (1) [勝利] overwinnen; i.w. overwining behalen. t.w. (2) [優る] overtreffen. ¶ 戰に勝つ den slag winnen. ¶ 困難に克つ moeilijkheden te boven komen. ¶ にはが勝ち過ぎる het is te zwaar voor mij.
hai-suru排する
t.w. (1) [打勝つ] overwinnen; i.w. te boven komen. t.w. (2) [押開く] openduwen; forceeren. (3) [排斥] uitsluiten; ter zijde zetten. ¶ 困難を排する moeilijkheden overwinnen.
nankan難關
nan
(1) [難儀] moeilijkheid v.; tegenslag m. (2) [禍難] ongeluk o.; ramp v. (3) [缺點] fout v.; gebrek o. (4) [非難] critiek v. ¶ 難に當たる moeilijkheid het hoofd bieden. ¶ 難に遭ふ door een ramp bezocht worden; tegenslag ondervinden. ¶ 難に堪ふ zijn kruis dragen. ¶ 難を云はば als men een aanmerking zou willen maken, dan is het...... ¶ 難の打ち所がない er valt niets op aan te merken.
nanba難場
zn. moeilijkheid v.; moeilijk parket o.
SUPPLEMENT (trefwoord)
kyūsureba tsūzu窮すれば通ず
(zegswijze) wanneer de situatie hopeloos lijkt zal men geprikkeld door noodzaak toch een manier vinden om de moeilijkheden te overwinnen; als de nood (op) het hoogst is, is de redding (het meest) nabij; (veroud.) hoe groter (de) nood, hoe nader God.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <moeilijkheid>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
koto (1) ding; voorwerp; zaak; (2) zaak; aangelegenheid; affaire; omstandigheid; belang; (3) probleem; vraagstuk; kwestie; vraag; (4) feit; feitelijkheid; (5) omstandigheid; omstandigheden; toestand van een zaak; staat van zaken; toestand; situatie; (6) geval; (7) voorval; incident; onverwachte gebeurtenis; ongewone gebeurtenis; (8) ongeluk; ongeval; tegenspoed; pech; onheil; moeilijkheid; verwikkeling; (9) werk; werkzaamheid; ambtelijke werkzaamheid; functie; taak; opdracht; plicht; wat van iemand geëist wordt; (10) oorzaak; motief; reden; beweeggrond; (11) ervaring; ondervinding
円滑にenkatsuni vlot; probleemloos; soepel; vlotweg; gemakkelijk; vloeiend; glad; zonder belemmering; moeilijkheid; haperen; als vanzelf; als van een leien dakje; op rolletjes; wieltjes; gladjes; [fig.] geolied
困難konnan (1) moeilijkheid; hindernis; obstakel; (2) nood; ontbering; beproeving; (3) beproeving; moeite; ongeluk; bezoeking; (4) verwarring; verlegenheid; het niet goed weten wat men moet doen; (5) moeilijk; niet gemakkelijk; problematisch; (6) vervelend; lastig; hinderlijk; onaangenaam; naar; (7) gênant; lastig; verlegen makend; ongemakkelijk; ongelukkig; pijnlijk; [Belg.N.; spreekt.] ambetant; (8) hard; bitter; doornig; vol doornen en distels; moeilijk; verdrietelijk
支障shishyou belemmering; hindernis; obstakel; beletsel; moeilijkheid
故障koshyou (1) belemmering; beletsel; moeilijkheid; storing; struikelblok; handicap; (2) ongeval; ongeluk; (3) gebrek; defect; tekortkoming; fout; (4) schade; beschadiging; averij; (5) bezwaar; tegenwerping; bedenking; protest; tegenkanting
縺れmotsure (1) klit; knoop; kluwen; klis; (2) verwikkeling; moeilijkheid; complicatie; imbroglio
苦しみkurushimi (1) pijn; lijden; leed; smart; [お産の] weeën; (2) ontbering; last; moeilijkheid; nood; kommer; kwelling; ellende; beproeving
苦情kujou (1) klacht; reden tot klagen; grief; ergernis; (2) moeilijkheid; probleem; narigheid; kwestie
障害shyougai (1) obstakel; belemmering; beperking; hinder; hindernis; verhindering; barrière; hinderpaal; sta-in-de-weg; beletsel; impediment; bezwaar; zwarigheid; moeilijkheid; struikelblok; tegenwerking; [fig.] klip; [sportt.] horde; (2) handicap; gebrek; stoornis; disfunctie; derangement; [attr.] invaliditeits-; [geneesk.] laesie; [Barg.] makke; (3) hindernisloop; hindernisren; steeple(chase); wedren met hindernissen; [i.h.b.] hordeloop; [i.h.b.] horderen [verkorting van shōgaibutsu kyōsō 障害物競走]
nan (1) moeilijkheid; probleem; (2) moeilijke omstandigheden; problemen; nood; last; (3) onheil; ramp; (4) gebrek; onvolkomenheid; tekortkoming; (5) kritiek; bezwaar; aanmerking
難易nani (relatieve) moeilijkheid; het al dan niet moeilijk zijn
難関nankan (1) moeilijke doorgangspost; barrière; horde; hindernis; obstakel; moeilijkheid; (2) lastige situatie; moeilijk; lastig parket; knel; penarie; impasse
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.51 sec. jiten.nl: 8 treffers, warandict: 12 treffers (zoekopdracht: 'moeilijkheid', strategie: exact). 
2005-2023