
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
ukeru・受ける
t.w. (1) [受納] ontvangen; nemen. (2) [受止める] pakken; tegenhouden. (3) [檢査] ondergaan; ervaren. (4) [蒙る] krijgen; lijden. (5) [許可等] krijgen; verkrijgen. ¶ 命を受ける bevel krijgen. ¶ 檢査を受ける onderzocht worden. ¶ 罰を受ける gestraft worden. ¶ 俸給を受ける tractement ontvangen. ¶ 治療を受けてゐる onder geneeskundige behandeling.
ashirau・あしらふ
(あしらう) t.w. (1) [待遇] ontvangen; behandelen; onthalen. ¶ 丁寧に扱ふ hartelijk ontvangen; vriendelijk behandelen. (2) [配置する] plaatsen. (3) [食物を] opdisschen met; garneeren met;
agaru・上る
(上がる ) i.w. (1) [上昇] stijgen; rijzen; klimmen; naar boven gaan. (2) [木に] in een boom klimmen. ¶ 椅子にあがる op een stoel klimmen. (3) [陸に] aan wal stijgen; aan wal gaan. (4) [日が] opgaan. (5) [旗が] geheschen worden. (6) [騰貴] stijgen. (7) [昇進] promotie maken; bevorderd worden. (8) [進步] vooruitgaan; vorderingen maken. (9) [罷める] ontheven worden van; ontslagen worden als. (10) [收入] ontvangen. (11) [休止] ophouden. ¶ 雨があがった de regen heeft opgehouden. ¶ 天氣が上る het weer is opgeklaard.
itadaku・戴く
t.w. (1) [冠る] opzetten; dragen; op het hoofd hebben; i.w. bedekt zijn met. t.w. (2) [貰ふ] ontvangen; aanvaarden; krijgen. (3) [食ふ又は飮む] eten; drinken; gebruiken. i.w. [治者を] geregeerd worden door; t.w. boven zich hebben. ¶ 帽を戴く een hoed dragen. ¶ 水を一杯戴きます mag ik een glas water hebben? ¶ 戸を閉めて戴きませう zou u de deur dicht willen doen?
SUPPLEMENT (trefwoord)
itadakimasu・いただきます
(戴きます、頂きます) (uitdr.) (beleefd en nederig) ontvangen. (1) uitdrukking aan het begin van een maaltijd (in gebruik vaak equivalent aan ‘smakelijk eten’) (2) uitdrukking bij het nuttigen van een consumptie of het ontvangen van een kado, meest in een situatie van ongelijke hiërarchische verhoudingen. N.B. Als vaste uitdrukking staat deze vorm enigszins apart van het gebruik van itadaku als beleefd en nederig hulpwerkwoord.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <ontvangen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
あしらうashirau (1) behandelen; ontvangen; onthalen; omgaan met; omspringen met; (2) nonchalant; slordig; zozo behandelen; lichtzinnig omgaan met; onzorgvuldig omspringen met; (3) van iets passends voorzien; schikken; plaatsen; [肉に野菜を] garneren met; versieren met; opmaken met; dresseren; aankleden; afwerken; (4) [nō-term] muzikaal begeleiden
与るazukaru (1) betrokken zijn bij; deelnemen aan; in; een rol spelen bij; een factor zijn in; de hand hebben in; deel hebben aan; bijdragen tot; meewerken aan; participeren in; aandeel hebben in; gekend worden in; (2) [お褒めに] genieten; [お招きに] ontvangen; deelachtig worden; delen in
出家するshyukkesuru [boeddh.] de wereld vaarwel zeggen; zich van de wereld afwenden; afstand doen van de wereld; der wereld afsterven; de wereld afzweren; priester; bonze; geestelijke worden; tot priester; geestelijke gewijd worden; in een klooster treden; intreden; [meton.] de tonsuur krijgen; ontvangen; de pij aannemen; het habijt aannemen
出迎えるdemukaeru tegemoet gaan; tegemoet komen; verwelkomen; begroeten; ontvangen; inhalen; onthalen; afhalen
剃髪するteihatsusuru zich tonsureren; zich de (hoofd)kruin scheren; de tonsuur krijgen; ontvangen; getonsureerd worden; de (hoofd)kruin geschoren worden
取り立てるtoritateru (1) innen; ontvangen; in ontvangst nemen; incasseren; invorderen; beuren; collecteren; [税を] heffen; (2) bevorderen; in rang verhogen; een hogere post; positie geven; promoveren
取るtoru (1) nemen; vatten; pakken; grijpen; hanteren; (2) krijgen; ontvangen; winnen; halen; aannemen; aanvaarden; (3) kiezen; uitkiezen; pikken; (4) vragen; aanrekenen; innen; (5) begrijpen; interpreteren; opvatten; (6) wegnemen; verwijderen; weghalen; (7) vangen; oogsten; binnenhalen; (8) afnemen; afpakken; stelen; pikken; (9) vergen; vereisen; (10) boeken; reserveren; vastleggen; (11) innemen; bezetten
受ju (1) [boeddh.] vedanā [= waarneming]; (a) ontvangen; krijgen; (b) gehoor geven; toegeven; (c) ondergaan; incasseren
受けるukeru (1) ontvangen; krijgen; verkrijgen; verwerven; (2) aanvaarden; aannemen; accepteren; nemen; (3) pakken; tegenhouden; [een bal] vangen; [een slag] pareren; afwenden; (4) [de telefoon] opnemen; beantwoorden; gehoor geven bij het telefoneren; (5) ondergaan; meemaken; ervaren; [誘惑を] op de proef gesteld worden; [試験を] afleggen; [洗礼を] gedoopt worden; (6) [een verlies] lijden; [een verwonding] oplopen; [een belediging] incasseren; moeten verduren; blootgesteld worden aan; onderworpen worden aan; (7) [lessen] nemen; [een opleiding] volgen; genieten; (8) geloven; geloof hechten aan; aannemen; als waar beschouwen; voor zoete koek slikken; als juist aanvaarden; als zo zijnd aanvaarden; (9) staan; gelegen zijn tegenover; uitzicht geven op; gericht zijn naar [een windstreek; ander referentiepunt]; (10) erven; overerven; [eigenschappen] van zijn (voor)ouders meekrijgen; (11) populair worden; aan populariteit winnen; in de smaak vallen; tot de verbeelding spreken; in trek raken; geliefd worden; in zwang raken; aanslaan
受け入れる ; 受け容れるukeireru (1) ontvangen; toelaten; opnemen; aannemen; aanvaarden; accepteren; (2) inwilligen; toestaan; instemmen met; ingaan op; tegemoetkomen; verhoren; (3) opvangen; onthalen; binnenlaten; toegang geven
受け取る ; 請け取るuketoru (1) ontvangen; in ontvangst nemen; aannemen; opvatten; (2) geloven; aannemen; als waar beschouwen; voor zoete koek slikken; als juist aanvaarden; als zo zijnd aanvaarden; begrijpen; inzien
受信するjushinsuru ontvangen; doorkrijgen
受容するjuyousuru aanvaarden; aannemen; accepteren; opnemen; onthalen; ontvangen
受給するjukyuusuru ontvangen; krijgen; trekken; genieten
受胎するjutaisuru ontvangen; bevrucht worden; zwanger worden; in verwachting raken; concipiëren
受領するjuryousuru ontvangen; in ontvangst nemen; aannemen; aanvaarden; accepteren
得票するtokuhyousuru stemmen behalen; krijgen; winnen; ontvangen
徴税するchouzeisuru belasting innen; heffen; ontvangen
応対するoutaisuru onthalen; ontvangen; behandelen; bejegenen; bedienen
応接するousetsusuru ontvangen; ontvangst houden; receptie houden; recipiëren; voor een gesprek ontvangen
感受するkanjusuru [m.b.t. signalen] opvangen; krijgen; ontvangen
懐妊するkaininsuru zwanger worden; in verwachting raken; concipiëren; ontvangen
懐胎するkaitaisuru zwanger worden; in verwachting raken; concipiëren; ontvangen
拝領するhairyousuru ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen [uit handen van een hiërarchisch meerdere]
授かるsazukaru (1) geschonken; toegekend krijgen; gezegend; begiftigd zijn met; bedacht worden met; genieten; ontvangen; (2) les; onderricht krijgen in; onderwezen worden in; ingewijd worden in
清濁併せ呑むseidakuawasenomu ± met iedereen omgaan; ontvangen; accepteren zonder aanzien des persoons; verdraagzaam zijn
貰うmorau (1) krijgen; ontvangen; verkrijgen; bekomen; verwerven; behalen; boeken; scoren; in ontvangst nemen; winnen; [in zijn gezin] opnemen; [tot vrouw] nemen; tot zijn eigendom maken; [een infectie] opdoen; oplopen; (2) laten ~; doen ~; gedaan krijgen
賜うtamau (1) [honoratieve variant van ataeru en kureru] zich verwaardigen te geven; schenken; verlenen; toestaan; toekennen; uitreiken; vereren met; (2) [honoratieve variant van yokosu] sturen; zenden; (3) [zelfverheerlijkende variant van ataeru] ± zo goed zijn te geven; (4) […たまえ] [drukt een bevel; uitnodiging uit]; (5) […~] [benadrukt de welwillendheid van het onderwerp (de schenker)]; (6) […~] [betoont eer aan het onderwerp]; (7) […せ~] [drukt buitengewoon respect uit]; (8) […~] [formuleert aan standgenoten of ondergeschikten een discreet bevel]; (9) [humiliatieve variant van もらう] ontvangen; krijgen; [i.h.b.] te eten; drinken krijgen; nuttigen; (10) [聞き; 見~] [drukt het ontvangen van een gunst of toelating uit] mogen; (11) [思い; 聞き; 見~] [drukt nederigheid uit t.o.v. de toegesprokene]
賜るtamawaru (1) krijgen; ontvangen; vereerd worden met; (2) zich verwaardigen te geven; schenken; verlenen
迎えるmukaeru (1) tegemoet gaan; tegengaan; verwelkomen; ontvangen; onthalen; begroeten; inhalen; (2) [嫁に] tot vrouw nemen; tot vrouw maken; [養子に] aannemen; [国王に] inhalen; (3) bereiken; komen tot; voor ogen hebben; [新時代を] ingaan; (4) laten komen; roepen; halen; ontbieden; uitnodigen
迎え入れるmukaeireru ontvangen; onthalen; inhalen; verwelkomen; binnenleiden (in); binnenlaten; binnenhalen; in de wacht slepen
遇するguusuru (1) behandelen; omgaan met; bejegenen; tegemoet treden; (2) ontvangen; onthalen
集金するshyuukinsuru innen; beuren; inbeuren; incasseren; ontvangen; gelden in ontvangst nemen; geld ophalen; inzamelen; ingaren; invorderen
頂く ; 戴くitadaku (1) (nederig) in ontvangst nemen; ontvangen; krijgen; verwerven; (2) (nederig) de gunst ontvangen; (3) eten; drinken; gebruiken; (4) geregeerd worden door; ~ boven zich hebben; ~ als overste hebben; (5) [冠を] opzetten; dragen; [山が雪を] bedekt zijn met
頂戴するchoudaisuru ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen; aanvaarden; aannemen; accepteren; aanpakken; [i.h.b.] te eten en te drinken krijgen
領ryou (1) [ritsuryō] districthoofd; (2) grondgebied; staatsgebied; territorium; territoir; gebied; bezitting; domein; (3) [maatwoord voor harnassen; kostuums e.d.]; (a) nek; kraag; (b) essentieel deel; (c) gebieden over; bezitten; (d) toezicht; [i.h.b.] chef; (e) ontvangen
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 10 treffers, warandict: 36 treffers (zoekopdracht: 'ontvangen', strategie: exact).
2005-2023