日蘭辭典+

23 resultaten voor ‘oorzaak’
日蘭辭典 (trefwoord)
jitan事端
zn. oorzaak van een kwestie; aanleiding tot de moeilijkheden.
jiko事故
zn. (1) [出來事] voorval o.; ongeval o. (2) [事由] omstandigheid v. oorzaak v. (3) [差支] beletsel o.; hindernis v.; bezwaar o. ¶ 不可抗的の事故 force majeure (佛語); overmacht; onvermijdelijke oorzaken.
tane
zn. (1) [子] zaad o.; (核) pit v.; kern v.; steen m. (2) [牛馬] geslacht o.; ras o. (3) [祕密] geheim o. (4) [原因] oorzaak v.; bron. (5) [類] variëteit v. (6) [主題] onderwerp (話の) v. ¶ 梅の pruimepit. ¶ 話の onderwerp van gesprek. ¶ 喧嘩の geschilpunt. ¶ 喜び heugelijk feit. ¶ 金のにする met vrucht gebruiken; profijt trekken van. ¶ 明かす een kunstje uitleggen.
inga因果
zn. (1) [原因結果] oorzaak en gevolg. (2) [不運] noodlot o. (3) [應報] vergelding v. ¶ 因果關係 causaal verband; causaliteit. ¶ 因果應報 vergelding; karma. ¶ 因果法則 wet van oorzaak en gevolg. ¶ 因果の noodlottig; rampzalig. ¶ 因果諦める berusten in zijn lot. ¶ 因果を宿す zwanger zijn door een misstap. ¶ 親の因果報いる de kinderen boeten voor de zonden der ouders.
gūin偶因
zn. toevallige oorzaak v.; onwillekeurige aanleiding v.
SUPPLEMENT (trefwoord)
kanshiki鑑識、鑒識
zn. & suru ww (1) het evalueren van het waarheidsgehalte of de juistheid van iets; oordeel; waardering; taxatie; evaluatie; inschatting. ¶ 芸術の研究には立派鑑識力が必要だ。 geijutsu no kenkyū ni wa rippa na kanshikiryoku ga hitsuyō da. Voor de studie van Kunst is een uitstekend beoordelingsvermogen vereist. ¶ とりわけ、は名画の鑑識眼がある。 Toriwake, kare wa meiga no kanshikigan ga aru. In het bijzonder heeft hij een goed oog voor meesterwerken. (2) in het kader van politieonderzoek, de analyse van sporen; onderzoek; opsporingswerk; analyse; nasporing; vaststelling. 鑑識今日火事原因を特定しようとしている。 Kanshikiban wa kyō no kaji no gen'in wo tokuteishiyō to shite iru. De afdeling Forensische Opsporing probeert de oorzaak van de brand van vandaag vast te stellen. (TTC)
ingaritsu因果律
(identiek aan 因果法則 inga hōsoku) zn. het principe dat ieder verschijnsel een oorzaak heeft; wet van oorzaak en gevolg; causaliteit. ¶ が知りたいのは、科学の最先端で因果律がどう扱われているか? Watashi ga shiritai no wa, kagaku no saisentan de ingaritsu ga dō atsukawarete iru ka? [vert. lett.:] Wat ik weten wil is, hoe gaat men in de voorhoede van de wetenschap om met causaliteit? (blog) ¶ 十如是(じゅうにょぜ)とは、『法華経』方便品に説かれる因果律をいうJū'nyoze to wa, Hokekyō Hōbenbon ni tokareru ingaritsu to iu. Jū'nyoze (de tien staten of factoren in bepaalde vormen van Boedhisme) is de wet van oorzaak en gevolg die wordt uiteengezet in [het hoofdstuk] ‘Geschikt middel’van de Lotus Sutra. (BCWK) ¶ 因果律を信じ大乗を誹謗せず、ただただ無上道心を起すIngaritsu wo shinji Daijō wo hibōsezu, tadatada mujō dōshin wo okosu mono. Mensen die geloven in de wet van oorzaak en gevolg, geen kwaad spreken van Mahayana Boedhisme en slechts hopen verlichting te bereiken. (BCWK)
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <oorzaak>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
からとkarato [SSK~: samengesteld partikel dat een gerapporteerde reden; oorzaak; of redengeving van horen zeggen uitdrukt]
のでnode […~] [geeft een reden; oorzaak; grond; beweegreden] doordat; door; omdat; om; aangezien; daar; nu; om reden van; vanwege; wegens; uit; als gevolg van; tengevolge van; op grond van (het feit dat); [arch.] dewijl; [arch.] wijl; [arch.] naardien; [arch.] doordien; [arch.] nademaal
らむramu (1) [drukt speculatie uit omtrent een actuele gebeurtenis buiten het waarnemingsveld]; (2) [drukt speculatie uit omtrent de opgegeven reden; oorzaak; achtergrond van een actuele gebeurtenis]; (3) [など ; いかに…~] [drukt speculatie uit omtrent de onuitgesproken reden; oorzaak; achtergrond van een actuele gebeurtenis]; (4) […~…] [drukt informatie uit de tweede hand uit]; (5) […~…] [drukt een eufemistische formulering uit]
事由jiyuu reden; oorzaak; grond; aanleiding
koto (1) ding; voorwerp; zaak; (2) zaak; aangelegenheid; affaire; omstandigheid; belang; (3) probleem; vraagstuk; kwestie; vraag; (4) feit; feitelijkheid; (5) omstandigheid; omstandigheden; toestand van een zaak; staat van zaken; toestand; situatie; (6) geval; (7) voorval; incident; onverwachte gebeurtenis; ongewone gebeurtenis; (8) ongeluk; ongeval; tegenspoed; pech; onheil; moeilijkheid; verwikkeling; (9) werk; werkzaamheid; ambtelijke werkzaamheid; functie; taak; opdracht; plicht; wat van iemand geëist wordt; (10) oorzaak; motief; reden; beweeggrond; (11) ervaring; ondervinding
原因genin (1) oorzaak; grondoorzaak; reden; aanleiding; predispositie; (2) factor; medebepalend element; omstandigheid; (3) bron; wortel; origine; oorsprong
in (1) reden; oorzaak; wezen; oorsprong; (2) [boeddh.; Ind.fil.] hetu [= hoofdoorzaak]; (a) gegrond zijn op; steunen op; (b) oorzaak; grond; (c) provincie Inaba
moto reden; oorzaak; grond; kern; wezen
導火線doukasen (1) lont; (2) aanleiding; trigger; oorzaak
yue (1) reden; oorzaak; (2) aanzienlijke afkomst; goede komaf; (3) smaak; charme; (4) band; betrekking; relatie; (5) ongeval; ongeluk; (6) […ゆえ] door; wegens; vanwege; (7) […ゆえ] hoewel; ofschoon; schoon; terwijl
根元kongen oorsprong; ontstaan; bron; wortel; oorzaak; [fig.] grond
ne (1) wortel; (2) grondslag; oorsprong; roots; wortel; basis; oorzaak; (3) wezen; kern; (van) nature; grond; wezenlijke; (4) grond; reden
機縁kien (1) [boeddh.] aanleg voor en voorbeschiktheid tot de leer; (2) aanleiding; gelegenheid; kans; motief; oorzaak; karma
理由riyuu (1) reden; het waarom; grond; aanleiding; oorzaak; argumenten [hebben om]; overweging; beweegreden; motief; [uit dien] hoofde; [uit] kracht [van]; [met] recht; (2) excuus; verschoningsgrond
要因youin factor; oorzaak; bepalend element
起因kiin oorsprong; oorzaak
Resultaten van japansnederlandswoordenboek.org   
Tijd: 0.47 sec. jiten.nl: 7 treffers, warandict: 16 treffers (zoekopdracht: 'oorzaak', strategie: exact). 
2005-2023