日蘭辭典+

38 resultaten voor ‘nu’
日蘭辭典 (trefwoord)
ima
bw. (1) [現今] nu; thans; op ’t oogenblik; tegenwoordig; heden ten dage. (2) [直に] dadelijk; onmiddellijk. (3) [たった] zoo even; zoo juist; daar net. (4) [更に] nog; nogeens; nog meer. ¶ tegenwoordig; huidig; bestaand. ¶ から van nu af aan; voortaan; in ’t vervolg. ¶ までも tot nu toe; nog altijd. ¶ では dezer dagen; tegenwoordig; in den laatsten tijd. ¶ 迄 tot dusverre; tot nu toe. ¶ voorlopig; op het oogenblik; zooals de toestand nu is. ¶ 迄にない事件 iets, dat nog nooit is voorgekomen. ¶ かと in groote spanning. ¶ に始めぬ van ouden datum. ¶ に zoo dadelijk. ¶ に見ろ je zult het dadelijk zien. ¶ にも降りさうです het ziet er uit of het zoo dadelijk zal gaan regenen. ¶ 少し下さい geef mij nog wat. ¶ 二寸長く切って下さい snijd het twee duim langer af. ¶ 一つの方を下さい geef mij liever de andere.
yakume役目
zn. taak v.; werk o.; ambtsplicht v.; functie v. ¶ お役目的に zonder veel zorg; omdat het nu eenmaal zijn plicht is. ¶ 役目柄で in qualiteit van; ambtelijk.
bakariばかり
(許り、ばっかり) bw. (1) [凡そ] ongeveer; omstreeks. (s) [のみ] slechts; alleen maar; niet meer dan. (3) [やっと] nu; juist. (4) [さも] als of. (5) [殆んど] bijna; nagenoeg. ¶ 三年許り以前 een jaar of drie geleden. ¶ 一千圓許り ongeveer duizend yen. ¶ あの人にばかり話した ik het het alleen maar aan hem verteld. ¶ ばかりでなく niet alleen ...... maar. ¶ 英語ばかりでなく佛語も話す hij spreekt niet alleen Engelsch maar ook Fransch.
de
vw. en; wel ...... ; dus; toen. ¶ では行かなかった en toen ben ik niet gegaan. ¶ で何様しようと云ふのか wel, wat denk je nu te gaan doen?
hontō本當

(本当) zn. waarheid v.; werkelijkheid v.; feit o. ¶ 本當の waar; werkelijk; echt. ¶ 本當に waarlijk; inderdaad; in ernst. ¶ 本當にする voor ernst opnemen; gelooven. ¶ 本當を言へば ronduit gezegd; eerlijk gezegd. ¶ 何時が本當です wat is de juiste tijd nu? ¶ 本當ですか is het heusch waar? ¶ 本當か知らぬ zou het waar zijn?

yoriより
vz. (1) [から] van; sedert; sinds. vw. (2) [比較] dan. ¶ より van nu af aan. ¶ より買ふ iets van iemand koopen. ¶ より二十まで van tien tot en met twintig. ¶ を出てより sinds wij uit het vaderland zijn weggegaan. ¶ よりビール好む meer van bier houden dan van ‘‘sake.’’ ¶ これより入るからず verboden toegang.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <nu>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
いでide (1) komaan; vooruit; allee; welaan; kom op; ju; [veroud.] tsa; (2) zo; goed; bon; (3) jee; jeetje; ai; (4) nee; (5) wel; nu; nou; goed
この度konotabi (1) deze gelegenheid; keer; ditmaal; (2) thans; nu; aanstonds; binnenkort; (3) onlangs; recentelijk; laatstelijk; kort geleden
さてsate (1) trouwens; tussen haakjes; overigens; à propos; terloops (gezegd); dit terzijde; wat ik zeggen wou; in het voorbijgaan; en passant; (2) nu; nou; welnu; zo; wel; tja; (3) maar
してshite en; nu; wel
なのでnanode aangezien (dat); in aanmerking genomen dat; gezien (dat); daar; nu
nu (1) [drukt voltooiing uit]; (2) […なむ(…なん) ; …ぬべし ; …ぬらむ] [drukt een stellige bewering uit]; (3) […ぬ…ぬ] [drukt parallellie of continuïteit uit]
nu [drukt ontkenning uit]
のでnode […~] [geeft een reden; oorzaak; grond; beweegreden] doordat; door; omdat; om; aangezien; daar; nu; om reden van; vanwege; wegens; uit; als gevolg van; tengevolge van; op grond van (het feit dat); [arch.] dewijl; [arch.] wijl; [arch.] naardien; [arch.] doordien; [arch.] nademaal
ba (1) […~] [drukt een veronderstelling uit zonder meer] als; indien; ingeval; zo; gesteld dat; wanneer; mocht; (2) […~] [drukt een veronderstelling die als voorwaarde bedoeld is of een algemene geldigheid uit] als; op voorwaarde dat; indien; wanneer; mits; (3) […~] [drukt de aanleiding tot een waarneming; constatering uit] als; wanneer; (4) […~] [drukt een nevenschikking of opsomming uit] en … en …; (5) […~] [drukt de premisse van een onderwerp uit]; (6) […ば…ほど] [drukt proportionaliteit uit] hoe … des te …; (7) […~] [drukt een veronderstelling uit zonder meer] als; indien; ingeval; zo; gesteld dat; wanneer; mocht; (8) […~] [drukt een veronderstelling die als voorwaarde bedoeld is of een algemene geldigheid uit] als; op voorwaarde dat; indien; wanneer; mits; (9) […~] [drukt de aanleiding tot een waarneming; constatering uit] als; wanneer; (10) […~] [drukt reden; oorzaak uit] doordat; door; omdat; om; aangezien; daar; nu; om reden van; vanwege; wegens; uit; als gevolg van; tengevolge van; op grond van; [Belg.N.] vermits; (11) […~] [drukt een contrast uit] maar; daar waar; terwijl; (12) […ね~] [drukt toegeving uit] hoewel; alhoewel; ofschoon
一丁 ; 一挺 ; 一梃itchou (1) [鋤~] één spade; één ploeg; [鍬~] één schoffel; [鋸~] één zaag; [櫓; 櫂~] één roeiriem; één roeispaan; [槍~] één speer; [銃~] één geweer; [墨~] één inktblokje; [三味線~] één shamisen; [剃刀~] één scheermesje; [蝋燭~] één kaars; [鋏~] één schaar; (2) [駕籠~] één palankijn; [人力車~] één riksja; (3) [料理肴~] één portie; één schotel; één bord; één bestelling; [酒~] één glas; (4) [豆腐~] één blok; (5) [書物の] boekblad; (6) [将棋~] één partijtje; één spelletje; (7) [楊弓; 大弓で] score van honderd; (8) [ton.] ratelslag [kondigt een coup de théâtre of het einde van het stuk aan]; (9) welnu; wel; nu; nou
一応ichiou (1) een keer; een maal; (2) over het algemeen; in algemene zin; (3) voorlopig; alvast; (4) voor het ogenblik; op het moment; heden; nu; (5) eerst; eerst en vooral
今々imaima (1) nu; thans; heden; tegenwoordig; (2) elk; ieder moment; aanstonds; terstond; gauw; weldra; zo; (3) [~と] terminaal; kritiek
今にしてimanishite nu; op dit ogenblik; tegenwoordig; thans
今回konkai deze keer; dit keer; ditmaal; nu
今度kondo (1) nu; thans; heden; deze keer; ditmaal; (2) de laatste tijd; in de laatste tijd; recentelijk; dezer dagen; tegenwoordig; (3) de volgende keer; de volgende maal; in het vervolg; (4) binnenkort; eerstdaags; op korte termijn; in de naaste toekomst; vandaag of morgen; een andere keer
今時imadoki (1) heden; huidige tijd; tegenwoordige tijd; vandaag de dag; nu; thans; heden ten dage; dezer dagen; (2) op dit (late; vroege) uur; (3) [~の] van tegenwoordig; van vandaag; modern; huidig; hedendaags
今時konji thans; nu; heden ten dage; vandaag de dag; tegenwoordige; huidige tijd; dezer dagen
ima (1) nu; heden; op het ogenblik; thans; tegenwoordig; heden ten dage; (2) dadelijk; zo dadelijk; onmiddellijk; weldra; dra; spoedig; gauw; (3) even tevoren; zojuist; zo-even; daarnet; net; pas; (4) nog; nog eens; nog meer
兎に角tonikaku (1) in elk geval; in ieder geval; in allen gevalle; in alle geval; hoe dan ook; het lope hoe het ook loopt; toch; hoe het ook zij; sowieso; enfin; soit; [inform.] afijn; nu; maar goed; op de een of andere wijze; op de een of andere manier; alles samen genomen; alles bij elkaar (genomen); alles wel beschouwd; goed beschouwd; al met al; alles in aanmerking genomen; (2) dat laat ik in het midden; dat tot daar aan toe; dat weet ik niet zo precies; daar blijf ik af; daar wil ik af zijn
只今 ; 唯今tadaima (1) nu; thans; dit ogenblik; heden; tegenwoordig; huidig; momenteel; op het ogenblik; (2) net nu; net op dit moment; ogenblik; pas; zojuist; zo-even; zonet; zopas; zostraks; daarnet; (3) dadelijk; onmiddellijk; direct; zo meteen; met een ogenblikje; elk moment; zo; gelijk; subiet; terstond; aanstonds; binnenkort; spoedig; weldra; [form.] aldra; [form.] alras; [veroud.] instantelijk; (4) terug van weg geweest!; terug thuis!; ben terug!; daar ben ik weer!
nu slapen; rusten; gaan liggen
差し当たりsashiatari (1) op dit ogenblik; moment; nu; voorlopig; voor het ogenblik; moment; alvast; (2) beletsel; belemmering; obstakel
当座touza (1) heden; nu; tijdelijke; voorlopige; ogenblik; moment; (2) tussentijd; interim
当時touji (1) die tijd(en); die dagen; (2) toen; destijds; toentertijd; toenmaals; indertijd; (3) heden; thans; tegenwoordig; vandaag; momenteel; nu; in deze tijd; vandaag de dag
最早mohaya (1) nu; thans; [spreekt.] nou; (2) al; [form.] reeds; (3) niet langer; niet meer
此の際konosai onder de huidige omstandigheden; in deze omstandigheden; in dit stadium; in dit tijdsgewricht; op dit punt; op dit ogenblik; bij deze gelegenheid; nu
此の頃 ; この頃konogoro (1) nu; op dit ogenblik; op dit moment; tegenwoordig; (2) de laatste tijd; dezer dagen; tegenwoordig; (3) onlangs; recentelijk; kort geleden; kortelings; een paar dagen geleden
此所 ; 此処 ; 此 ; 是 ; 茲 ; 斯koko (1) hier; deze plaats; (2) nu; dit punt in de tijd [Dit woord kan ook als tijdsaanduiding gebruikt worden.]
然し ; 併しshikashi (1) maar; doch; [arch.; iron.] edoch; echter; evenwel; (2) toch; nochtans; niettemin; desondanks; (3) nu; luister eens; zeg; goh
現在genzai (1) het heden; het nu; de tegenwoordige tijd; (2) (in de taalkunde) tegenwoordige tijd van het werkwoord; (3) werkelijkheid; realiteit; werkelijk bestaan; werkelijke toestand; waarheid; (4) nu; heden; tegenwoordig; heden ten dage; vandaag de dag
目下mokka nu; thans; heden; tegenwoordig; momenteel; op dit ogenblik; voor het ogenblik; vandaag de dag
近頃 ; 近ごろ ; 近比chikagoro (1) onlangs; kort geleden; recentelijk; laatstelijk; de laatste tijd; dezer dagen; (2) tegenwoordig; vandaag de dag; heden ten dage; thans; nu; (3) verschrikkelijk; erg; enorm
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.55 sec. jiten.nl: 6 treffers, warandict: 32 treffers (zoekopdracht: 'nu', strategie: exact). 
2005-2023