
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
hai-suru・廢する
(廃する) t.w. (1) [王を] afzetten; onttroonen. (2) [制度など] afschaffen. (3) [法律を] intrekken; herroepen. (4) [仕事を] opheffen.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <opheffen>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
上げるageru (1) heffen; opheffen; omhoogheffen; verheffen; oprichten; tillen; optillen; omhoogtillen; omhoogbrengen; liften; verhogen; eleveren; [凧を] oplaten; opsteken; [棚に] leggen op; opleggen; [帆を] hijsen; ophijsen; omhooghijsen; opbrengen; opvissen; [碇を] lichten; hieuwen; [陸に] landen; aan land zetten; [顔を] opkijken; (2) loven; prijzen; roemen; huldigen; ophemelen; hoog opgeven van; (3) opvoeren; doen toenemen; optrekken; opjagen; opdrijven; [温度を] hoger zetten; [スピードを] vergroten; (4) bevorderen; promoveren; (5) overgeven; braken; opgeven; kotsen; vomeren; over z'n nek gaan; [gew.] opbrengen; (6) [客を] binnenlaten; inlaten; brengen; leiden naar; geleiden; (7) [学校へ] op school doen; (8) geven; aanbieden; toedienen; offreren; schenken; voorzetten; [娘を] wegschenken; (9) offeren; ten offer brengen; (10) overhandigen; ter hand stellen; reiken; overreiken; (11) ten einde brengen; afdoen; afwerken; volbrengen; voltooien; (12) klaarspelen; gedaan weten te krijgen; (13) [式を] houden; vieren; celebreren; fêteren; (14) [例を] geven; vermelden; noemen; aanhalen; citeren; aanvoeren; leveren; opnoemen; opsommen; opgeven; opvissen; (15) [子を] krijgen; [母が] het leven schenken; baren; [父が] verwekken; (16) verbeteren; ontwikkelen; ontplooien; (17) [髪を] doen; opmaken; opsteken; kappen; (18) aanhouden; pakken; oppakken; vatten; inrekenen; snappen; in hechtenis nemen; in de kraag grijpen; arresteren; (19) [芸者を] bestellen; laten komen; erbij halen; uitnodigen; ontbieden; engageren; (20) frituren; in kokend vet bakken; braden; [gew.] fritten; (21) [結果を] behalen; bereiken; verkrijgen; verwerven; realiseren
仕舞う (bet. 1-3) ; 終う (bet. 1-3) ; 了う (bet. 4)shimau (1) sluiten; dichtdoen; [i.h.b.] voorgoed sluiten; stopzetten; opdoeken; opheffen; [met de zaak enz.] ophouden; (2) opbergen; bergen; wegbergen; wegdoen; wegleggen; wegzetten; wegstoppen; [i.h.b.] terugleggen; [i.h.b.] terugzetten; [i.h.b.] terugplaatsen; [i.h.b.] weer op zijn plaats zetten; leggen; [~ている ; ておく] bewaren; opzijleggen; opslaan; (3) beëindigen; afmaken; eindigen; tot een eind brengen; een einde maken (aan); afsluiten; afronden; (4) uit-; af-; ten einde (toe) …; geheel en al … [aangesloten op de constructie RYK + て; duidt aan dat de in het grondwoord genoemde handeling ten einde gevoerd; voltooid; tot het einde toe verricht wordt; signaleert vaak spijt of onwenselijkheid van het eindresultaat]
取り除くtorinozoku wegnemen; weghalen; leeghalen; wegruimen; verwijderen; opruimen; ruimen; uit de weg ruimen; zich ontdoen van; wegwerken; [恐怖心を] opheffen; [語尾の音節を] afkappen
差し上げるsashiageru (1) opheffen; opsteken; omhoogbrengen; omhoog heffen; omhoog steken; omhoog houden; omhoog doen; ten hemel heffen; verheffen; (2) geven; aanbieden; schenken; [w.g.] reiken
廃すhaisu (1) [制度を] afschaffen; afdanken; opdoeken; (2) [君主を] afzetten; aan de kant schuiven; zetten; van de troon stoten; onttronen; (3) [jur.] [法律を] herroepen; intrekken; opheffen; annuleren; tenietdoen; vernietigen; abrogeren; (4) [習慣を] ophouden met; stoppen met; opgeven; zich ontdoen van; wegdoen; afzien van
廃するhaisuru (1) [制度を] afschaffen; afdanken; opdoeken; (2) [君主を] afzetten; aan de kant schuiven; zetten; van de troon stoten; onttronen; (3) [jur.] [法律を] herroepen; intrekken; opheffen; annuleren; tenietdoen; vernietigen; abrogeren; (4) [習慣を] ophouden met; stoppen met; opgeven; zich ontdoen van; wegdoen; afzien van
廃校するhaikousuru een school sluiten; opheffen; opdoeken
廃棄するhaikisuru (1) wegdoen; weggooien; zich ontdoen van; afdanken; dumpen; wegwerpen; aan kant zetten; naar de schroothoop verwijzen; op de schroothoop gooien; aan de dijk zetten; (2) afschaffen; intrekken; opzeggen; herroepen; opheffen; abrogeren; tenietdoen; nietig verklaren; vernietigen; annuleren
廃止するhaishisuru afschaffen; opheffen; een eind maken aan; beëindigen; ophouden met; opdoeken; wegdoen; [法律を] intrekken; herroepen; abrogeren; tenietdoen; vernietigen; nietig verklaren; ongedaan maken; annuleren
廃部するhaibusuru een club ontbinden; opdoeken; afschaffen; opheffen
打破するdahasuru (1) tenietdoen; opheffen; wegruimen; doorbreken; slechten; stukslaan; slopen; uit de weg ruimen; doorprikken; omverwerpen; (2) [敵を~] verslaan; kloppen; in de pan hakken
扛kou (a) optillen; opheffen
扛げるageru optillen; opheffen; opsteken
抱き起こすdakiokosu (1) in z'n armen omhoogheffen; opheffen; oppakken; optillen; (2) ophelpen; op de been helpen; overeind helpen
持ち上げるmochiageru (1) opheffen; (omhoog) heffen; optillen; omhoog tillen; opbeuren; omhoog trekken; (op)hijsen; opnemen; omhoog brengen; oplichten; oppakken; oprapen; omhoog steken; [m.b.t. hoed] afnemen; (2) vleien; ophemelen; flemen; door vleierij brengen tot; overhalen
掲げるkakageru (1) [櫛で] opkammen; in de hoogte kammen; (2) [簾を] oprollen; omrollen; [裾を] opstropen; omstropen; [gew.] opsloven; [gew.] opstroppen; (3) [火を] opstoken; aanwakkeren; aanstoken; aanjagen; (4) in de hoogte heffen; steken; opheffen; hoog opsteken; lichten; tillen; optillen; ophijsen; hijsen; oplaten; (5) [fig.] [迷いを] opheffen; lichten; uit de weg ruimen; doen verdwijnen; (6) afficheren; in de kijker plaatsen; bekendmaken; afkondigen; melden; ophangen; [Belg.N.] uithangen; [政策; 理想を] huldigen; (7) [記事を] publiceren; voeren; brengen; opgeven
撤廃するteppaisuru afschaffen; opheffen; herroepen; intrekken; opdoeken
清算するseisansuru (1) afrekenen; vereffenen; voldoen; clearen; verrekenen; afdoen; [借金を] aflossen; aanzuiveren; (2) [econ.] liquideren; (3) [rel.] weer goedmaken; boete doen voor; boeten voor; (4) [過去を] van zich afzetten; afsluiten; [fig.] begraven; (5) [関係を] verbreken; afmaken; opheffen
畳むtatamu (1) opvouwen; vouwen; samenvouwen; opklappen; [i.c.m. 旗; 帆を] opdoeken; [i.c.m. 旗; 帆を] bergen; [i.c.m. 扇; 翼を] dichtvouwen; [i.c.m. テントを] opbreken; [i.c.m. 本を] sluiten; [i.c.m. 本を]] dichtdoen; [i.c.m. 石; 煉瓦 enz.] opstapelen; (2) opdoeken; opheffen; voorgoed sluiten; [uitdr.] zijn matten oprollen; er een einde aan maken; [een zaak enz.] aan de kant doen; zetten; stopzetten; liquideren; (3) [in zijn hart enz.] wegsluiten; [in gedachten enz.] houden; niet uiten; oppotten; [oneig.] opkroppen; (4) afmaken; van kant maken; uit de weg ruimen; opruimen; liquideren; [Barg.] mollen
破棄するhakisuru (1) vernielen; vernietigen; afbreken; destrueren; (2) [jur.] vernietigen; nietig verklaren; nietig maken; tenietdoen; annuleren; casseren; annihileren; opheffen
解くtoku (1) losbinden; losknopen; losmaken; losdoen; losstrikken; [包みを] openmaken; uitpakken; [包帯を] loswinden; loswikkelen; [連結を] loshaken; afhaken; loskoppelen; afkoppelen; ontkoppelen; (2) ontwarren; ontknopen; ontstrikken; tornen; lostornen; ontrafelen; uit elkaar halen; uitrafelen; lostrekken; (3) [装束を] afleggen; afgorden; afdoen; [荷を] ontdoen; (4) [誤解を] ophelderen; uit de wereld helpen; wegruimen; (5) [禁止を] opheffen; wegnemen; beëindigen; [契約を] verbreken; [責任を] ontheffen van; [任務を] ontlasten van; ontslaan uit; iem. bedanken; releveren; vrijmaken van; degageren; [包囲を] opbreken; [jur.] ontbinden; (6) [問題を] oplossen; uitzoeken; [方程式を] uitwerken; [inform.] uitpuzzelen; [質問を] beantwoorden; [謎を] erachter komen
解散するkaisansuru (1) uiteenvallen; uiteengaan; uit elkaar vallen; uit elkaar gaan; zich ontbinden; [国会が] ontbonden worden; (2) uit elkaar halen; beëindigen; [国会を] ontbinden; opheffen; [兵隊を] laten inrukken; afdanken
解消するkaishyousuru (1) annuleren; opheffen; ongedaan maken; ontbinden; verbreken; (2) uit de weg ruimen; wegnemen; doen verdwijnen; verdrijven
解除するkaijosuru (1) annuleren; ontbinden; cancelen; ongedaan maken; opzeggen; herroepen; intrekken; [m.b.t. contract] vernietigen; (2) opheffen; ontslaan van; ontheffen van; releveren
閉めるshimeru (1) sluiten; dichtdoen; toedoen; (2) [m.b.t. winkel; zaak] voorgoed sluiten; opdoeken; opheffen; stopzetten; beëindigen
閉会するheikaisuru (1) [een vergadering; bijeenkomst enz.] sluiten; beëindigen; besluiten; een eind maken aan; [een zitting enz.] opheffen; (2) eindigen; sluiten; aflopen; over zijn; ten einde lopen
閉鎖するheisasuru sluiten; afsluiten; afgrendelen; [工場を] stopzetten; opheffen; dichtdoen; opdoeken; buiten bedrijf stellen
除くnozoku (1) wegnemen; wegruimen; wegdoen; weghalen; eruit halen; verwijderen; aan de kant zetten; [twijfel e.d.] opheffen; ontlasten van; [de pijn e.d.] verdrijven; afhelpen van; elimineren; schrappen; uit de weg ruimen; ruimen; afschaffen; (2) uitsluiten; buitensluiten; uitlaten; weglaten; achterwege laten; weren; terzijde laten; terzijde schuiven; opzijzetten; erbuiten laten; overslaan; omitteren; uitzonderen
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 3 treffers, warandict: 28 treffers (zoekopdracht: 'opheffen', strategie: exact).
2005-2023