
日
蘭
蘭
辭
典
典
日蘭辭典+
日蘭辭典 (trefwoord)
furui・古い
(故い、舊い、旧い) bn. oud.
ue・上
zn. (1) [頂] top m. (2) [上の方] bovenste gedeelte v.; bovenkant m. ¶ この上ない喜び grootste vreugde. ¶ いやが上にも tot overmaat. ¶ 下から上まで van onder tot boven. ¶ 上の bovenst; hoogst. ¶ 上の文 bovenstaande zin. ¶ 五つから上の子供 kinderen van vijf jaaren ouder. ¶ 丘の上の家 huis op den heuvel. ¶ 其の上 bovendien; daarenboven. ¶ 上の方へ naar boven. ¶ 上に op; bovenop; na (後に). ¶ 酒の上で onder invloed van drank. ¶ 歸京の上 toen ik in Tokyo terug kwam. ¶ 再考の上で bij nadere overweging. ¶ かくなる上は nu het zoover gekomen is. ¶ ……の上に出る overtreffen; meer zijn dan. ¶ 一番上は八つです het oudste kind is acht. ¶ 上には上がある niets is volmaakt; alles is voor verbetering vatbaar.
okina・翁
zn. oude man m.
kofū・古風
zn. oude stijl m. ¶ 古風な ouderwetsch; antiek.
SUPPLEMENT (trefwoord)
kyū・急
(na-adj) (1) plotseling; plots; opeens; onverwacht. ¶ 急に彼がブレーキをかけたので、フロントガラスに頭をぶつけた。 Kyū ni kare ga burēki wo kaketa no de, furontogurasu ni atama wo butsuketa. Omdat hij plotseling op de rem trapte stootte ik mijn hoofd tegen het voorraam. ¶ 急な客が来たので、そのテレビ番組が見れなかった。 Kyū na kyaku ga kita no de, sono terebi bangumi ga mirenakatta. Omdat ik onverwacht bezoek had kon ik dat programma niet kijken. (2) urgent; dringend. ¶ 急な用事〔急用〕が出来て、パーティに行けなくなった。ごめんなさい。 Kyū na yōji [kyūyō] ga dekite, pāti ni ikenaku natta. Omdat zich een urgente zaak voordeed kon ik niet naar het feestje gaan. ¶ この事態は急を要する Kono jitai wa kyū wo yōsuru De situatie is urgent. ¶ これは急を要する事態だ。 Kore wa kyū wo yōsuru jitai da. Dit is een urgente situatie. (3) snel; woest (water). ¶ 急な川で泳ぐのは大変危険だ。 Kyū na kawa de oyogu no wa taihen kiken da. Het is enorm gevaarlijk om in een snelstromende rivier te zwemmen. ¶ 彼女は急に老け込んできた。 Kanojo wa kyū ni fukekonde kita. Ze werd snel oud. (4) steil (helling); scherp (bocht). ¶ 急な坂 Kyū na saka. Een steile helling; Een plotse daling. ¶ 道路はそこで急な右カーブになっている。 Dōro wa soko de kyū na migi kābu ni natte iru. De weg maakt daar een scherpe bocht naar rechts. (TTC) (yamasv)
TEKST EN UITLEG (trefwoord)
bron:Aozora Bunko╱Mori Ōgai╱De wilde gans 〈1:1-5〉・〈青空文庫〉森鴎外『雁』
古い話である。僕は偶然それが明治十三年の出来事だと云うことを記憶している。どうして年をはっきり覚えているかと云うと、その頃僕は東京大学の鉄門の真向いにあった、上条と云う下宿屋に、この話の主人公と壁一つ隔てた隣同士になって住んでいたからである。その上条が明治十四年に自火で焼けた時、僕も焼け出された一人(いちにん)であった。その火事のあった前年の出来事だと云うことを、僕は覚えているからである。
Het is een oud verhaal. Toevallig herinner ik me dat die affaire in Meiji 13 was. Dat ik me het jaar zo goed herinner komt doordat ik destijds woonde in het pension Kamijou, recht tegenover de IJzeren Poort van de Universiteit van Tokyo, en de hoofdpersoon van dit verhaal de huisgenoot direct naast mij was. Toen Kamijou in Meiji 14 in vlammen opging, was ik een van de mensen die dakloos werden gemaakt. Het is dat ik me herinner dat die affaire plaatsvond het jaar voorafgaand aan die brand.
Het is een oud verhaal. Toevallig herinner ik me dat die affaire in Meiji 13 was. Dat ik me het jaar zo goed herinner komt doordat ik destijds woonde in het pension Kamijou, recht tegenover de IJzeren Poort van de Universiteit van Tokyo, en de hoofdpersoon van dit verhaal de huisgenoot direct naast mij was. Toen Kamijou in Meiji 14 in vlammen opging, was ik een van de mensen die dakloos werden gemaakt. Het is dat ik me herinner dat die affaire plaatsvond het jaar voorafgaand aan die brand.
RESULTATEN japansnederlandswoordenboek.org voor <oud>
Info over de soms afwijkende spelling van het Japans hieronder.
ひねたhineta (1) oud; schrompelig; verschrompeld; (2) vroegrijp; grotemensachtig; onkinderlijk; voorlijk
アンティークantiiku (1) antieke kunst; antiek; antiquiteit; (2) [drukw.] antiqua; antiqualetter; (3) antiek; oud
オールドoorudo oud
使い古したtsukaifurushita oud; versleten; afgesleten; aftands; [~着物] afgedragen; [~靴] afgetrapt [~ジョーク] afgezaagd
元首相motoshyushyou oud-premier; oud-minister-president; ex-premier; ex-minister-president
先のsakino (1) toekomstig; komend; aanstaand; (2) vorig; voorgaand; voorafgaand; vroeger; eerder; (3) voormalig; gewezen; ex-; oud-; (4) recent; van kort geleden; jongste
前理事長らzenrijichoura (1) oud-voorzitters van het college van bestuur; gewezen voorzitters van het bestuurscollege; voormalige voorzitters van de raad van bestuur; beheer; [Belg.N.] oud-voorzitters van de beheerraad; ex-directievoorzitters; vroegere voorzitters van het directorium; vorige president-directeuren; oud-presidenten; ex-bestuursvoorzitters; [m.b.t. Nationale Bank van België] oud-voorzitters van de regentenraad; (2) [m.b.t. inrichting; school] oud-voorzitters van het college van curatoren; gewezen president-curatoren; voormalige voorzitters van het curatorium; vorige president-commissarissen; [Belg.N.] oud-voorzitters van de inrichtende macht
前社長zenshyachou (1) oud-directeur; voormalig bedrijfshoofd; gewezen bedrijfschef; vroegere bedrijfsleider; eerdere bestuursvoorzitter; ex-CEO; (2) vorige directeur; vorige president
前首相zenshyushyou oud-premier; oud-minister-president; ex-premier; ex-minister-president
前zen (1) vroeger; eerder; voordien; tevoren; ervoor; voordezen; (2) oud-; ex-; gewezen; voormalig; vorig; vroeger; (3) voor-; pre-; vorig; (4) [kwantor voor bureautafels; leunspanen; dientafels; mimi's e.d.]; (5) [kwantor voor shintoïstische godheden of heiligdommen]
古い ; 旧い ; 故いfurui (1) oud; (2) aloud; verouderd; oubollig; gedateerd; ouderwets; oudmodisch; archaïsch; antiek; [i.h.b.] afgezaagd; (3) niet vers; onfris; belegen; oud; oudbakken; verschaald; muf; (4) gebruikt; afgewerkt; sleets; versleten
古ko (a) oud; (b) oudheid; verleden
古 ; 旧 ; 故furu (1) door veelvuldig gebruik afgesleten goed; oude spullen; [i.h.b.] afdankertje; afleggertje; krijgertje [m.b.t. andermans eigendom meestal geprefigeerd met お]; (2) oud ~; ~ van vroeger; (3) afgebruikt ~; afgesleten ~; afgedragen ~; tweedehands ~; gebruikt ~; (4) ervaren ~; doorgewinterd ~
同窓会dousoukai (1) alumnivereniging; vereniging van oud-leerlingen; oud-studenten; oud-leerlingenbond; (2) alumnireünie; oud-leerlingenreünie
在り来たりarikitari (1) [~の] gewoon; normaal; alledaags; gebruikelijk; gangbaar; conventioneel; traditioneel; schering en inslag; (2) [~の] afgezaagd; banaal; clichématig; belegen; oud
大学卒業生daigakusotsugyousei afgestudeerde van een universiteit; academicus; iem. met een academische; universitaire opleiding; oud-student; universitair alumnus
大晦日oomisoka (1) laatste dag van het jaar; oudejaarsdag; oudejaar; oudjaar; (2) oudejaarsavond; silvesteravond; oudejaarsnacht; [verk.] silvester; [verk.] oud; [gew.] nieuwavond; [gew.] nieuwjaarsavond
学閥gakubatsu oud-leerlingennetwerk; coterie; kliek van studiegenoten; old boy network; old boys network; schoolkliek
年を取ったtoshiwototta oud; bejaard
年取ったtoshitotta oud; bejaard
故ko (1) oude kennis; oude bekende; (2) overleden; gestorven; afgestorven; wijlen; … zaliger; (3) gewezen; voormalig; vroeger; vorig; voorgaand; eerder; oud-; ex-
教え子oshiego iems. leerling; oud-leerling; iems. student; oud-student; iems. discipel; iems. mentee
本田honden (1) definitief rijstveld; (2) oud-ontgonnen rijstveld; (3) [Edo-periode] fiscaal geregistreerd rijstveld
熟したjukushita gerijpt; rijp geworden; gematureerd; [m.b.t. wijn; kaas] belegen; oud
熟成したjukuseishita gerijpt; rijp geworden; gematureerd; [m.b.t. wijn; kaas] belegen; oud
生きの悪いikinowarui niet vers; oud
着古したkifurushita afgedragen; versleten; oud; afgedankt
老いoi (1) het oud worden; ouderdom; hoge leeftijd; oude dag; (2) bejaarde; oudere; oude van dagen; senior; oudje; (3) La Vieillesse [= boek (1970) van Simone de Beauvoir]; (4) oud; bejaard
老いるoiru oud; ouder worden; verouderen; vergrijzen; op leeftijd komen; op jaren komen
老兵rouhei (1) oude soldaat; oude gediende; (2) veteraan; oudgediende; oud-soldaat
老齢のroureino oud; hoogbejaard; bejaard
韓kan (1) zuidelijke deel van het Koreaanse schiereiland; (2) [Chin.gesch.] Hán [één der Strijdende Staten; 403-230 v.Chr.]; (3) [gesch.] oud-Koreaanse rijken [m.n. Goguryeo 高句麗; Baekje 百済 en Silla 新羅]; (4) [gesch.] Korea [officiële naam; 1896-1910]; (5) Zuid-Korea; (6) [gesch.] oud-Koreaanse volkeren [m.n. de Mahan 馬韓; de Jinhan 辰韓 en de Byeonhan 弁韓]
Tijd: 0.5 sec. jiten.nl: 8 treffers, warandict: 32 treffers (zoekopdracht: 'oud', strategie: exact).
2005-2023