
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
gyaku・逆
bn. (1) [反對] tegengesteld; omgekeerd. (2) [叛逆] oproerig. ¶ 逆壓 tegen-druk. ¶ 逆潮 tegenstroom. ¶ 逆動する achteruitgaan. ¶ 逆緣 ongeluk; noodlot; omgekeerde volgorde van overlijden; dood van de kinderenvoor de ouders. ¶ 逆風 tegenwind. ¶ 逆擊 tegenaanval. ¶ 逆比 omgekeerdereden. ¶ 逆比例の omgekeerd evenredig. ¶ 逆意 verraderlijke bedoeling. ¶ 逆上 stijgen van bloed naar de hersenen; duizeligheid (眩暈). ¶ 逆上する gek worden. ¶ 逆戾りする teruggaan. ¶ 逆に in tegengestelde richting; den anderen kant uit; verkeerd. ¶ 逆流 tegenstroom. ¶ 逆算する terugrekenen. 逆説 paradox. ¶ 逆心 verraderlijke bedoeling. ¶ 逆臣 verrader. ¶ 逆進 achterwaartsche beweging; achteruitgaan. ¶ 逆襲 tegenaanval. ¶ 逆提供 contra-offerte. ¶ 逆轉 omzetting. ¶ 逆轉する terugdraaien; omzetten. ¶ 逆徒 verrader. ¶ 逆睹 voorspelling. ¶ 逆運 tegenspoed; tegenslag; ongeluk. ¶ 逆運動 teruggang; acherwaartsche beweging. ¶ 逆産 omgekeerde geboorte; geboorte met de voeten vooruit.
inga・因果
zn. (1) [原因結果] oorzaak en gevolg. (2) [不運] noodlot o. (3) [應報] vergelding v. ¶ 因果の關係 causaal verband; causaliteit. ¶ 因果應報 vergelding; karma. ¶ 因果の法則 wet van oorzaak en gevolg. ¶ 因果の noodlottig; rampzalig. ¶ 因果と諦める berusten in zijn lot. ¶ 因果の種を宿す zwanger zijn door een misstap. ¶ 親の因果が子に報いる de kinderen boeten voor de zonden der ouders.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <noodlot>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
不運fuun tegenslag; tegenspoed; ongeluk; pech; misfortuin; wanbof; tegenvaller; contrecoup; onfortuinlijkheid; rampspoed; noodlot; fatum; onfortuinlijk; ongelukkig; onzalig; tegenspoedig; pechvol; kwaad; gedoemd; rampzalig; noodlottig
因果inga (1) oorzaak en gevolg; [boeddh.] hetu-phala; (2) vergelding; straf; nemesis; (3) karma; lot; gesternte; (4) noodlot; tegenspoed; ongeluk; pech; doem; (5) onfortuinlijk; ongelukkig; onzalig; gedoemd; noodlottig
宿命shyukumei lot; bestemming; beschikking; noodlot; fatum
悲運hiun treurig; droevig; ongelukkig lot; noodlot; ongeluk; onheil; doem
数suu (1) tal; getal; aantal; (2) lot; noodlot; fortuin; gang (van zaken); (3) enkele; een aantal; een paar; verscheidene; enige; verschillende; meerdere; ettelijke; diverse
符fu (1) [ritsuryō] akte; (2) amulet; talisman; geluksbrenger; (3) overeenkomstig deel; tegenhanger; (4) lot; noodlot; (a) controlestrookje; (b) bewijsje; biljet; (c) amulet; talisman; (d) symbool; teken; code
約束yakusoku (1) belofte; toezegging; z'n gegeven woord; afspraak; overeenkomst; verbintenis; engagement; akkoord; deal; pact; schikking; contract; convenant; [jur.] convenu; koop; [Lat.] pactum; (2) afspraak; afspraakje; rendez-vous; ontmoeting; date; (3) regel; conventie; gewoonte; gebruik; bepaling; voorschrift; (4) lot; noodlot; fatum; bestemming; beschikking; Gods voorzienigheid; Gods wegen; (5) bundeling; opbinding; (6) reservering van een geisha
運命unmei lot; bestemming; noodlot; fatum; fortuin; lotsbeschikking; levenslot
Tijd: 0.49 sec. jiten.nl: 5 treffers, warandict: 8 treffers (zoekopdracht: 'noodlot', strategie: exact).
2005-2023